06-05 Bonifatius

Uit het lectionarium supplement

5 juni
Nederlandse Kerkprovincie
HH. Bonifatius, bisschop, en gezellen,
martelaren
Gedachtenis

Bisdom Groningen-Leeuwarden
HH. Bonifatius, bisschop, patroon van
het bisdom, en gezellen, martelaren
Feest

Bisdom Haarlem-Amsterdam
HH. Bonifatius, bisschop, en gezellen,
martelaren, bijpatronen van het bisdom
Gedachtenis

Gemeenschappelijke voor martelaren (Lectionarium IV. p. 328 e.v.) of
van herders (missionarissen) (Lectionarium IV. p. 359 e.v.).

EERSTE LEZING

Christus zal het licht verkondigen aan het volk en aan de heidenen.

Lezing uit de Handelingen van de Apostelen     26, 19-23

In die dagen sprak Paulus:
“Koning Agrippa,
nooit ben ik ongehoorzaam geweest
aan het hemels visioen
dat mij overkwam,
maar ik heb eerst gepredikt
aan de mensen in Damascus en Jeruzalem,
en vervolgens in heel het gebied van Judea
en ook aan de heidenen:
dat zij tot inkeer moesten komen
en zich bekeren tot God
en daden stellen, die bij de bekering passen.
Om die reden grepen mij de Joden in de tempel
en trachtten mij te vermoorden.
Met Gods hulp houd ik stand tot op deze dag
en leg ik getuigenis af voor klein en groot.
Ik zeg niets anders
dan wat ook de profeten en Mozes hebben verklaard
dat gebeuren zou,
namelijk dat de Christus moest sterven
en dat Hij als eerste uit de opstanding der doden
het licht zou verkondigen aan het volk
en aan de heidenen.”

Woord van de Heer.

ANTWOORDPSALM     Ps. 117 (116), 1. 2 (R. Mc. 16, 15)

R. Gaat uit over de hele wereld
en verkondigt het evangelie aan heel de schepping.
of: Alleluia.

Looft nu de Heer, alle naties der aarde,
huldigt de Heer, alle volken rondom. R.

Omdat Hij bij ons zijn goedheid getoond heeft;
de trouw van de Heer houdt in eeuwigheid stand. R.

ALLELUIA     Joh. 10,14

R. Alleluia.
Ik ben de goede herder, zegt de Heer.
Ik ken mijn schapen en de mijnen kennen Mij.
R. Alleluia.

EVANGELIE

De goede herder geeft zijn leven voor zijn schapen.

Lezing uit het heilig Evangelie
volgens Johannes     10, 11-16

In die tijd zei Jezus:
“Ik ben de goede herder.
De goede herder geeft zijn leven voor zijn schapen.
Maar de huurling,
die geen herder is en geen eigenaar van de schapen,
ziet de wolf aankomen,
laat de schapen in de steek en vlucht weg;
de wolf rooft ze en jaagt ze uiteen.
Hij is dan ook maar een huurling
en heeft geen hart voor de schapen.
Ik ben de goede herder.
Ik ken de mijnen en de mijnen kennen Mij,
zoals de Vader Mij kent en Ik de Vader ken.
Ik geef mijn leven voor de schapen.
Ik heb nog andere schapen,
die niet uit deze schaapsstal zijn.
Ook die moet Ik leiden
en zij zullen naar mijn stem luisteren
en het zal worden: één kudde, één herder.”

Woord van de Heer.