Het wonderlijke geheim van de zielen in het Vagevuur (deel 7)

Het wonderlijke geheim van de zielen in het Vagevuur (deel 7)

Zr. Emmanuel Maillard, Interview met Maria Simma

INLEIDING

Maria Simma

Maria Simma is een mystica uit Oostenrijk. Zoals meer voorkomt in de geschiedenis van de Kerk, was zij begiftigd met een bijzondere gave van God, want gedurende 50 jaar werd zij bezocht door de zielen in het Vagevuur.

8 – DE BEWONERS VAN HET VAGEVUUR

Zr. Em.: – Maria, bestaan er verschillende niveaus in het Vagevuur?
M.S.: – Ja, er bestaan verschillende niveaus van lijden, en tussen deze niveaus kunnen grote verschillen zitten. Iedere ziel kent een eigen mate van lijden.

Zr. Em.: – Weten de zielen in het Vagevuur wat er met de wereld gaat gebeuren?
M.S.: – Ze weten niet alles, maar ze weten wel veel.

Zr. Em.: – Zeggen de zielen in het Vagevuur u wel eens wat er gaat gebeuren?
M.S: – Ze laten alleen weten dat er iets staat te gebeuren, maar ze zeggen niet wat. Ze spreken met mij alleen over dingen die de bekering van de mensen op aarde kunnen bevorderen.

Zr. Em.: – Is het lijden in het Vagevuur groter dan welk lijden op aarde ook?
M.S: – Ja, maar op symbolische wijze. Het gaat in het Vagevuur namelijk om een lijden dat meer pijn doet in de ziel.

Zr. Em.: – Bezoekt Jezus zelf wel eens het Vagevuur?
M.S.: – Geen enkele ziel uit het Vagevuur heeft dit ooit tegen mij gezegd. Ik heb een keer aan een ziel uit het Vagevuur gevraagd, of zij de ziel in het Vagevuur waarover ik inlichtingen wil inwinnen, zelf gaat bezoeken. Maar zij antwoordde van niet. “Nee, het is de Moeder van Barmhartigheid die ons laat weten hoe het met die ziel is gesteld.” Ook de heiligen in de Hemel komen nooit naar het Vagevuur, maar de engelen daarentegen, zijn er wel aanwezig. Zo is er de engel Michael, en elke ziel heeft zijn bewaarengel aan zijn zijde.

Zr. Em.: – Is onze bewaarengel in het Vagevuur bij ons aanwezig? Wat mooi. En wat doen de engelen voor ons in het Vagevuur?
M.S.: – Ze verlichten ons lijden en troosten ons. De zielen in het Vagevuur kunnen de engelen zien.

Zr. Em.: – Tegenwoordig geloven veel mensen in reïncarnatie. Wat zeggen de zielen in het Vagevuur u over dit onderwerp?
M.S: – De zielen in het Vagevuur zeggen, dat God ons één leven geeft.

Zr. Em.: – Er zijn mensen die beweren dat één leven niet voldoende is om God te leren kennen en om zich echt volledig te kunnen bekeren, waarbij dan de redenatie is, dat een mens daarvoor meerdere levens nodig heeft. Welk antwoord geeft u deze mensen ?
M.S.: – Alle mensen geloven. Ook al belijdt iemand niet uitdrukkelijk één bepaald geloof, meer verborgen en ongezegd weet iedereen ergens dat God bestaat. Het bestaat niet, dat iemand helemaal niet en niets gelooft. Verder heeft ieder mens een geweten, waarmee hij goed van kwaad kan onderscheiden. Een geweten dat door God is gegeven met daarbij de innerlijke kennis, misschien bij de een wat meer dan bij de ander, om het goede en het kwade uit elkaar te houden. Met dit geweten is ieder mens in staat om gezegend en gelukzalig te worden.

Zr. Em.: – Wat gebeurt er met de mensen die zelfmoord hebben gepleegd? Bent u al eens door zo iemand bezocht?
M.S: – Tot nu toe ben ik nog niemand tegengekomen die om die reden naar de hel is gegaan. Dat wil natuurlijk niet zeggen, dat dit misschien niet het geval is. Vaak echter, vertellen de zielen mij, dat de mensen die deze persoon nabij waren, het meest schuldig zijn, omdat ze die persoon hebben verwaarloosd of kwaad over hem hebben gesproken.

Zr. Em: – Hebben deze zielen spijt dat ze zelfmoord hebben gepleegd?
M.S: – Ja. Maar zelfmoord wordt soms veroorzaakt door een ziekte. Toch, heeft de ziel daar dan veel spijt over, vooral omdat hij nu in het licht van God kan zien hoeveel genaden er tijdens zijn leven voor hem waren weggelegd voor de tijd dat hij eigenlijk nog op aarde zou hebben moeten leven. De zielen die zelfmoord hebben gepleegd, krijgen de tijd die ze anders nog op aarde geleefd zouden hebben te zien. Ook krijgen zij te zien, welke zielen ze geholpen zouden kunnen hebben als ze op aarde waren gebleven en hun nog resterend leven aan God hadden opgedragen. Wat hen het meeste pijn doet is, dat ze zien hoeveel goed ze nog op aarde hadden kunnen doen, en dat dat nu niet meer mogelijk is, omdat ze zelf hun leven op een eerder tijdstip hebben beëindigd. Als de oorzaak van een zelfmoord een onderliggende ziekte is, dan geeft de Heer zich daar rekenschap van.

Zr. Em.: – Heeft u wel eens zielen ontmoet die stilaan zichzelf hebben vernietigd? Bijvoorbeeld door een overdosis aan drugs?
M.S.: – Ja. Maar ook zij zijn niet in de hel terechtgekomen. Het hangt er ook een beetje van af in welke mate men zich heeft gedrogeerd. Maar ze lijden veel in het Vagevuur.

Zr. Em: – Als er bijvoorbeeld iemand is die zegt: “Ik moet te veel lijden in mijn lichaam en ik heb te veel pijn in mijn hart, het is echt te veel voor mij en ik wil liever sterven”. Wat kan ik dan tegen deze persoon zeggen en wat kan ik voor hem betekenen?
M.S.: – Ja, dit komt vaker voor. Ik zou het volgende zeggen tegen deze persoon: “Offer dit lijden op aan de Heer om zielen te redden. De Heer zal je de kracht, de moed en het geloof geven.” Tegenwoordig zegt niemand dit meer. Door dit te zeggen kan een ziel een grote gelukzaligheid bekomen, en een groot geluk omhelzen in de Hemel, waar veel soorten geluk aanwezig zijn. In de Hemel kent ieder een volledig geluk en elk verlangen is er voor elke persoon geheel vervuld. Ook weet iedereen in de Hemel, dat hij een mate van geluk heeft ontvangen dat hij ook werkelijk heeft verdiend. Niet meer en niet minder.

Zr. Em.: – Zijn mensen van andere religies en godsdiensten u wel eens komen bezoeken? Bijvoorbeeld mensen die Joods zijn?
M.S: – Ja, zij zijn gelukkig. Iemand die op goede wijze volgens zijn geloof leeft, die is gelukkig na de dood. Maar met het Katholieke geloof kunnen we de meeste genade :omen en verkrijgen voor de Hemel.

Zr. Em: – Bestaan er religies die slecht zijn voor de ziel?
M.S.: – Nee, maar er zijn op aarde zoveel religies… Het meest nabij aan het Katholieke geloof zijn het protestantse en het orthodoxe geloof. Er zijn veel protestanten die de rozenkrans bidden. Sekten daarentegen, zijn heel slecht. Je moet er alles aan doen om daaruit weg te blijven of om eruit te geraken.

Zr. Em.: – Zijn er priesters die zich in het vagevuur bevinden?
M.S. : – Ja, veel priesters bevinden zich in het Vagevuur… Ze hebben er vaak niet toe bijgedragen om respect te hebben voor de Eucharistie, en daar lijdt heel het Katholieke geloof onder. Ook bevinden ze zich vaak in het Vagevuur omdat ze hun gebedsleven hebben verwaarloosd, waardoor hun geloof is verminderd. Maar ook velen zijn direct naar de Hemel gegaan.

Zr. Em: – Wat zou u een priester voor een raad geven, die echt volgens Gods Wil wil leven?
M.S.: – Ik zou hem aan aanraden om veel tot de heilige Geest te bidden en om elke dag de rozenkrans te bidden.

Zr. Em: – Zijn er kinderen in het Vagevuur?
M.S.: – Ja, maar voor hen is het Vagevuur een stuk korter en veel minder pijnlijk, omdat hun onderscheidingsvermogen nog veel minder is ontwikkeld.

Zr. Em: – Hoe oud was het jongste kind uit het Vagevuur dat u heeft gezien?
M.S: – Vier jaar. Zij was in het Vagevuur, omdat zij met Kerst als cadeau een pop had gekregen van haar ouders. Haar jongere tweelingzus had ook een pop gekregen. Het meisje had per ongeluk haar eigen pop stukgemaakt. Toen niemand haar zag, heeft ze stiekem haar kapotte pop geruild met die van haar jongere tweelingzusje, die een pop had die nog volkomen in tact was. Ze heeft de twee poppen in het geniep omgeruild, terwijl ze heel goed wist in haar hartje, dat ze haar zusje hier veel verdriet mee zou doen. Ook wist ze heel goed, dat haar daad onrechtvaardig en leugenachtig was. Daarom moest dit meisje naar het Vagevuur. Kinderen hebben vaak een actiever werkend geweten dan volwassenen. Vooral moeten we kinderen helpen om niet te liegen, want ze zijn daar heel gevoelig voor.

Zr. Em.: – Hoe kunnen ouders kinderen het beste helper bij de vorming van hun geweten?
M.S: – Allereerst door het goede voorbeeld te geven. Dat is het allerbelangrijkst. Verder door het gebed. Ouders moeten hun kinderen zegenen en hen goed onderricht over de dingen van God.

Zr. Em: – Bent u bezocht door zielen die op aarde perverse daden hebben verricht? Bijvoorbeeld op gebied van de sexualiteit?
M.S.: – Ja, maar ze zijn niet verloren gaan, maar moeten veel lijden in het Vagevuur om zich te zuiveren. In perverse daad is de Duivel aanwezig. Vooral in de homosexualiteit.

Zr. Em: – Welke raad zou u geven aan mensen die betrokken zijn in een homosexuele relatie?
M.S.: – Ik zou hen zeggen dat ze veel moeten proberen te bidden om de kracht te ontvangen zich er vanaf te wenden. Vooral is het goed in dat geval om te bidden tot de Aartsengel Michael, omdat vooral deze Engel strijdt tegen de Duivel.

Zr. Em.: – Welke hartsgesteldheid brengt het grootste risico met zich mee dat we in de hel terecht komen en voor eeuwig verloren zullen zijn?
M.S: – Als men weigert om zich tot God te keren. Als men in volle bewustzijn ‘nee’ tegen God zegt.
Ik heb ook Vicka gevraagd om iets over dit onderwerp te zeggen. Vicka is een van de zieners in Medjugorje die de Hel heeft gezien en heeft bezocht. Ze zei, dat iemand alleen naar de Hel gaat, als hij bewust in alle vrijheid kiest om daar naar toe te gaan. Het is niet God die mensen in de Hel doet belanden. Integendeel, God smeekt de zielen om Zijn Barmhartigheid te ontvangen. De zonde tegen de heilige Geest, waar Jezus over spreekt en die niet is vergeven, is een gehele weigering van de Barmhartigheid van God en wel in het volle licht van het vestrand en met ons volle bewustzijn.
Johannes Paulus II licht dit duidelijk toe in zijn Encycliek over de Barmhartigheid (Dives in Misericordia, 1980).
Ook in dit geval kunnen we bidden voor de zielen die dreigen verloren te gaan, dat het niet zover zou komen.

Hier volgt nog een getuigenis van Maria Simma:

“Op een dag zat ik in de trein en in mijn coupé zat een man die niet ophield kwaad te spreken over de Kerk, over de priesters, en over God. Ik zei tegen hem: “U heeft het recht niet om zo te spreken. Dat is niet goed.”
Toen we op de plaats van bestemming waren gekomen, stapte ik uit de trein en terwijl ik de paar treden van het trapje van de uitgang omlaag liep, zei ik tegen God: “Heer, laat deze ziel niet verloren gaan.”
Een aantal jaar laten is de ziel van deze man bij mij op bezoek geweest. Hij vertelde me, dat hij ternauwernood aan de Hel was ontsnapt en dat hij was gered van de eeuwige verdoemenis door het eenvoudige gebed dat ik had gebeden toen ik de trein uitstapte waar hij in zat.”
Het is indrukwekkend dat zulk een eenvoudige hartsbeweging in het gebed iemand er voor kan behoeden, dat hij in de Hel terecht komt. We gaan naar de Hel vanwege onze hoogmoed en als we met heel onze wil ‘nee’ zeggen tegen een ontmoeting met God. Ons gebed kan er voor zorgen, dat degene die sterft op het laatste moment nog een daad van nederigheid stelt jegens God. Één hartsbeweging van nederigheid, hoe klein ook, kan een persoon ervoor behoeden dat hij in de Hel terechtkomt.

Zr. Em.: – Hoe kunnen we in die toestand terecht komen, waarin we echt volledig ‘nee’ zeggen tegen een ontmoeting met God, op het moment van onze dood, terwijl we Hem dan kunnen zien?
M.S.: – Iemand heeft mij bijvoorbeeld gezegd, dat hij niet naar de hemel wilde gaan omdat God ongerechtigheid toelaat en aanvaardt. Ik heb hem gezegd, dat de mens dat doet, maar God niet. Hierop zei hij: “Ik hoop dat ik God na mijn dood nooit zal ontmoeten, want dan zal ik hem doden met een bijl.”
Hij koesterde een intense haat jegens God. God heeft de mens geschapen met een vrije wil en Hij wil dat ieder mens in vrijheid zijn keuzes maakt.
God geeft ieder mens gedurende zijn leven en op het moment van de dood voldoende genaden om zich te kunnen bekeren, zelfs wanneer iemand een leven in duisternis heeft geleid. Als men met heel zijn hart om vergeving vraagt, dan wordt men gered.

Zr. Em.: – Jezus zegt, dat het moeilijk is voor een rijke om het Rijk der Hemelen binnen te gaan. Bent u in kontact geweest met zulke zielen?
M.S: – Als zij werken van barmhartigheid en naastenliefde doen, als zij liefhebben, dan gaan de rijken net als de armen naar de hemel.

Zr. Em.: – Krijgt u op dit moment ook nog bezoek van zielen uit het Vagevuur?
M.S.: – Ja, twee- of driemaal per week.

Zr. Em.: – Hoe denkt u over de praktijk van spiritisme? Bijvoorbeeld, de praktijk waarbij men overleden zielen oproept. En hoe denk u over mensen die waarzeggers bezoeken en die tafels laten ronddraaien enz?
M.S.: – Dat is niet goed. Dat is altijd het werk van de Boze. Het is de Duivel die tafels laat ronddraaien.

Zr. Em: – Wat is het verschil tussen het bezoek dat u krijgt van zielen uit het Vagevuur enerzijds en spiritisme anderzijds, waarbij men zelf overleden zielen oproept?
M.S.: – Men moet geen overleden zielen oproepen. Ik heb zelf niet gevraagd om de komst van de zielen die mij bezoeken. Bij de praktijk van spiritisme worden overleden zielen gedwongen om te komen, ze worden geroepen. Dat is een groot verschil, en we moeten dat heel serieus nemen. Als de mensen iets moeten geloven van wat ik zeg, dan is het dit: degenen die aan spiritisme doen (tafels laten ronddraaien,en nog meer van deze praktijken), die denken dat ze overleden zielen aanroepen. Wanneer echter aan hun oproep gehoor wordt gegeven, dan zijn het altijd en zonder uitzondering Satan en zijn engelen die antwoorden. Degenen die spiritisme beoefenen (zoals bijvoorbeeld waarzeggers en heksen…), doen iets dat heel gevaarlijk is voor henzelf, maar ook voor degenen die zich tot hen wenden, om langs spiritistische weg hulp te krijgen. Ze zitten tot over hun oren in de leugen. Formeel wordt het in de Bijbel verboden om overleden zielen op te roepen. Het wordt ten stelligste verboden. Ik zelf heb nooit de doden opgeroepen, en ik roep ze ook nu niet op en zal ze in de toekomst ook nooit oproepen. Alleen God kan toestaan, dat zielen ons bezoeken. Satan is in staat om alles wat van God komt na te bootsen, en dat doet hij ook. Zo kan hij ook de stem van een overleden persoon imiteren, hij kan hun uiterlijke gestalte nabootsen. Maar, hoe duidelijk een opgeroepen overleden persoon tijdens de beoefening van spiritisme ook zichtbaar wordt voor de aanwezigen, altijd is deze gevormde zichtbare gestalte van de overledene het werk van Satan. Vergeet niet dat Satan zelfs in staat is om genezingen te bewerken, maar deze genezingen houden geen stand.

Zr. Em: – Bent u zelf wel eens bedrogen met een valse verschijning die door Satan was bewerkt, waarbij hij zich voordeed als een ziel uit het Vagevuur om met u te spreken?
M.S: – Ja, op een keer kwam een ziel mij bezoeken en die zei: “Aanvaard niet de aanwezigheid van de ziel die zo dadelijk na mij komt, want zij zal te veel lijden van je vragen, je zult niet in staat zijn om het lijden te doorleven dat zij van je zal vragen.” Deze woorden brachten me in de war, want ik herinnerde me wat mijn pastoor tegen me had gezegd: namelijk, dat ik elke ziel met een groot hart en liefdevol moest aanvaarden.
Mijn gehoorzaamheid werd op dat moment op de proef gesteld. Ik stelde mezelf de vraag of de Demon hier in het spel zou kunnen zijn, en dat het hier misschien dus niet om een ziel uit het Vagevuur ging. Ik zei toen tegen deze ziel: “Als je de Duivel bent, ga dan onmiddellijk weg.” Vervolgens schreeuwde deze ziel op afschuwelijke wijze en verdween. De ziel die na hem kwam had werkelijk grote nood aan mijn hulp.

Zr. Em.: – Als de Duivel aan ons verschijnt, kunnen we hem dan verjagen door gewijd water te gebruiken?
M.S.: – Ja.

Zr. Em.: – Op dit moment geniet u veel bekendheid, vooral in Duitsland en Oostenrijk en verder ook in heel Europa. In het begin was uw gave onbekend en leefde u ermee op geheel verborgen wijze. Hoe is men ertoe gekomen, om van de ene op de andere dag uw bovennatuurlijke gave te onderkennen en voor waar aan te nemen?
M.S.; – Dat was op het moment dat enkele zielen me hebben gevraagd om hun nabestaanden in kennis te stellen, dat ze zich tijdens hun leven enkele goederen hadden toegeëigend van een ander, of een som geld op onrechtmatige wijze hadden bekomen, en dat ze graag zouden willen dat hun nabestaanden dit voor hen zouden gaan rechtzetten bij de gedupeerden. Zo hebben de mensen zelf kunnen zien, dat hetgeen ik hen zei over de bezoeken die ik krijg, echt waar is.
Meerdere keren hebben zielen Maria bezocht met de volgende vraag: “Zou je naar dat of dat dorp willen gaan, en aan mijn vader, broer, zus, of moeder willen vragen of ze die bepaalde som geld zouden willen teruggeven aan die of die persoon, of die zaak zouden willen terugbrengen naar de plaats waar ze eigenlijk hoort. Ik zal uit het Vagevuur bevrijd worden, als ik mijn misstap heb rechtgezet en de ontvreemde goederen heb teruggegeven. Maria ontving daarbij vaak exacte beschrijvingen van de ontvreemde goederen, en de nabestaanden waren vaak helemaal van de kaart, omdat ze niet wisten dat bepaalde goederen onrechtmatig waren verkregen. Dat was het moment, dat Maria Simma bekend begon te worden.

Zr. Em.: – Bestaat er een officiële erkenning van de kant van de Kerk voor dit bijzondere charisma ten aanzien van de zielen in het Vagevuur en ten aanzien van de mensen die geraakt worden door uw apostolaat, dat u uitoefent?
M.S.: – De bisschop heeft gezegd, dat ik er mee door mag gaan, als er geen theologische fouten zijn of worden gemaakt. Hij gaat er dus op die voorwaarden mee akkoord. De pastoor van mijn parochie, die ook mijn geestelijk leidsman is, onderschrijft dit.

Zr. Em.: – Maria, ik zou u een wat meer indiscrete vraag willen stellen… U heeft zoveel gedaan voor de zielen in het Vagevuur. Denkt u niet, als u bent overleden, dat dan een grote menigte zielen u naar de Hemel zal begeleiden? Ik kan me indenken, dat het voor u niet nodig zal zijn om een tijdje in het Vagevuur te verblijven?
M.S.: Ik denk niet dat ik direct naar de Hemel zal gaan, maar een tijdje in het Vagevuur zal moeten doorbrengen, omdat ik meer licht en kennis heb ontvangen, waardoor mijn fouten zwaarder zullen wegen. Desalniettemin hoop ik dat de zielen mij toch zullen helpen om in de Hemel te komen.

Zr. Em.: – Bent u blij met dit charisma, of is het een opgave voor u, omdat er zoveel zielen u iets komen vragen?
M.S.: – Ik wil niet klagen vanwege de moeite die het me kost, want ik weet hoeveel de zielen ermee geholpen zijn. Het maakt me gelukkig, dat ik zoveel zielen mag en kan helpen.

Zr. Em: – Dank u wel voor dit mooie getuigenis dat u heeft gegeven. Maar voordat we uit elkaar gaan, zou u in het kort iets over uw leven kunnen vertellen?
M.S.: – Toen ik nog heel klein was wilde ik al naar het klooster. Maar mijn moeder zei toen tegen mij, dat ik daarmee moest wachten totdat ik 20 jaar zou zijn. Ik had geen roeping om te trouwen. Mijn moeder sprak veel over de zielen in het Vagevuur. Toen ik mijn schooltijd doorliep, werd ik al veel door deze zielen geholpen. Ik besloot toen om alles voor hen te doen wat in mijn macht lag.
Toen mijn schooltijd erop zat, dacht ik erover om naar het klooster te gaan. Ik ben ingetreden bij de zusters van het Hart van Jezus, maar ze gaven mij te kennen, dat ik een te zwakke gezondheid had voor hun kloosterleven. Als kind had ik eens een flinke longontsteking opgelopen en een zware bronchitis gehad. Mijn overste onderkende dat ik roeping had voor het religieuze leven, maar ze gaf me de raad om in te treden bij een klooster waar het ritme wat minder zwaar was en om er nog een paar jaar mee te wachten. Ik wilde absoluut naar een slotklooster en daar niet te lang mee wachten. Na nog twee kloosters te hebben geprobeerd, luidde de conclusie hetzelfde: mijn gezondheid was te zwak. Toen zei ik tegen mezelf, dat het niet Gods Wil voor mij was om naar het klooster te gaan. Ik heb hier moreel veel onder geleden, en was ervan overtuigd dat de Heer me gewoonweg niet wilde laten zien wat Zijn Wil voor mij was, totdat Hij me de taak toevertrouwde ten aanzien van de zielen in het Vagevuur. Ik was toen 25. De Heer heeft me 8 jaar laten wachten. Thuis waren we met acht kinderen. Tot mijn 15e heb ik op onze boerderij gewerkt, daarna ben ik naar Duitsland gegaan en werd ik het hulpje van een boerenfamilie. Daarna heb ik weer op onze boerderij gewerkt.
Vanaf mijn 25ste, toen de zielen uit het Vagevuur mij begonnen te bezoeken en ik veel voor hen heb geleden, is mijn gezondheid met grote sprongen vooruit gegaan.

Hier eindigt het interview met Maria Simma.

Het is voor mij een grote vreugde, dat ik Maria Simma heb leren kennen: haar leven was volkomen gegeven. Elke seconde, elk uur van haar leven had eeuwigheidswaarde, niet alleen voor haarzelf, maar voor zoveel zielen, door haar gekend of niet door haar gekend, die zij heeft geholpen – met een immense liefde – om bevrijd te worden uit het Vagevuur en om binnen te gaan in het eeuwige geluk van de Hemel.

Wordt vervolgd …