Overweging in de tehuizen op 02/03-08-2024, 18e zondag door het jaar B, Jannie Ligthart
Openingswoord
Beste medegelovigen, welkom in deze Woord- en Communieviering in het weekend van de 18e zondag door het jaar. Het aantal mensen dat in het weekend de kerk bezoekt, wordt steeds kleiner. Iedereen is daar uiteraard vrij in, toch is het jammer. Een weekendviering is toch bedoeld om even stil te staan bij de zin van het leven, bij de betekenis van Jezus’ boodschap. Hij wil voor ons een bron van kracht zijn, maar dat kan hij alleen als we naar hem op zoek blijven gaan, dan alleen kan Hij voor ons brood uit de hemel zijn zoals het evangelie van vandaag vertelt.
Voor ons gebrek aan geloof en godsvertrouwen vragen we vergeving, om de H. Communie waardig te kunnen ontvangen. We bidden samen de schuldbelijdenis.
Overweging
Lieve medegelovige, lieve medemens, in de eerste lezing uit Exodus, lezen we dat de Israëlieten die al een tijd met Mozes door de woestijn op de vlucht waren uit Egypte, mopperden en bij Mozes hun beklag deden. Ze hadden honger en wilden zelfs wel weer terug naar Egypte. Mozes besprak dat met God, die beloofde hen brood, het manna uit de hemel te geven.
In het Evangelie verwijt Jezus vandaag zijn toehoorders dat ze naar hem toegekomen zijn vanwege de sensatie. Ze hadden meegemaakt dat Jezus met 5 broden en 2 vissen een grote groep mensen, zo’n 5000 man te eten had gegeven en dat er daarna nog 12 manden vol brood over was, zoiets wilden ze nog wel eens mee maken.
Jezus verwijt hen dat ze er niets van begrijpen. Hij zegt: “Wat jullie gezien hebben is een teken, en dat teken verwijst naar iets diepers en daar moeten jullie naar kijken, want daar gaat het om.
Het gaat er niet om dat er ineens veel brood is, maar om het feit ,dat als je met elkaar deelt er altijd genoeg is. En eigenlijke gaat het niet over fysieke honger, maar om honger naar een meer geestelijk leven, naar een leven vanuit Jezus’ Blijde Boodschap.
Met deze Boodschap, zijn levenslessen, wil Jezus onze bron en kracht zijn, opdat wij gaan leven als Hij. Jezus wil dat wij ons brood, breken en delen, dat wil zeggen, dat wij onze tijd, onze aandacht, onze zorg, ons hele leven met onze medemens en met God delen.
Jezus vroeg de mensen toen, en ons vandaag: “Waar werken jullie voor?” Voor brood dat de maag vult of voor Brood dat de ziel voedt?
Wat vinden wij belangrijk? Dat we eten is belangrijk, maar gaan wij nog op zoek in de Bijbel naar wat Jezus levenslessen ons te zeggen hebben? Verdiepen we ons nog in wat het “Rooms Katholiek zijn” betekent, en waarderen we de Sacramenten, waarmee ons geloof zo rijk is. De Sacramenten, die door Jezus Zelf zijn ingesteld.
Velen hebben het er in deze tijd moeilijk mee om in God te geloven.
Men vergeet dat Jezus onze gids in ons gelovig leven wil zijn, en men neemt helaas niet de tijd om zich erin te verdiepen. En toch is dat nodig.
Jezus kan alleen onze gids zijn, als we Hem in ons hart toelaten, als we luisteren naar zijn Boodschap, zijn idealen. Het Brood uit de hemel wordt ons niet automatisch in de schoot geworpen; dat moeten we gaan zoeken, elke dag opnieuw, zoals de eerste lezing vertelde, dat het joodse volk elke morgen op zoek moest naar het manna, een soort eetbare rijp in de woestijn.
In onze maatschappij is er helaas veel honger, naar materialisme, afleiding, naar meer, meer, meer.
De honger naar geestelijk voedsel, zingeving, verdieping, naar God is er steeds minder.
Er is zoveel oppervlakkig plezier, en afleiding waarmee velen de dag doorkomen.
Wanneer we straks te Communie gaan, mogen we ons bewust zijn dat we ontvangen “het definitieve manna, Brood uit de hemel, Lichaam van Jezus Christus”, die gezegd heeft: “Ik ben het brood des levens: wie tot Mij komt zal geen honger meer hebben en wie in Mij gelooft zal nooit meer dorst krijgen:” We mogen Hem dan vragen dat Hij ons innerlijk voedt en ons sterk maakt om werk te maken van ons geloof, werk te maken van de naastenliefde, die Jezus ons heeft voorgeleefd. Amen.