24e week door het jaar 1, maandag

24e week door het jaar 1, maandag

277 eerste lezing: 1 Tim. 2, 1-8

Ik vraag u gebeden te verrichten voor alle mensen.

Uit de eerste brief van de heilige apostel Paulus aan Timóteüs.

Dierbare,
Allereerst vraag ik u
gebeden, smekingen, voorbeden en dankzeggingen te verrichten
voor alle mensen, voor koningen en alle hooggeplaatsten,
opdat wij ongestoord en rustig
een in alle opzichten godvruchtig en waardig leven kunnen leiden.
Dit is goed en welgevallig in het oog van God, onze Heiland,
die wil dat alle mensen gered worden
en tot de kennis van de waarheid komen.
Want God is één,
één is ook de middelaar tussen God en de mensen,
de mens Christus Jezus
die zichzelf gegeven heeft als losprijs voor allen:
op de vastgestelde tijd legde Hij zijn getuigenis af.
En ik ben hiervan aangesteld als heraut en apostel
– ik spreek de waarheid, ik lieg niet –
om de volken te onderrichten in het ware geloof.
Ik wil dus
dat op elke plaats waar de gemeente samenkomt om te bidden,
de mannen hun handen opheffen in een geest van godsvrucht,
die haat en ruzie uitsluit.
Woord van de Heer.
Wij danken God.

tussenzang: Ps. 28 (27), 2, 7, 8-9

Refrein:
Gezegend de Heer, die mijn smeken gehoord heeft.

Hoor naar mijn smeken, als ik U aanroep,
mijn handen hef naar uw heiligdom.
Gezegend de Heer, die mijn smeken gehoord heeft,
de Heer, mijn kracht en mijn schild.

De Heer is een sterke macht voor zijn volk,
en voor zijn gezalfde een veilige burcht.
Red, Heer, uw volk en zegen uw erfdeel:
hoed hen en draag hen voor immer.

vers voor het evangelie: Mt. 11, 25

Alleluia.
Ik prijs U, Vader, Heer van hemel en aarde,
omdat Gij deze dingen
hebt geopenbaard aan kinderen.
Alleluia.

278 evangelie: Lc. 7, 1-10

Zelfs in Israël heb Ik zo’n groot geloof niet gevonden.

De Heer zij met u.
En met uw geest.
it het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas.
Lof zij U, Christus.

In die tijd ging Jezus
na afloop van zijn onderricht aan het luisterende volk
naar Kafárnaüm.
Daar was een honderdman, die een knecht had
aan wie hem veel gelegen was;
die knecht was ziek en lag op sterven.
Omdat de honderdman van Jezus hoorde,
zond hij enkele oudsten van de Joden naar Hem toe
met het verzoek zijn knecht te komen genezen.
Bij Jezus gekomen riepen zij met aandrang zijn hulp in.
Ze zeiden:
“Hij verdient dat Gij hem deze gunst bewijst,
want hij houdt van ons volk
en hij heeft op eigen kosten de synagoge voor ons gebouwd”.
Daarop ging Jezus met hen mee.
Maar toen Hij niet ver meer van het huis was,
liet de honderdman Hem door vrienden zeggen:
“Heer, doe geen verdere moeite;
ik ben niet waard dat Gij onder mijn dak komt.
Daarom meende ik ook er geen aanspraak op te mogen maken
persoonlijk naar U toe te komen.
Maar een woord van U is voldoende
om mijn knecht te doen genezen.
Want al ben ik zelf een ondergeschikte,
ik heb weer manschappen onder mij;
en tot de een zeg ik: ga, en hij gaat,
en tot een ander: kom, en hij komt,
en aan mijn knecht: doe dit, en hij doet het.”
Toen Jezus dit hoorde stond Hij verwonderd over hem.
Hij keerde zich om en zei tot het volk dat Hem volgde:
“Ik zeg u: zelfs in Israël heb Ik zo’n groot geloof niet gevonden.”
Toen de mensen die gestuurd waren, in het huis terugkeerden,
vonden zij de knecht weer gezond.
Woord van de Heer.
Wij danken God.

Subscribe
Abonneren op

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

0 Reacties
Inline Feedbacks
View all comments