Overweging in de tehuizen op 06-12-2024, 2e zondag van de Advent, Jannie Ligthart
Openingswoord
Beste medegelovigen, welkom in deze Woord- en Communieviering in het 2e weekend van de Advent.
Het woord advent, komt van het Latijnse “adventus” wat “de komende” betekent.
Wij christenen verwachten de komst van Jezus, van Gods Koninkrijk aan het einde van de tijd. In de geboorte van Jezus herkennen we de menswording van God in de wereld. Jezus is voor ons een “lichtend” voorbeeld om naar te leven.
In de Evangelielezingen van afgelopen weken leerde Jezus ons om waakzaam te zijn, alert te zijn op de tekenen van de tijd. En dit waakzaam zijn is niet slapend achteruit hangen, maar daadwerkelijk doen wat Jezus ons leert en dus vraagt te doen, om Gods Koninkrijk met elkaar, in deze wereld, te realiseren. Laten we proberen een beetje op Jezus te lijken, door God en de naaste lief te hebben door dienstbaar te zijn aan elkaar.
Dat Jezus Christus, het Licht van de wereld, in ons mag leven, opdat Hij door ons, in de wereld zichtbaar mag worden.
Omdat we nog vaak tekort schieten, in ons doen en laten, we vergeten dat God ons leven wil leiden door het Woord in de H. Schrift, willen we dit belijden aan God en elkaar, door samen de schuldbelijdenis te bidden, om de heilige Communie waardig te kunnen ontvangen.
Overweging
Lieve medegelovigen, lieve medemens, vandaag horen we over Johannes, zoon van Zacharias en Elisabeth. We zien een in kameelharen geklede, sjofele man in de woestijn.
Een woestijn, een schrale omgeving waarin men, zonder afgeleid te worden kan nadenken over de zin van het leven, over wat is mijn weg in het leven en wat is belangrijk. Ook Jezus, David en Elia verbleven een tijd in de woestijn, om in de stilte zichzelf beter te leren kennen, om zich over te kunnen geven aan de roeping van hun leven.
In het evangelie lazen we: “Toen kwam het woord van God over Johannes, zoon van Zacharias, die in de woestijn verbleef.
In de stilte van het bidden, kon hij Gods stem in zijn hart horen. Daarna ging hij naar het gebied bij de Jordaan, en zei tegen de mensen: “Bekeer je, begin een nieuw leven en laat je dopen! Dan zal God je zonden vergeven.” Maak de weg klaar voor de komst van de Messias.
Op deze tweede zondag van de Advent, kan Johannes woord en zijn voorbeeld, zijn roeping en zijn oproep, ons ook helpen. Want de oproep tot bekering geldt ook voor ons allen. De Advent is dan wel geen veertigdagentijd, geen vasten, maar wel een tijd van inkeer, bezinning, tijd voor God nemen, en is vooral een tijd van bekering.
Zo kunnen we ons voorbereiden op het Kerstfeest.
Ook wij moeten ons bekeren, ons afkeren van onze zwakheid, van onze zelfingenomenheid en ons keren naar God, en Hem de regie van ons leven geven. We moeten ons meer en meer verbinden met onze Schepper, onze hemelse Vader, want er zijn afgoden, bijv. egoïsme, materialisme, eigendunk ons leven binnen geslopen.
Johannes wil ons terugbrengen naar een nieuwe verbondenheid met de enige, de echte God van ons leven.
We worden dus uitgenodigd om van ons hart weer een woning te maken, waar God de ere plaats heeft. Het is goed om in deze Adventstijd wat meer tijd vrij te maken voor gebed en Bijbellezing. Door bezinning en gebed, oftewel, door overleg met God, zullen we dichter bij, wat belangrijk voor ons leven is, komen.
We zouden als kinderen van onze hemelse Vader, zoals Johannes, elkaar moeten durven zeggen: “Bekeer je, opdat je zonden vergeven mogen worden. Dan zal in ons leven elk dal gevuld, en elke heuvel geslecht, en de kronkelpaden van ons leven recht worden.”
Het is zorgen voor elkaar, om elkaar als christen hierop te wijzen, omdat de rechte weg ons naar het hemels Koninkrijk leidt.
Paulus wijst ons in zijn voorbede, aan de inwoners van Filippi, de weg: “Moge uw liefde steeds rijker worden aan inzicht en fijngevoeligheid, om te kunnen onderscheiden waar het op aankomt. Dan zullen jullie op de dag van Christus ongerept en onberispelijk zijn, verzadigd met de vrucht van de gerechtigheid die komt van Jezus Christus, tot eer en lof van God.
Johannes predikte het doopsel van vergeving, van boetedoening.
Van Jezus hebben we het Sacrament van vergeving, de biecht gekregen. Door de biecht, het bekeren, het ons naar God toe keren kunnen we onze paden slechten en onze kronkelpaden recht maken. De oproep van Johannes geldt ook nu nog voor ons.
Wanneer we Jezus echt welkom willen heten in ons hart, dan zullen we ons moeten voorbereiden op Zijn komst, zoals Johannes de Doper ons voorhoudt. Dan pas kan het weer echt Kerstmis worden. Amen.
Advent is kijken
Advent is kijken naar wat komt,
hoewel er weinig zicht is.
Je steekt een kaars aan in de nacht
omdat je iets van God verwacht:
een wereld waar het licht is.
Advent is kijken naar wat komt,
zoals toen, lang geleden.
Er werd een kind van God verwacht,
een kind van licht, een kind vol kracht,
een kind dat zorgt voor vrede.
Advent is kijken naar wat komt.
Advent is durven hopen.
Het kerstkind is een nieuw begin.
We slaan een weg van vrede in.
Die moet je verder lopen.
Advent is kijken naar wat komt.
Advent is durven dromen.
Is licht zien in de duisternis,
geloven dat God met ons is
en dat zijn rijk zal komen.