Het wonderlijke geheim van de zielen in het Vagevuur (deel 1)

Het wonderlijke geheim van de zielen in het Vagevuur (deel 1)

Zr. Emmanuel Maillard, Interview met Maria Simma

INLEIDING

Maria Simma

Maria Simma is een mystica uit Oostenrijk. Zoals meer voorkomt in de geschiedenis van de Kerk, was zij begiftigd met een bijzondere gave van God, want gedurende 50 jaar werd zij bezocht door de zielen in het Vagevuur.

Wat hebben deze zielen ons te zeggen? Ze geven waarschuwingen, vragen om gebed en spreken over het ontzaglijke lijden dat zij moeten doorstaan in het Vagevuur, waarbij zij tegelijkertijd vertroosting ondervinden vanwege de blijde afwachting en de stellige zekerheid, dat ze vroeg of laat in de armen van God zullen vallen. Vooral maken zij ons erop attent, welk een grote macht wij hier op aarde hebben om het lijden van de zielen in het Vagevuur te verlichten, en hoeveel hulp zij ons hier als tegenprestatie voor kunnen bieden, zowel tijdens ons aardse leven, als in het hiernamaals, en welk een weldaad wij hierdoor van hun kant kunnen ontvangen. Het getuigenis dat Zr. Emmanuel in dit boekje heeft neergeschreven, zet velen aan het denken, niet het minst, omdat de zuster het op deze wijze, letterlijk, uit de mond van Maria Simma zelf heeft vernomen. De zielen in het Vagevuur kunnen ons helpen om ons gedrag en onze gewoonten te veranderen en om op een andere wijze te gaan leven, volgens de verlangens van God.

God gebruikt vele kanalen om tot ons, zijn kinderen, te spreken en om ons te helpen in onze geestelijke noden. De gaven die God schenkt aan zulke bevoorrechte zielen, zijn als lichtbakens die de wegen van de mens verlichten. Laten we er profijt uit trekken.

Pater Matteo La Grua, OFM

VÓÓR ALLES VOORZIET DIT BOEKJE IN EEN LEEMTE

Op een dag heb ik met veel interesse een boekje gelezen over de zielen in het Vagevuur. De tekst ervan heeft veel indruk op mij gemaakt, omdat het om hele recente getuigenissen ging. Verder werd er op heldere wijze de leer van de Kerk over het Vagevuur uiteengezet. Het was een boekje van de hand van Maria Simma (1915 – 2005), met als titel: “De zielen in het Vagevuur hebben mij het volgende gezegd”.

Vervolgens heb ik de uitgever geschreven, en die vertelde mij dat Maria Simma nog leefde. (Nu is zij echter naar de Vader teruggekeerd). Ik heb onmiddellijk contact met haar gezocht en gevraagd of ik een interview bij haar mocht afnemen. Zij stemde daarmee in, waarop zij vervolgens welwillend al mijn vragen probeerde te beantwoorden. Ik was er heel opgetogen over, want elke keer dat ik conferenties gaf over de zielen in het Vagevuur, bemerkte ik hoe groot de belangstelling hiervoor was bij de toehoorders, en hoezeer zij er bij mij op aandrongen er nog meer over te vertellen. Mensen willen graag weten wat hen na de dood te wachten staat. Hierover wordt helaas zelden goed onderricht gegeven bij de catechese in de parochies en ook tijdens de Zondagsmis wordt er niet over dit onderwerp gesproken. Hierdoor staat men er onwetend tegenover en dat roept bepaalde angsten op ten aanzien van het leven na de dood en de waarheden over de laatste dingen.

Dit boekje zal ons helpen onze angsten te verminderen, die geheel misplaatst zijn met betrekking tot het Vagevuur. De volgende bladzijden zullen ons doen inzien en ons laten begrijpen, dat hetgeen God na onze dood met ons voorheeft echt heel mooi is en iets om enthousiast over te zijn. Wij zullen inzien, dat we hier op aarde een krachtig instrument tot onze beschikking hebben, waarmee we het geluk voor de zielen in het Vagevuur kunnen bekomen, en dit geluk daardoor ook zelf zullen smaken tijdens ons aardse leven.

Wie is Maria Simma?

Een eenvoudige boerin uit Sonntag, dat een pittoresk dorp is in de bergen van Voralberg in Oostenrijk. Vanwege de grote armoede in het gezin, moesten haar broers al op heel jonge leeftijd gaan werken om in hun levensonderhoud te voorzien. De meisjes boden hun diensten aan als diensters bij rijke families. Maria Simma was heel vroom en wilde religieuze worden. Sinds haar prilste kindertijd bad zij veel voor de zielen in het Vagevuur.

Op haar 25ste werd ze begiftigd met een bijzonder charisma, dat vrij zeldzaam is binnen de Katholieke Kerk: het charisma waarbij iemand wordt bezocht en wordt aangesproken door de zielen uit het Vagevuur. Zij was een vurig katholiek, bezat een diepe nederigheid en legde een grote eenvoud aan de dag. De pastoor van haar parochie bemoedigde haar in deze taak en ook de bisschop ondersteunde haar hierin.

Zij leefde alleen en zeer arm in het huis van haar ouders. En daar heb ik haar ontmoet, eerst in 1989 en vervolgens in 1991. Zo was er bijvoorbeeld nauwelijks plaats om je op je stoel om te draaien als je bij haar aan tafel zat, in de kleine ruimte waar ze mij ontving.

Haar bijzondere charisma heeft zijn wortels in de geschiedenis van de Kerk. Talrijk zijn de heiligen die dit charisma hebben ontvangen, zowel degenen die zijn heilig verklaard, als degenen die dat niet of nog niet zijn. Om er een paar te noemen: de heilige Gertrude, de heilige Catherina van Genua, die er veel over heeft geschreven, de heilige Marie-Anne van Jezus, de heilige Marguerite- Marie Alacoque uit Paray-le-Monial, die een visioen van het Heilig Hart van Jezus heeft ontvangen, de heilige pastoor van Ars, de heilige Johannes Bosco, de zalige Maryam van Bethlehem, de heilige Faustina Kowalska… enz.

Als we ons wat meer verdiepen in het onderricht van deze heiligen, dan bemerken we dat ze er allemaal hetzelfde over zeggen. Ook Maria Simma, op haar beurt, beleeft het op dezelfde wijze als haar voorgangers. Daarom heb ik niet geaarzeld om haar erover te ondervragen, en zij was daar volkomen toe bereid.

Om te voorkomen dat haar getuigenis wat te langdradig zou worden, heb ik de antwoorden van Maria Simma soms samengevat, en een enkele keer heb ik een totaalbeeld gegeven van hetgeen zij zelf op meer beknopte wijze heeft gezegd. Af en toe geef ik ook persoonlijk een aanvullend commentaar.

WAT ZEGT DE BIJBEL ONS HIEROVER?

“Allen prezen de Heer, de rechtvaardige rechter, die het verborgene aan het licht brengt. Maar ze baden en smeekten ook, dat de zonde, door de gevallenen bedreven, geheel mocht worden vergeven. De edele Judas vermaande het volk zich van zonde vrij te houden; met eigen ogen hadden ze bij de gevallenen de gevolgen van de zonde kunnen aanschouwen. Daarna hield hij onder zijn soldaten een inzameling die tweeduizend drachmen zilver opbracht. Hij zond dat geld naar Jeruzalem voor een zondeoffer. Dat was een mooie en edele daad, ingegeven door de gedachte aan de verrijzenis. Want, als hij niet gehoopt had, dan was het nutteloos en dwaas geweest voor de overledenen te bidden. Bovendien overwoog hij, dat voor degenen die godsvruchtig ontslapen een heerlijke beloning is weggelegd; inderdaad een heilige en vrome gedachte! Daarom liet hij voor de overledenen een zoenoffer opdragen, opdat ze van hun zonden zouden worden vrijgesproken.” (2 Makk. 12, 41- 46).

WAT ZEGT DE KERK ONS HIEROVER?

“Ons gebed voor hen kan hen niet alleen helpen, maar kan ook hun voorspraak voor ons doeltreffend maken.” (Katechismus Katholieke Kerk § 958).

DE LITURGIE VAN DE MIS BEVAT HET VOLGENDE GEBED:

“Denk ook aan hen die in vrede met Christus, uw Zoon, zijn gestorven en aan alle doden waarvan de gelovige gezindheid door U alleen was gekend. Barmhartige Vader, Verleen aan ons, uw kinderen, dat wij de heerlijkheid zien die Gij ons beloofd hebt. Tezamen met de maagd Maria, de Moeder van God, die Gij hebt verheerlijkt, met uw apostelen en heiligen. In uw koninkrijk, waar wij met de gehele schepping, die Gij uit zonde en dood hebt opgericht, uw lof zingen door Christus onze Heer. In wie Gij aan de wereld alle goed geeft, gisteren, nu en altijd.”

HET INTERVIEW MET MARIA SIMMA

1 – ONZE EERSTE ONTMOETING

Zr. Emmanuel: – Maria, kun jij ons vertellen op welke wijze jij de eerste keer werd bezocht door een van de zielen uit het Vagevuur?

Maria Simma: – Dat was in 1940, midden in de nacht, rond drie of vier uur ’s morgens. Ik hoorde iemand heen en weer lopen in mijn kamer. Ik werd daar wakker van en keek om mij heen wie er in mijn kamer kon zijn.

Zr. Emmanuel: – Was u bang?

Maria Simma: – Ik zag dat het iemand was die ik niet kende. Op langzame wijze liep hij mijn kamer op en neer. Op strenge toon zei ik tegen hem: “Hoe bent u hier binnengekomen? Bent u misschien iets kwijt?” Maar langzaam bleef hij mijn kamer op en neer lopen, alsof hij niets had gehoord. Ik vroeg hem opnieuw: “Wat bent u aan het doen?” Maar omdat hij nog steeds geen antwoord gaf, richtte ik mij opeens op en probeerde hem vast te grijpen. Maar… ik had niets dan lucht te pakken…. Toen ben ik weer gaan slapen, en opnieuw hoorde ik hem in mijn kamer op en neer lopen. Ik vroeg mij af hoe ik deze man kon zien en hem toch niet kon vastpakken. Opnieuw richtte ik mij op, en opnieuw probeerde ik hem vast te pakken en stil te laten staan. Weer had ik alleen lucht te pakken. Ik stond perplex. Vervolgens probeerde ik weer wat te slapen. De man is niet teruggekomen, maar ik kon niet meer in slaap komen. De volgende morgen, na de Mis, heb ik mijn geestelijk leidsman opgezocht en ik heb hem alles verteld. Hij zei tegen mij: “Als het weer opnieuw gebeurt, vraag dan niet ‘wie bent u? ‘, maar ‘wat wilt u van mij?’. De volgende nacht kwam de man terug. Het was dezelfde man als de nacht ervoor en ik vroeg hem: “Wat wilt u van mij?”. Hij antwoordde: “Draag drie Missen voor mij op en ik zal bevrijd zijn.” Toen begreep ik, dat het een ziel uit het Vagevuur was. Mijn geestelijk leidsman bevestigde dit. Deze gaf me ook de raad om de zielen uit het Vagevuur nooit af te wijzen, maar om daarentegen hun verzoeken op ruimhartige wijze in te willigen.

Zr. Em.: – Bent u daarna nog eens bezocht door een van deze zielen?

M.S.: – Ja, vervolgens zijn binnen enkele ja ren drie a vier zielen mij komen bezoeken, vooral in de maand november. Daarna is het nog vaker gebeurd.

Zr. Em.: – Wat vroegen deze zielen u?

M.S.: – In de meeste gevallen vroegen ze om Missen voor hen op te dragen en om Missen bij te wonen. Ook vroegen zij om voor hen de Rozenkrans te bidden en de Kruisweg.

2 – EEN LIEFDESWOND

De vraag die zich laat stellen is de volgende: Wat is nu precies het Vagevuur?

Het Vagevuur is een geniale vondst van God.

Om het met een beeld te zeggen: Op een dag gaat er een deur open, waarbij een wondermooie Verschijning u tegemoet komt. Het is een mens met een schoonheid, zoals u die op aarde nog niet heeft gezien. U raakt volkomen gefascineerd door de pracht van dit menselijk wezen; u bent geheel ondersteboven van het glanzend licht, dat deze mens uitstraalt, des te meer, daar deze mensenpersoon u laat merken, dat Hij volkomen van u houdt met de meest diepe liefde. U heeft zich niet kunnen inbeelden, dat u ooit zo bemind zou worden. Ook merkt u, dat Hij een intens verlangen heeft om u geheel toe te behoren, om u te omhelzen. Het liefdesvuur waardoor u hart op dat ogenblik wordt verteerd, zet u ertoe aan u meteen in Zijn armen te werpen. Maar juist op dat moment realiseert u zich, dat het al weer een paar maanden geleden is, dat u zich heeft gewassen, dat u niet aangenaam ruikt, dat uw neus loopt en dat u haren vet zijn en op uw hoofd plakken, dat u hardnekkige vlekken op uw kleding heeft enz. En vervolgens begrijpt u, dat u zich in deze toestand niet aan Hem kunt presenteren. U zult zich eerst moeten gaan wassen, kortom, u zult eerst een goede douche moeten nemen, om vervolgens snel terug te komen, om Hem weer te kunnen zien.

De liefde echter, die in uw hart is ontstaan is zo intens, dat de vertraging die u oploopt om Hem opnieuw te kunnen zien onverdraaglijk is, vanwege de noodzakelijke douche die u moet nemen. De pijn die u ervaart vanwege Zijn afwezigheid, ook al is dit misschien maar voor enkele minuten, veroorzaakt een diepe wond in u, omdat de intense pijn die u voelt in uw hart even groot is als de intensiteit van liefde die deze persoon bij u heeft opgewekt. Een liefdeswond doorboort uw hart.

Dat is het Vagevuur. Het is een vertraging die ons wordt opgelegd, omdat we nog niet zuiver genoeg zijn. Een vertraging om God te kunnen ontmoeten en om door Hem te worden omhelsd. Een hartsverwonding die ons intens en op ondraaglijke wijze doet lijden, een liefdesnostalgie die afkomstig is van de Heilige Geest. En juist deze intens pijnlijke weemoed reinigt ons aanpast van ons af, wat nog onzuiver aan ons is. Het Vagevuur is een plaats van verlangen, van een intens liefdesverlangen naar God. Naar deze God, die wij kennen, juist omdat wij Hem in eerste instantie al hebben mogen zien, maar waarmee wij nog niet zijn verenigd.

De zielen uit het Vagevuur spreken vaak met Maria over het grote verlangen dat ze hebben naar God, en in welke mate dit verlangen hen doet lijden. Het gaat hier waarlijk om een pijn gelijk een agonie. Het Vagevuur is één groot gemis van God.

Zr. Em.: – Maria, kennen de zielen in het Vagevuur vreugde en hebben ze hoop, ondanks hun groot lijden?

M.S.: – Ja, geen enkele ziel in het Vagevuur zou naar de aarde willen terugkeren, want zij bezit een kennis die ons volledig overstijgt en ze zou niet in staat zijn om de duisternis van de aarde opnieuw te moeten ervaren.

Hierin zit hem het grote verschil met het lijden dat wij op aarde kennen. In het Vagevuur zijn de zielen er zeker van dat ze ooit voor altijd met God zullen leven, ook al moeten ze nu een afschuwelijk lijden doorstaan. Deze absolute zekerheid maakt dat hun vreugde groter is, dan de intense pijn die ze ervaren. Niets zou hen er toe kunnen overhalen om weer op aarde te gaan leven, waar men nooit ergens zeker van is.

De grote Kerkleraar Franciscus van Sales heeft hierover op bemoedigende wijze gesproken: “Het is waar, zo schrijft hij, dat het lijden in het Vagevuur zo groot is, dat je het niet kunt vergelijken met het grootste, meest afschuwelijke lijden hier op aarde. Maar de vreugde van de zielen die in het Vagevuur zijn is ook zo groot en intens, dat je haar niet kunt vergelijken met het grootste geluk dat wij op aarde kunnen beleven. Want, zelfs op een plaats als het Vagevuur zijn de zielen voortdurend met God in contact, en leven zij altijd volkomen volgens Zijn wil… Al is het Vagevuur vanwege het lijden een ware hel, ook is het het paradijs, vanwege de vreugde en de liefde die wordt uitgestort in de harten van de arme gevangenen van het Vagevuur. Een liefde die sterker is dan de dood en die machtiger is dan de hel.”

Zoals de martelaren het uitjubelen tijdens hun verschrikkelijke martelingen, zo ook verheugen de zielen in het Vagevuur zich te midden van het afschuwelijke lijden, dat ze moeten doorstaan vanwege hun zuivering, en wel uit liefde tot God en dankzij hun vooruitzicht op de Hemel.

Zr. Em.: – Kunt u ons zeggen of het God is die een ziel naar het Vagevuur stuurt, of dat een ziel daar zelf voor kiest?

M.S.: – Het is de ziel zelf die er voor kiest om naar het Vagevuur te gaan, omdat zij eerst gezuiverd wil worden, voordat zij naar de Hemel gaat.

In het Vagevuur is de ziel volledig verenigd met de Wil van God. Zo verheugt zij zich bijvoorbeeld over al het goede en verlangt ze ons geluk. Zij houdt intens van God en zij houdt ook intens van de mensen op aarde. Zij is volledig verenigd met het licht van God, door de heilige Geest.

Zr. Em.: – Kunnen wij, op het moment dat wij sterven, God volledig, in het volle licht aanschouwen, of worden wij Hem louter op een vage manier gewaar?

M.S.: – Op een nog wat vage manier, maar wel al met zulk een helderheid, dat men voor altijd naar Hem blijft verlangen.

Het is werkelijk een verblindende helderheid in vergelijking met de duisternis die wij op aarde kennen. Maar deze helderheid is nog niets vergeleken met het licht, dat de ziel zal kennen wanneer zij in de Hemel is aangekomen. Men kan dit vergelijken met mensen die een ‘bijna-dood- ervaring’ hebben gehad. De ziel wordt daar zo door dit licht gefascineerd, dat de terugkeer in het lichaam hier op aarde voor haar een afschuwelijke agonie is.

Wordt vervolgd …