Preekje op 02-12-2020, woensdag in de 1e week van de advent

Preekje op 02-12-2020, woensdag in de 1e week van de advent

Allemaal welkom. De profeet Jesaja beschrijft in de eerste lezing een gastmaal op de berg van de Heer, een gastmaal met vette spijzen en belegen wijnen, zuiver als kristal. Het klinkt als goddelijk voedsel. Hier in de kerk is die berg van de Heer, het altaar. Hier is goddelijke voedsel in Woord en Sacrament. Dankbaar voor zijn uitnodiging willen wij proberen met zo veel mogelijk eerbied en aandacht aan deze heilige maaltijd van de Heer deel te nemen.

Stel dat ik een heel heilige priester zou zijn – dat moet ik wel worden, maar helaas, ik heb nog een lange weg te gaan – maar stel dat, en jullie zouden met mij meelopen door het ziekenhuis waar ik zegenend langs de kamers loop en overal komen de zieken jubelend naar buiten, omdat zij genezen zijn, dan zouden jullie aan de ene kant heel verbaasd zijn en aan de andere kant heel dankbaar, dat de Heer zo sterk werkt door één van zijn dienaren.

Welnu, dat is precies wat er in het evangelie gebeurt. De getuigen van Jezus’ wonderen waren niet alleen onder de indruk van Jezus’ wondermacht, maar deze wonderen brachten hen ook dichter bij God.

Elk van Jezus’ wonderen is een teken, dat zichzelf overstijgt door te verwijzen naar het Koninkrijk dat Jezus kwam vestigen. Elk wonder toonde aan, dat Hij de Messias is over wie de profeet Jesaja had geprofeteerd: “Jahwe, de Heer, vernietigt de dood voor altijd, Hij veegt de tranen van alle gezichten, op heel de aarde wist Hij de smaad van zijn volk uit” (25, 8).

Door de broden en de vissen te vermenigvuldigen, maakte Jezus zichzelf bekend als Degene, die op de berg van de Heer voor alle volken een feestmaal met uitgelezen gerechten zou aanrichten, een feestmaal met belegen wijnen (25,6). De mensen herkenden deze tekenen en ze brachten de mensen ertoe de God van Israël te verheerlijken.

Jezus was geen wonderdoener of tovenaar, die aandacht wilde trekken of bijval krijgen. Zijn wonderen openbaarden het medelijden van de hemelse Vader met iedereen, die in nood verkeert. Hij genas de zieken en voedde de hongerigen, omdat Hij van hen hield en ontroerd was door hun situatie. Op hun beurt werden de mensen, die door Gods liefde geraakt werden in de armen van God gedreven.

Lieve mensen, Jezus bewerkt namens ons nog steeds wonderen, omdat Hij van ons houdt. De hemelse Vader wil ons naar zich toetrekken en de kracht van de heilige Geest stroomt voortdurend door Jezus heen naar ons als Hij ons leven op een wonderlijke manier aanraakt. En als wij ons hart openen voor Gods liefde en voor de heilige Geest kunnen ook wij wonderen bewerken, wonderen van liefde. Alles wat wij doen kan andere mensen verwijzen naar de hemelse Vader. Hij alleen kan de mensen de liefde en de genezing schenken waar zij verlangen.

Zijn wij levende tekens van Gods liefde voor alle mensen.