Preek op 28-06-2020, 13e zondag door het jaar A, diaken Eelke Ligthart

Preek op 28-06-2020, 13e zondag door het jaar A, diaken Eelke Ligthart

Openingswoord

Dierbare medegelovigen, van harte welkom bij de viering van de H. Eucharistie, ook allen die via internet met ons zijn verbonden.

Vandaag een Evangelie, dat nogal radicaal klink:

“Wie zijn kruis niet opneemt en mij volgt, is mij niet waardig”.

Je vraag je wel eens af, kunnen wij, die in luxe leven, en van vele gemakken zijn voorzien, nog wel ons kruis opnemen.  Of kiezen we de  gemakkelijkste weg?

Vluchten we weg van allerlei ongemakkelijke dingen die op ons pad komen?

Ja we kunnen schuilen bij elkaar, zoeken naar veiligheid en warmte in een wereld die steeds onveiliger lijkt te worden.

Toch komt het evangelie met oplossingen, die we eigenlijk wel kennen maar die soms moeilijk zijn om uit te voeren.

Preek

‘Wie meer van zijn vader of moeder houdt dan van Mij, is Mij niet waard. Wie meer houdt van zijn zoon of dochter dan van Mij, is Mij niet waard.’ Zusters en broeders, dat zijn harde woorden van Jezus, en ik denk dat we allen eens goed moeten slikken als we ze horen. Want mogen we niet van onze ouders en onze kinderen houden als we christen zijn? Dat is ondenkbaar, want God is liefde, en in de persoon van Jezus is Hij juist onder de mensen gekomen om ons zijn liefde, zijn vrede, zijn goedheid, zijn barmhartigheid voor te leven.

Jezus bedoelt dus helemaal niet dat we niet van onze ouders en kinderen mogen houden. Wat Hij wel bedoelt, is dat christen zijn, altijd keuzes vraagt, en dat is niet altijd gemakkelijk. Christen zijn is immers de weg van Jezus willen gaan, en dat is niet vanzelfsprekend. Want zijn weg, dat is de weg van nederigheid, van liefde, van vrede, van gerechtigheid. Dat is niet alleen aan jezelf denken, maar opkomen voor anderen. Dat is altijd kunnen vergeven. Dat is zelfs van je vijanden kunnen houden. Nee, christen zijn is niet altijd gemakkelijk, en het spreekt niet altijd aan.

Maar laten we ons even proberen voorstellen dat we Jezus in de tegengestelde richting zouden moeten volgen. Dan zouden we mensen die we niet graag hebben, en mensen die ons iets hebben aangedaan moeten haten. Haat, en niet liefde, zou dan een belangrijk streefdoel van onze leven zijn, maar zouden we dan gelukkiger zijn? Want wat is gemakkelijker: van iemand houden of iemand haten? Houden van geeft rust, vrede en geluk. Haat daarentegen geeft onrust, slapeloosheid, gezondheidsproblemen, en ga nog maar even door met het opsommen van pijnlijke ervaringen. Hetzelfde geldt voor vrede: wat is aangenamer: vrede of onvrede, vrede of ruzie, vrede of oorlog? Ik denk dat we daar niet eens moeten over nadenken.

Dat is dus wat Jezus ons vraagt: dat we zijn weg boven alle andere wegen zouden kiezen. Misschien zijn we ons er niet van bewust, maar dat is een heel menselijke vraag. Verwachten wij bijvoorbeeld ook niet van onze partner dat hij of zij meer van ons houdt dan van een andere man of andere vrouw, en dat we samen de weg door het leven gaan? Hetzelfde kunnen we toepassen in alle lagen van onze samenleving. Bedrijfsleiders verwachten van hun werknemers dat ze voor hun bedrijf werken, en niet voor de concurrentie. Trainers willen dat hun spelers doen waar zij op wijzen. Leerkrachten willen dat hun leerlingen aandacht hebben voor wat zij hun bijbrengen, en dat ze zich inzetten om die kennis ook tot de hunne te maken. Zo kunnen we eindeloos doorgaan, want heel ons menselijk, familiaal en maatschappelijk leven steunt op dezelfde verwachting: dat de weg wordt gegaan die wordt aangewezen.

Jezus vraagt dus helemaal niets tegennatuurlijks en mens onvriendelijks. Integendeel, Hij vraagt dat we zijn weg van liefde, vrede, geluk zouden gaan. Die weg is niet altijd gemakkelijk, maar hij is zeker niet onmogelijk, dikwijls is hij zelfs gemakkelijk. Dat blijkt uit de laatste woorden van Jezus in het evangelie. Hij zegt: ‘Wie een van deze geringe mensen een beker koel water te drinken geeft, alleen omdat het een leerling is van mij, Ik verzeker u: hij of zij zal zeker beloond worden.’ Iemand een beker koel water geven: meer moet het dikwijls niet zijn. Jezus navolgen is dus zeker niet altijd moeilijk. Dikwijls is het zelfs heel eenvoudig. Niets meer dan een luisterend oor, een beetje hulp, een hartelijk  woord, een schouderklopje, een diepgemeende gelukwens, een meevoelen en meedenken … allemaal heel simpele gebaren waarmee we de weg van Jezus kunnen gaan. Gebaren waarmee we onze naasten datgene kunnen geven waar ze om vragen. Al is het maar een beetje koel water of een gastvrije ontvangst.

En daarvan horen we dan weer in de eerste lezing een ongelofelijk sterk verhaal. De profeet Elisa wordt door een welgestelde heidense vrouw uitgenodigd om bij haar en haar man te komen eten als hij in de buurt is. Na enige tijd bouwen ze zelfs een kamertje voor hem, waar hij wat kan rusten. De profeet is zozeer door die gastvrijheid aangegrepen dat hij de vrouw toezegt dat ze binnen het jaar van een zoon zal bevallen. Een heerlijke belofte voor die niet meer zo jonge vrouw, want een kind heeft ze nooit kunnen krijgen.

Zusters en broeders, Jezus volgen in woorden en daden is nooit mensonwaardig en zeker niet altijd moeilijk. Het is bovendien de weg naar liefde, vrede en geluk. Laten we die weg zeker proberen gaan. Amen.