Preekje op 04-05-2020, maandag na de vierde zondag van Pasen
Er zijn veel mensen, die met een – om het zo maar te noemen – ‘maandagmorgen-gevoel’ wakker worden. Na het weekend, de eerste dag van de week, word je voor de leeuwen gegooid.
Zeker dan is het belangrijk om rustig te beginnen en eraan te denken, dat wij niet alleen zijn. Wij hebben een herder – een Goede Herder – die sterk is, liefdevol en wijs. Hij zal ons begeleiden, bijstaan gedurende heel deze dag, en uiteraard niet alleen op maandag, maar op alle dagen van de week.
Een ‘goede herder’ is niet een romantisch beeld. Hij is niet een zachtaardige man met rossige wangen wiens ruwe kleding waait in een onzichtbare bries.
Nee, om een herder te zijn moet je sterk zijn, winterhard en onbevreesd. Een zelfverzekerde verdediger van je kudde. Van een herder wordt verwacht – althans in Israël en andere landen, zoals bijvoorbeeld de kleine David dat heeft gedaan – dat je leeuwen en beren afweert, wolven, gewoon met een stok of met een katapult of indien nodig zelfs met je blote handen. Herders zijn waakzaam, ijverig, en passen zich voortdurend aan de omstandigheden aan. Ze zijn leider van hun dieren, en metgezel, en tegelijkertijd kijken zij of een bepaald dier soms speciale zorg nodig heeft.
Zo is onze Herder, Jezus Christus. Als wij vandaag de dag geconfronteerd worden met ‘leeuwen en wolven’, met gevaarlijke verleidingen, dan is het goed er bij stil te staan, dat Hij om ons geeft.
Hij laat ons nooit weerloos achter bij roofdieren als verleiding en leugens, schuld en veroordeling. Mochten zij vandaag tegenover ons een brullend geluid laten horen, weten wij dan, dat onze machtige Herder naast ons staat om ze weg te jagen.
Als angst of verwarring of twijfel onze innerlijke vrede bedreigen, bedenken wij dan, dat Hij die alle macht heeft, die zelfs de dood heeft overwonnen, voor ons zorgt.
Het is absoluut noodzakelijk, dat wij vandaag de dag op deze Goede Herder vertrouwen. Zoeken wij Hem. Volgen wij Hem, zoals de schapen dat doen. Blijven wij bij Hem in de buurt, niet alleen tijdens onze gebedstijden, maar vele keren gedurende de dag, zodat wij zeker kunnen zijn van zijn goddelijke bescherming. Laten wij Jezus Christus de goddelijke Hoeder van onze zielen zijn en van die van onze gezinnen. Roepen wij tot Hem, al is het maar met een paar schietgebeden.
Ook wijzelf moeten natuurlijk opgevaren letten, maar Hij doet dat ook. Luisteren wij naar zijn stem, zodat wij weten welke kant wij in het leven moeten opgaan.