Gedachtes, gebeden en verhalen in het jaar van Sint-Jozef (20) 16-09-2021

Gedachtes, gebeden en verhalen in het jaar van Sint-Jozef (20) 16-09-2021

TWINTIGSTE DAG

De ‘Drieëenheid’ op aarde

De mens beschikt over onvoldoende woorden om recht te doen aan de hoge eer waartoe de heilige Jozef werd verheven toen hij Maria als zijn Echtgenote ontving, die in de wereld verscheen als een nieuwe dageraad en die, groeiend van deugd tot deugd, er een rijke bruidsschat van maakte die zij Jozef, haar Echtgenoot, bracht…

De verheven Maagd verlangde geen andere voorwaarden bij haar huwelijksbeloften, dan dat haar Echtgenoot in alles en voor alles gelijk aan haar was, zowel in zuiverheid van zeden als in zuiverheid van ziel. En indien deze beloften door de handen van de Heilige Geest zijn gegaan, wie zou dan kunnen geloven dat de Heilige Maagd in dit opzicht niet is verhoord en Jozef niet is verrijkt met gaven, eigenschappen en deugden die in alles gelijk waren aan die van Maria?

“God, zegt de H. Bernardinus van Siena, heeft de ziel van een zo grote Maagd slechts met een ziel kunnen verbinden waarin de deugd zich op dezelfde manier uitte als in Haarzelf.

Het mooiste voorrecht van Jozef als Echtgenoot van Maria is dat hij in die hoedanigheid beschouwd en geëerd wordt als Hoofd van de Heilige Familie, waarvan een schrijver niet schroomde deze Familie een aardse drieëenheid te noemen. “Ik wou, zo zeg ik u met de vrome Gerson, dat ik welsprekend genoeg was om u hier die bewonderenswaardige drieëenheid van Jezus, Jozef en Maria af te schilderen…”

Jezus, Maria, Jozef! Ze waren met zijn drieën, en toch lijkt het alsof ze slechts één waren: in zo’n wonderlijke eenheid, een eenheid die van drie slechts één maakte, en die hen toch drie liet zijn…

Vereer dus vaak deze drieëenheid die voor ons op de aarde zichtbaar is geweest: Jezus, Maria en Jozef! Schrijf met gouden letters deze drie hemelse namen in uw hart, spreek ze vaak uit, schrijf ze overal: Jezus, Maria, Jozef!… Herhaal deze gewijde namen verschillende keren per dag, en mogen ze nog op uw lippen zijn bij uw laatste ademtocht (H. Leonardus van Porto-Maurizio ).

Jezus, Maria, Jozef!… Heilig drietal, wees gegroet, wees gegroet, te zamen… Stervend stijgen uit ’t gemoed nog die zoete namen!

Overwegingen

Jezus mag terecht de vrucht van het maagdelijk huwelijk van Maria en Jozef genoemd worden : Hij is gegeven, niet afzonderlijk aan Maria, maar tegelijkertijd aan Haar en aan haar bruidegom; Hij is hun beiden gegeven (H. Augustinus).

De “aardse drievuldigheid” was een beeld van de hemelse drievuldigheid.

Jozef stelde in het gezin de hemelse Vader voor, Maria, de volmaakt Heilige, die ontvangen had van de Heilige Geest, vertegenwoordigde deze, en Jezus was de Zoon van God in persoon (Cornelius a Lapide, Aantekeningen bij Mat. i, 18).

Sint-Jozef navolgen

Alles voor Jezus, alles voor Maria, alles voor de navolging van de heilige Jozef, Hoofd van de Heilige Familie, dat is mijn devies voor leven en dood.

GEBED TOT DE HEILIGE JOZEF OM EEN ZALIGE DOOD TE VERKRIJGEN

Jezus, Maria, Jozef, ik geef U mijn hart, mijn geest en mijn leven. Jezus, Maria, Jozef, sta mij bij in mijn doodstrijd.
Jezus, Maria, Jozef, laat mij in Uw heilig gezelschap in vrede sterven.

TOEWIJDING AAN DE HEILIGE JOZEF

Heilige Jozef, hoofd van de Heilige Familie, ik wijd mij toe aan Uw dienst en geef mij geheel aan U. Verkrijg mij de genade U na te volgen en al mijn handelingen te verrichten tot meerdere eer en glorie van God, tot uitboeting van mijn zonden en tot eerherstel voor de beledigingen welke de Harten van Jezus en Maria worden aangedaan.

Sta mij bij al de dagen van mijn leven maar vooral in het uur van mijn dood. Amen.

Verhalen

1. De vrijgevige pelgrim

De H. Catharina van Bologna, genaamd naar de stad waar reeds sinds eeuwen haar lichaam bewaard wordt, verbleef enige tijd in het klooster van Ferrara waar zij werkte als portierster. Herhaaldelijk kwam een als pelgrim geklede grijsaard haar om een aalmoes vragen. Die gaf zij hem altijd met evenveel genoegen als waarmee hij haar vertelde over zijn reis naar Jeruzalem en over de vreugde die hij beleefd had aan het zien van alle plaatsen van de heilige stad.

Op een dag, nadat hij zijn gebruikelijke aalmoes had gekregen, gaf hij Catharina een kleine vaas van klei en zei dat de Heilige Maagd deze vaas gebruikt had om het Kind Jezus te drinken te geven. Catharina nam de relikwie in ontvangst en dankte de vrijgevige pelgrim. Deze vroeg haar de vaas te bewaren totdat hij zou komen om deze terug te vragen. Catharina was ervan overtuigd dat het een geschenk was van de heilige Jozef en bewaarde met veel zorg deze kostbare schat.

Toen ze gekozen werd tot overste van een klooster in Bologna vertrouwde ze de vaas toe aan de overste van het klooster dat ze verliet met de opdracht deze terug te geven aan de oude pelgrim als deze erom zou komen vragen… Wanneer hij niet zou opdagen, zou ze hem schenken aan het klooster van Ferrara op voorwaarde dat de vaas ieder jaar op het feest van Sint-Jozef ter verering tentoongesteld zou worden. Zo gebeurde het ook en de relikwie bevestigde haar authenticiteit door de talrijke wonderbare genezingen die zij teweeg bracht (Uit de ‘Palmier séraphique’, 2 maart).

2. De Dochters van Jezus ( Zusters van Kermaria )

Op een dag in maart stak een vrouw, die van de markt kwam, de Lann Vraz (de grote heide) over om naar haar woning terug te keren. Daar kwam haar een man tegemoet, een statige werkman, die een schaaf op zijn schouder droeg en een zaag in de hand hield. Ze spraken elkaar aan, zoals men dat op het platteland doet en de man zei tot haar:
– U schijnt erg moe te zijn, goede vrouw, en niet bepaald rijk.
– Dat is waar, maar we zijn hier op aarde om te lijden en om daarmee het paradijs te verdienen.
– Houdt u veel van de goede God?
– Ja, ik houd van Hem uit geheel mijn hart en ook van Sint-Jozef. Mijnheer Pastoor van Locminé zegt, dat hij veel gunsten verkrijgt.
– En wat vraagt u dan aan Sint-Jozef?
– Ik zeg tot hem : “Geef mij de genade om goed te leven en goed te sterven”.

De man liet zijn blikken dwalen over de heide die hen omringde en zei:
– Er zullen hier op deze plaats grote dingen gebeuren; velen zullen van verre naar deze plaats komen om er met elkaar samen te leven… Weet u hoe u bidden moet?
– Och, ik bid zo goed ik kan, maar ik heb moeite met mijn ademhaling en dan zeg ik: ‘God, geef mij lucht, want ik ben zo kortademig’.

De timmerman keek nog eens om zich heen naar de velden, begroeid met doornige struiken, en herhaalde: “Er zullen hier grote dingen gebeuren; velen zullen hierheen komen om er met anderen samen te leven.”

Toen drukte hij de nederige vrouw op het hart om God en Sint- Jozef te blijven beminnen, want, zei hij: “Ik heet ook Jozef”. Voor de laatste keer voegde hij hieraan toe:

– Er zullen hier grote dingen gebeuren; velen zullen van verre komen om hier met elkaar samen te leven en Sint-Jozef zal hier vereerd worden.
– Des te beter!, zei de vrouw. Dan hoef ik niet meer naar Locminé te gaan om tot hem te bidden.

Toen zij weer opkeek, was de werkman verdwenen. Op de plaats van deze geheimzinnige ontmoeting werd in het midden van de negentiende eeuw het moederhuis gesticht van de invloedrijke congregatie van de Dochters van Jezus, waarvan de heilige Jozef de beschermheilige zou worden.

Het betreft hier het Sint-Jozefklooster te Plumelin-Kermaria, in de Morbihan (56500 Locminé, Frankrijk).

3. Een troostrijke dood

Het is treffend en verheffend, de volgende brief te lezen, die een diep gelovige moeder schrijft over de dood van haar zoon:

Sint-Just d’Avray, 28 maart 1870

Uit dankbaarheid voor een grote verkregen gunst, die is verkregen op voorspraak van de heilige Jozef, wil ik een zoete plicht vervullen en deze aan iedereen bekend maken.

Mijn zoon leed aan een longziekte en zag met groot verdriet het nutteloze in van de voorgeschreven geneesmiddelen. Een vroom iemand, leende hem een nummer van het tijdschrift ‘Propagandeur’. Bij het lezen in dit tijdschrift, werd zijn belangstelling gewekt door een artikel over de Sint-Jozef-vereniging en hij meldde zich direkt aan als lid van deze vereniging ter ere van de roemrijke heilige Jozef.

Vervolgens kocht hij een beeldje van zijn nieuwe beschermer, waarvoor hij iedere dag eerbiedig enige gebeden bad. Vanaf die tijd veranderde zijn gemoedstoestand.

Tot nog toe kon hij de dood niet aanvaarden zonder zich verschrikkelijk angstig te voelen: maar vanaf dit ogenblik zag hij de dood zonder vrees onder ogen. Met degenen, die hem kwamen bezoeken, sprak hij over de dood alsof hij het over een aangename reis had. Het arme kind, door grote zwakte aan het ziekbed gekluisterd, liet het beeldje van Sint-Jozef bij hem brengen. Liefdevol hield hij het beeldje steeds in zijn handen.

Toen echter zijn ziekte zodanig verergerde, dat hij zelfs dit beeldje niet meer vast kon houden, vroeg hij aan de aanwezigen hem te helpen om toch de zuivere Bruidegom van de Heilige Maagd Maria op een waardige wijze te kunnen bedanken.

Zonder dat hij het bemerkte werd tenslotte met de gebeden van de stervenden begonnen; hij had het bewustzijn reeds verloren. Langzamerhand kwam hij echter weer bij kennis en sprak met een tamelijk luide stem: “Ach, hoe graag had ik willen sterven; maar de goede God wenste dat nog niet; wat was het toch mooi! … zo mooi… zo mooi… Ik heb een groot aantal Heiligen gezien; maar alleen Onze- Lieve-Vrouw en Sint-Jozef heb ik herkend! Oh, wat zagen zij er prachtig uit! Om acht uur zal ik sterven. Ik weet het…”. Zijn voorspelling kwam uit.

De vierde dag na de crisis stierf hij. Precies om acht uur, zoals hij had gezegd. Zijn laatste woorden hebben bij mij een diepe indruk achtergelaten. Hij zei:
– “Open de deur, ik wil heengaan!
– Waar wil je naar toe?…
– Naar de Hemel. Bevrijd mij van alle aardse zaken! Laat me gaan”.

Zo is de troostrijke dood van mijn lieve twintigjarige zoon geweest. Deze genade kan ik alleen maar aan de tussenkomst van de heilige Jozef toeschrijven (Jeanne-Marie Bessy).

4. Hij was als herschapen

Een missionaris uit Senegal schreef tegen het einde van de vorige eeuw:

Een officier, die algemeen bekend stond als een aanhanger van de vrijmetselarij, was vast van plan zonder het ontvangen van de Heilige Sacramenten te sterven.

Zodra ik vernam dat hij ziek was, bezocht ik hem regelmatig. Toen ik echter de vraag omtrent de biecht stelde, antwoordde hij: “Ik neem absoluut geen tussenpersoon aan; ik belijd mijn zonden direct aan God.” Tot zijn echtgenote zei hij bovendien in mijn tegenwoordigheid: “Mocht het slechter worden met mij, sta dan niet toe dat een priester bij mij komt om mijn biecht te horen”.

Ondertussen bad zijn vrome moeder zonder onderbreking voor hem tot God. Zijn vrouw, die haar religieuze plichten niet meer vervulde, maar toch een grote godsvrucht tot de heilige Jozef bewaard had, knielde – het was in de maand maart – dagelijks neer voor het altaar van de heilige Jozef.

Toen de zieke van dag tot dag achteruitging, zo verhaalt de missionaris, stelde ik mijn gehele vertrouwen op de heilige Jozef. Door het gebed gesterkt, begaf ik mij weer naar de zieke en vroeg hem een groot vertrouwen tot de heilige Jozef te hebben. En zie, dit keer werd ik niet afgewezen. Mijn woorden werden ernstig genomen. Ik merkte dat de zaak gewonnen was. De doodzieke maakte zich van de vrijmetselarij los en met een diep berouw biechtte hij.

De heilige Jozef had zich weer eens de patroon van de goede dood getoond en een wonderbaar werk volbracht, want zo mag men de bekering van een verstokte zondaar toch wel noemen.

Ik kan niet beschrijven wat er na de biecht in het hart van de zieke omging. Gedurende het hele verloop van zijn lange ziekte was hij nooit zo rustig en opgewekt als nu.

Toen zijn vrouw hem bezocht, zei hij haar: “Lieveling, ik heb met de pater de toestand van mijn ziel in orde gebracht. Ik heb gebiecht. Niet uit menselijke overwegingen heb ik het gedaan, doch omdat mijn godsdienst het voorschrijft. – Daar heb je goed aan gedaan, antwoordde zij, en daar jij nu gebiecht hebt, kan mij ook niets meer tegenhouden; ik ben bereid om het eveneens te doen.” Bij het verlaten van de ziekenkamer zei de vrouw tot de verpleegster, die op haar toekwam: “Denk eens aan, mijn man heeft gebiecht! Voor zover ik hem ken, is dat een waar mirakel!”

Daags daarop, op 31 maart, de laatste dag van de Sint-Jozefmaand, ging de vrouw eveneens biechten, vol dankbaarheid jegens God, voor wat Hij op de voorspraak van Sint-Jozef voor haar man gedaan had ( D. E.).