Onbevlekt Hart van Maria – zaterdag na de tweede zondag van Pinksteren

Uit het Supplementaire Lectionarium

Zaterdag na de tweede zondag na Pinksteren jaar 2

Onbevlekt Hart van Maria

Gedachtenis

Het evangelie is eigen aan deze gedachtenis.

Gemeenschappelijke van de Maagd Maria (Lectionarium IV, p. 301 e.v.).

143 eerste lezing: Klaagl. 2, 2.10-14, 18-19

Roep met uw hart tot de Heer, de schutsmuur van Sion.

Uit de Klaagliederen van de profeet Jeremia.
Meedogenloos heeft de Heer
het gebied van Jakob verwoest
en in zijn woede heeft Hij
de sterkten van Juda geslecht.
Eerloos zijn rijk en bestuurders
ter aarde geworpen.
Zwijgend zitten de oudsten van Sion
neer op de grond,
in zakken gekleed
en met as op het hoofd.
Jeruzalems meisjes laten het hoofd hangen.
Mijn ogen zijn moe van geween;
hoe branden mijn ingewanden,
ontzonken is mij de moed
mijn volk is zozeer geslagen,
kinderen en zuigelingen
sterven op straat.
Zij vroegen hun moeder nog:
“Waar is het brood en de wijn?”
maar streden gewond met de dood
in de straten der stad,
en gaven de geest
op de schoot van hun moeder.
Wat kan ik nog zeggen,
waarmee Jeruzalem, u vergelijken?
Wat kan ik nog aanvoeren,
Sion, om u te troosten?
Uw wonden zijn groot als de zee
en niemand die u geneest.
De visioenen van uw profeten
zijn leugen en bedrog.
Ze wekken geen schuldbesef
en wenden de rampen niet af.
Waardeloos zijn hun orakels,
misleidend.
Roep met uw hart tot de Heer,
de schutsmuur van Sion.
Houd met wenen niet op,
geef aan uw ogen geen rust
en de vrije loop aan uw tranen,
dag en nacht.
Roep, geheel de nacht, tot de Heer,
stort uw hart als water uit.
Bid, met de handen geheven,
dat uw kinderen leven,
die nu op de hoeken der straten
van honger verkwijnen.
Woord van de Heer.
Wij danken God.

tussenzang: Ps. 74 (73), 1-2, 3-5a, 5b-7, 20-21

Refrein:
Vergeet niet achteloos
het leven van uw kleinen, Heer.

Hebt Gij uw kudde nu voorgoed verstoten?
Mijn God, laait dan uw gramschap telkens op?
Denk aan uw volk, dat Gij U hebt verworven,
de stammen die Gij hebt gekocht als uw bezit,
de Sion die Gij U als woonplaats hebt gekozen.

Richt weer uw schreden naar die eindeloze puinhoop;
de vijand heeft al wat daar stond verwoest.
Waar wij U zochten schreeuwen nu uw tegenstanders
en plaatsen er hun standaard als trofee.

Zoals men met de aks
een weg baant door het oerwoud,
zo slaan zij met houweel en bijl uw poorten in.
Uw tempel heeft men prijsgegeven aan de vlammen,
de woonplaats van uw Naam op aarde is ontwijd.
Zij zeiden: laat ons alles tot de grond verwoesten;
uw heiligdommen werden platgebrand in heel het land.

Denk, Heer, aan uw verbond: de maat is vol,
uit alle holen en spelonken loert de boosheid.
Stel het vertrouwen der verdrukten niet teleur,
laat armen en behoeftigen U loven.

ALLELUIA     Vgl. Lc. 2, 19

R. Alleluia.
Zalig de maagd Maria,
die het woord van God bewaarde
en overwoog in haar hart.
R. Alleluia.

EVANGELIE

Zijn moeder bewaarde al de woorden in haar hart.

Lezing uit het heilig evangelie volgens Lucas     2, 41-51

Ieder jaar gingen de ouders van Jezus
naar Jeruzalem voor het paasfeest.
En toen Hij twaalf jaar geworden was,
gingen zij, zoals gewoonlijk bij het feest, daarheen.
Toen de dagen vervuld waren en zij terugkeerden,
bleef het kind Jezus achter in Jeruzalem
en zijn ouders wisten het niet.
In de mening
dat Hij zich bij het reisgezelschap bevond,
gingen zij een dagreis ver
en zochten Hem onder verwanten en bekenden.
Maar toen zij Hem niet vonden,
keerden zij
– Hem zoekende –
naar Jeruzalem terug.
Na drie dagen vonden zij Hem in de tempel,
gezeten te midden van de leraren,
terwijl Hij naar hen luisterde
en hun vragen stelde.
Allen die Hem hoorden,
waren vol verbazing
over zijn inzicht en antwoorden.
Toen zij Hem daar zagen,
waren zij ontdaan
en zijn moeder zei tot Hem:
“Kind, waarom hebt Ge zo met ons gedaan?
Zie, uw vader en ik hebben met smart naar U gezocht.”
Maar Hij zei tot hen:
“Wat hebt ge toch naar Mij gezocht?
Wist ge niet
dat Ik moet zijn bij wat van mijn Vader is?”
Zij begrepen echter het woord niet dat Hij tot hen sprak.
Hij ging met hen mee en kwam naar Nazaret
en was aan hen onderdanig.
Zijn moeder bewaarde al de woorden in haar hart.

Woord van de Heer.