14 augustus – Maximiliaan Kolbe

Uit het supplementaire lectionarium

14 augustus

H. Maximiliaan Maria Kolbe,

priester en martelaar

Gedachtenis

Gemeenschappelijke voor martelaren (Lectionarium IV, p. 328 e.v.) of herders (Lectionarium IV, p. 359 e.v.).

EERSTE LEZING

Ofwel:

Als een brandoffer heeft God hen aanvaard.

Lezing uit het boek Wijsheid     3, 1-9

De zielen van de rechtvaardigen zijn in Gods hand
en geen foltering zal hen deren.
In de ogen van de dwazen schenen zij dood te zijn
en hun heengaan werd als een onheil beschouwd,
hun verdwijnen uit ons midden als een vernietiging.
Zij zijn echter in vrede.
Ook al worden zij naar de mening van de mensen gestraft,
zij zijn vervuld van één hoop, de onsterfelijkheid;
na een korte tuchtiging
zullen zij een grote weldaad ontvangen,
omdat God hen op de proef heeft gesteld
en bevonden heeft, dat zij Hem waardig zijn.
Als goud in de smeltkroes heeft Hij hen gekeurd;
als een brandoffer heeft Hij hen aanvaard.
Wanneer dan de tijd van hun oordeel komt,
zullen zij ontbranden
en als vlammen door een stoppelveld jagen.
Zij zullen rechtspreken over de naties
en heersen over de volkeren
en de Heer zal hun koning zijn, in eeuwigheid.
Zij die op Hem vertrouwen,
zullen de waarheid verstaan
en zij die trouw zijn,
zullen in liefde bij Hem verblijven,
want genade en barmhartigheid
vallen zijn uitverkorenen ten deel.

Woord van de Heer.

Ofwel:

Ook wij zijn verplicht ons leven te geven voor onze broeders.

Lezing uit de Eerste brief van de heilige apostel Johannes     3, 13-18

Broeders en zusters,
Weest niet verwonderd als de wereld u haat.
Wij zijn, overgegaan van de dood naar het leven;
wij weten het, omdat wij onze broeders liefhebben.
De mens zonder liefde is nog in het gebied van de dood.
Ieder die zijn broeder haat,
is een moordenaar,
en gij weet
dat geen moordenaar eeuwig leven in zich heeft.
Wat liefde is, hebben wij geleerd van Christus:
Hij heeft zijn leven voor ons gegeven.
Dus zijn ook wij verplicht
ons leven te geven voor onze broeders.
Hoe kan de goddelijke liefde blijven in een mens
die geld genoeg heeft,
en toch zijn hart sluit voor de nood van zijn broeder?
Kinderen,
wij moeten niet liefhebben met woorden en leuzen,
maar met concrete daden.

Woord van de Heer.

ANTWOORDPSALM     PS. 31 (30), 3cd-4, 6 en 8ab, 16bc en 17 (R. 6a)

R. Heer, in uw handen beveel ik mijn geest.

Wees mij een rots waar ik vluchten kan,
een sterke burcht waar ik veilig kan toeven.
Want altijd zijt Gij mijn rots en mijn vesting,
uw Naam is mijn leider en gids. R.

Heer, in uw handen beveel ik mijn geest,
Gij zijt mijn verlosser, getrouwe God.
Ik mag mij verheugen in uw erbarmen,
Gij ziet mijn ellende, Gij helpt mij in nood. R.

Bevrijd mij uit de hand van mijn vijanden
en van hen die mij vervolgen.
Laat over uw dienaar uw aanschijn lichten,
red mij door uw genade. R.

ALLELUIA     2 Kor. 1, 3b-4a

R. Alleluia.
Gezegend is de Vader vol ontferming
en de God van alle vertroosting.
Hij troost ons in al onze tegenspoed.
R. Alleluia.

EVANGELIE

Ik noem u geen dienaars meer, maar u heb Ik vrienden genoemd

Lezing uit het heilig Evangelie volgens Johannes     15, 9-17

In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen:
“Zoals de Vader Mij heeft liefgehad, heb ook Ik u liefgehad.
Blijft in mijn liefde.
Als gij mijn geboden onderhoudt,
zult gij in mijn liefde blijven,
zoals Ik, die de geboden van mijn Vader heb onderhouden,
ook blijf in zijn liefde.
Dit heb Ik tot u gesproken, opdat mijn vreugde in u is,
en uw vreugde volkomen wordt.
Dit is mijn gebod,
dat gij elkaar liefhebt zoals Ik u heb liefgehad.
Geen groter liefde kan iemand hebben dan deze,
dat hij zijn leven geeft voor zijn vrienden.
Gij zijt mijn vrienden, als gij doet wat Ik u gebied.
Ik noem u geen dienaars meer,
want de dienaar weet niet wat zijn heer doet,
maar u heb Ik vrienden genoemd,
want Ik heb u alles meegedeeld
wat Ik van de Vader heb gehoord.
Niet gij hebt Mij uitgekozen, maar Ik u
en Ik heb u de taak gegeven op tocht te gaan
en vruchten voort te brengen, die blijvend mogen zijn.
Dan zal de Vader u geven
al wat gij Hem in mijn Naam vraagt.
Dit is mijn gebod, dat gij elkaar liefhebt.”

Woord van de Heer.