Missionaire Kerk? Eerst identiteit, daarna geloofsgroei – door Paul Graas (uit het Katholiek Nieuwsblad)

Missionaire Kerk? Eerst identiteit, daarna geloofsgroei – door Paul Graas (uit het Katholiek Nieuwsblad)

Paul Graas

Het is ons allemaal denk ik wel opgevallen dat de laatste tijd meer mensen in Nederland geïnteresseerd zijn geraakt in het katholieke geloof. Dit geldt in het bijzonder voor jongeren. Het gebeurt steeds vaker dat je nieuwe gezichten ziet tijdens de zondagsmis of dat iemand uit het niets contact opneemt met de parochie en aangeeft meer te willen weten over het geloof.

Er ligt een prachtige missionaire uitdaging voor ons, katholieken, om al deze mensen te helpen om de liefde van God in de Kerk te ontdekken en Zijn liefdevolle omhelzing te aanvaarden.

Aandacht voor identiteit

Zoals ik in mijn column van november vertelde, ben ik betrokken bij Credo Katholiek, een initiatief om online op zoek te gaan naar jongeren die belangstelling hebben voor de katholieke Kerk en ze op een toegankelijke manier het geloof te laten ontdekken en ze in contact te brengen met een lokale kerk in hun omgeving.

Godzijdank hebben we al in korte tijd een aantal jongeren mogen helpen in hun zoektocht naar de Kerk. Geleidelijk hopen we dat dit er steeds meer mogen zijn.

Er is een overtuiging die steeds dieper in mij is gegroeid, zeker naar aanleiding van Credo: om mensen te begeleiden naar de Kerk, moet je eerst aandacht schenken aan identiteit voordat je je richt op geloofsgroei. En volgens mij geldt dit in het bijzonder voor jongeren.

Vruchtbare grond

De zoektocht naar God is namelijk een heel kwetsbaar proces. Dat doe je niet zomaar. Voor de meeste van ons geldt dat je je eerst veilig en vertrouwd wil voelen voordat je zomaar je hart opent en je verstand gaat inzetten om een mysterie zo groot als het katholiek geloof eigen probeert te maken.

Zoekenden hebben ruimte nodig. En veel persoonlijke aandacht. Om missionaire Kerk te zijn, is het heel belangrijk om echt tijd te nemen voor elke persoon: naar zijn verhaal luisteren; zijn vragen en worstelingen serieus nemen en veiligheid, erkenning en geborgenheid schenken.

Vanuit het persoonlijk vertrouwen kan een persoon zich openstellen voor de gemeenschap van de Kerk. Als je je thuis en geliefd voelt, dan kun je echt groeien in het geloof, want je kwetsbaarheid is geworteld in veilige en vruchtbare grond.

Proces niet forceren

Ik merk dit bij de jongeren die contact met ons opnemen via Credo. De meeste nemen voorzichtig contact op via WhatsApp. In het gesprek dat volgt delen ze nog weinig over zichzelf. Ze stellen een vraag. Je geeft er antwoord op. Soms duurt het even voordat ze opnieuw reageren. Bellen of fysiek contact is spannend, dus je houdt het nog even bij berichtjes.

Langzamerhand ontstaat er meer vertrouwen. Ze voelen zich op hun gemak. Dan kun je misschien een keer bellen. En zo gaat het verder. Dit proces kun je niet forceren en je kunt het ook niet efficiënter maken. Wat je wel kunt doen, is ze duidelijk maken dat je beschikbaar voor ze bent en dat ze de ruimte kunnen nemen die ze nodig achten.

Niet thuis voelen

Volgens mij is het niet zo dat jongeren in eerste instantie de zoektocht naar de Kerk opgeven omdat ze worstelen met theologische problemen. Ik denk eerder dat ze afhaken omdat ze weinig vertrouwen, erkenning en aandacht voelen. Ze voelen zich er niet thuis.

Daarmee wil ik niet zeggen dat geloofsonderricht niet belangrijk is. Sterker nog, ik denk dat het essentieel is. Mijn indruk is dat menig katholiek in Nederland amper kennis heeft van de leer van de Kerk. Wat ik wel denk, is dat verdieping pas echt vruchtbaar is als het hart ontvankelijk en goed geworteld is. Eerst identiteit, vervolgens geloofsgroei.

Zie het Katholiek Nieuwsblad