Openingswoord

De apostel Paulus is bezig om geld in te zamelen voor de armen van de kerken die hij in Jeruzalem had gesticht en hij wil uiteraard het liefste dat de christenen van Korinte gul geven. Hij verzekert hen ervan, dat zij zich geen zorgen hoeven te maken, dat ze zelf geld te kort zullen komen: God zal hen zeker in vrijgevigheid overtreffen. Laten we even kijken naar de woorden van Paulus om te zien hoe dit principe ook van toepassing is op Gods genade.

“God heeft de macht” staat er in vers 8; wij hebben die macht niet uit onszelf, wij kunnen niet op eigen kracht alles doen, maar God wel. Hij kan ons voor in elke situatie de genade geven, die wij op dat moment nodig hebben. Helaas, als wij een klein geloof hebben is het verleidelijk om zelfredzaam te worden en dat kan ons dan weer angstig of kleinmoedig maken. Maar God nodigt ons uit op Hem te vertrouwen. Hij wil, dat wij niet alleen om zijn hulp vragen, ook wil Hij, dat wij echt geloven dat Hij ons kan helpen. Hij wil dat wij in gebed heel eenvoudig tegen Hem zeggen, dat wij niet zonder Hem kunnen, maar dat wij met zijn genade kunnen bereiken wat Hij van ons vraagt.

God biedt ons niet alleen zoveel – of zo weinig – genade, dat wij met de hakken over de sloot in het Rijk Gods kunnen komen, maar Hij geeft ons een overvloed aan genade om elk goed werk, dat Hij van ons vraagt, te kunnen doen. Of het nu gaat om het weerstaan van een verleiding, het nakomen van een belofte of om gewoon het volgende uur te kunnen doorkomen, wij kunnen altijd rekenen op genade, die geen grenzen kent.

Wij hebben misschien de neiging om ons alleen tot de Heer te wenden als wij voor grote noden staan: een ernstige ziekte, het verlies van een baan of een verbroken relatie. Maar Gods genade is niet alleen voor sommige dingen of alleen voor de grote zaken: Hij is in alles geïnteresseerd. Hij geeft om onze dagelijkse verantwoordelijkheden. Hij vindt het fijn als wij Hem uitnodigen om aan de kleine dingen van het leven deel te nemen.

Dus welke genade hebben wij vandaag nodig? Aarzelen wij niet om God te vragen ons te helpen wij elke grote of kleine taak. Vertrouwen wij alles aan Hem toe. Hij zal ons iedere keer weer genade in overvloed geven.