Een man slofte het restaurant binnen. Hij droeg oude kleren en schuifelde naar een tafeltje bij het raam. Sofie, een jonge serveerster, liep naar hem toe. “Zal ik u even helpen?” Ze trok een stoel weg van de tafel en hielp de oude man zodat hij bij het raam kon zitten. Zijn stok zette ze op een plaats waar hij gemakkelijk bij kon. Daarna vroeg ze vriendelijk wat hij wilde drinken en eten. En de oude man vroeg hoe ze heette. Na de maaltijd bracht Sofie de rekening. De man liet het geld op tafel achter. De serveerster hielp hem uit zijn stoel, gaf hem zijn stok en hield de deur voor hem open. “Nog een prettige dag”, zei ze vriendelijk. De oude man draaide zich om en zei: “Je bent erg lief”. Sofie ging naar de tafel en pakte het geld voor de maaltijd. Onder het servet vond ze €100,- extra. Op het servet had de man geschreven: “Sofie, ik heb grote waardering voor je. De manier waarop je anderen behandelt, is geweldig. Jouw aanwezigheid maakt anderen gelukkig. Je baas”! Het was de eerste keer dat een werknemer in het restaurant de grote baas van de keten zag.