Preek op 29-05-2025, Hemelvaart van de Heer, jaar C, pastoor Frank Domen
Openingswoord
Lieve medeparochianen, van harte welkom bij deze feestelijke Eucharistieviering op het Hoogfeest van de Hemelvaart van de Heer.
Vandaag vieren we, dat Jezus na zijn verrijzenis is teruggekeerd naar de hemel. Misschien klinkt dat een beetje als afscheid – alsof Hij ons verlaat. Maar de eerste lezing uit Handelingen vertelt iets anders: Jezus laat zijn leerlingen niet in de steek, Hij bereidt hen juist voor op een nieuwe opdracht.
Veertig dagen lang spreekt Hij met hen over het Rijk van God, over hoop, over kracht, en vooral over de komst van de Heilige Geest. Hemelvaart is dus geen ‘einde’, maar een nieuw begin. De leerlingen krijgen een missie: getuigen zijn – in Jeruzalem, Judea, Samaria en … tot aan het uiteinde van de aarde. Dat betekent ook: tot bij ons, hier en nu.
En die boodschap geldt nog steeds. Ook wij zijn geroepen om te geloven, te groeien en Gods liefde zichtbaar te maken in de wereld. Jezus is niet weg – Hij leeft verder in ons, door zijn Geest.
Laten we dit samen vieren: vol vertrouwen, met open hart en met het verlangen om ook vandaag getuigen te zijn van zijn liefde.
Openingsgebed
Laat ons bidden. Almachtige God, dit is de dag waarop Gij ons voor ogen houdt, dat uw Zoon in heerlijkheid naar U is toegegaan. Zijn verheffing is onze hoop. Nu reikt de aarde tot de hemel. Geef, dat wij trouw zijn aan zijn opdracht, dat wij zijn liefde en verlossing bereikbaar maken voor elkaar. Hij die met U leeft en heerst …
Preek
Beste medeparochianen, vandaag vieren we een bijzonder moment in het leven van Jezus én in onze geloofsgeschiedenis: de Hemelvaart van de Heer. Jezus wordt opgenomen in de hemel, en dat klinkt misschien alsof Hij ons achterlaat, maar als we goed luisteren naar de lezingen van vandaag, ontdekken we, dat het juist om iets anders gaat: niet een afscheid, maar een doorgang, een nieuw begin.
De eerste vraag, die we misschien hebben: Waarom moest Jezus eigenlijk ten hemel varen? Waarom bleef Hij niet gewoon bij zijn leerlingen? Hij had toch nog zoveel kunnen uitleggen, zoveel mensen kunnen genezen, zoveel liefde kunnen laten zien?
Maar kijk eens naar de tweede lezing, uit de brief aan de Hebreeën. Daar staat iets indrukwekkends: Jezus is de hemel binnengegaan, niet zomaar als een geest of herinnering, maar als onze voorspreker, onze vertegenwoordiger bij God. Hij is daar, als God én als mens, levend, bij de Vader, met één doel: om voor altijd voor ons op te komen. Hij hoeft zich niet telkens opnieuw op te offeren, zoals de priesters in het Oude Testament dat deden. Zijn Offer aan het Kruis was één keer – en dat was genoeg. Voor altijd. Voor jou, voor iedereen.

Dat betekent: we staan er niet alleen voor. Zelfs als we Jezus met onze ogen niet meer zien, is Hij er nog wel. Sterker nog: Hij is méér aanwezig dan ooit, omdat Hij ons met God verbindt. Hij is in de hemel, ja, maar ook in ons hart, in de Kerk, in de Sacramenten, in de Heilige Geest, die Hij heeft beloofd.
In het Evangelie van Lucas zegt Jezus iets belangrijks vlak voor Hij omhoog wordt geheven: “Jullie zijn getuigen van alles wat er is gebeurd. Blijf in de stad tot jullie kracht uit de hemel ontvangen.” Hij geeft zijn leerlingen een missie – en Hij rust hen toe. Hij belooft kracht, de kracht van de Heilige Geest. Ook zijn wijsheid, verstand en inzicht, zijn kennis en ontzag en liefde. En die belofte geldt niet alleen voor de apostelen toen, maar ook voor ons nu. En die zeven gaven hebben we ook hard nodig.
Want we leven in een tijd die best wel uitdagend is. Er is veel afleiding, er zijn veel stemmen, die roepen – schreeuwen! – om onze aandacht, en het is niet altijd makkelijk om als gelovige te midden van al dat tumult onze weg te vinden. Maar precies daarom is dit feest van de Hemelvaart zo hoopgevend. Het laat ons zien: Jezus blijft niet op afstand. Hij trekt zich niet terug. Nee, Hij neemt zijn plaats in naast de Vader – om van daaruit ons leven van binnenuit te raken en te leiden.
De brief aan de Hebreeën zegt het prachtig: we hebben dankzij Jezus vrije toegang tot het heiligdom. Dat betekent: we mogen altijd tot God naderen. Er is niets meer, dat ons tegenhoudt. Geen zonde, geen schaamte, geen afstand. Jezus heeft de weg gebaand – een levende weg, door zijn Lichaam, door zijn liefde, door zijn overgave.
Dat is Hemelvaart: Jezus reeds 100% verheerlijkt – en wij uitgenodigd om stapje voor stapje met Hem mee te groeien, in vertrouwen, in geloof, in moed.
De leerlingen begrepen dit. Eerst stonden ze nog verbaasd te kijken naar de hemel – maar daarna? Ze keerden terug naar Jeruzalem met grote vreugde. Niet met verdriet, maar met blijdschap! Waarom? Omdat ze begrepen, dat Hemelvaart geen einde is, maar het begin van een prachtige – maar ook uitdagende – zending. En van onze zending.
We worden geroepen om getuigen te zijn. Geen perfecte mensen, geen allesweters, zeker geen betweters, maar mensen die durven te zeggen: “Ik geloof, dat Jezus leeft. Ik geloof, dat Hij mij kent, mij vergeeft, liefheeft en leidt. En ik wil anderen daarvan laten proeven.”
Misschien denk je nu: “Getuige zijn? Dat is niks voor mij.” Maar kijk naar die eerste leerlingen. Die waren soms ook bang, onzeker, zoekend. Maar door het samen te proberen met de kracht van de Heilige Geest werden zij moedig, standvastig, vreugdevol. En datzelfde kan vandaag ook met ons gebeuren.
Lieve mensen, Hemelvaart betekent dus niet, dat Jezus verder weg is. Het betekent, dat Hij overal is – ook in ons, in de Kerk, in deze Eucharistie. Hij is bij de Vader, en Hij trekt ons mee omhoog, naar het leven, dat werkelijk vrij maakt.
Dus laten we, zoals de brief aan de Hebreeën zegt, dichterbij komen met een oprecht hart, vol geloof, en met hoop die vasthoudt. Want Hij, die beloofd heeft, is trouw. En Hij laat ons nooit alleen. Amen.