8 mei: De Heiligen van Oldenzaal en Sint Odiliënberg

Wanneer Wiro, Plechelmus en Otger in Rome zijn, hoort de paus over deze drie mannen. Men vertelt hem, hoe ze bidden en offeren. Dan laat de paus hen bij zich roepen. Ze moeten aan de paus vertellen wat het doel van hun reis is. Tegelijkertijd smeken ze de paus, hen te sparen voor de last van het bisschops- ambt. Ze willen gewoon priester blijven. De paus ziet echter, dat hij een paar heilige priesters voor zich heeft. Daarom besluit hij de twee priesters zelf tot bisschop te wijden. Dat gebeurt in de Sint Pieter te Rome. Wiro moet aan de paus beloven, dat hij niet eerder als missionaris zal gaan werken, voordat hij voor zijn eigen bisdom heeft gezorgd.

Zo trekken de drie heiligen terug naar hun land. Wiro geeft al zijn zorg aan het bisdom. Wanneer hij echter ziet, dat alles in zijn bisdom goed is geregeld, gaat er voor hem een hartenwens in vervulling. Samen met Plechelmus en Otger gaat hij naar het land van de Friezen. Daar is kort voor hen een beroemde missionaris aangekomen. Dat is Willibrordus. De hofmeier, zeg maar de vorst van het land, wijst samen met Willibrord een gebied aan, waar de drie heilige mannen het geloof gaan verkondigen. Dat is eerst in het gebied, dat nu Twente heet. In Oldenzaal heeft het drietal veel mensen voor het geloof gewonnen. Maar veel weten we verder van hun leven niet af.

Waneer ze oud zijn geworden, geeft de hofmeier, Pepijn, hun een berg als geschenk. Deze berg ligt aan de Roer, niet ver van het beroemde klooster van Susteren. De berg wordt de Petrusberg genoemd, naar de kerk die de bisschoppen daar bouwen. Nu heet deze plaats Sint Odiliënberg.

Denk niet, dat onze drie heiligen nu de hele dag niets hebben gedaan. Ze gaan vaak de berg af, naar de huisjes van de houthakkers. Ze bezoeken de zieken en geven hun van de geneeskrachtige kruiden. Ze gaan bij de mannen zitten, als ze even uitrusten van het harde werken. Langzaam maar zeker winnen ze het vertrouwen van de mensen die daar wonen. Veel mensen gaan geloven in de God van Wiro, Plechelmus en Otger. De bisschoppen dienen de sacramenten toe, terwijl Otger preekt en aalmoezen uitdeelt aan de arme mensen.

De Petrusberg ligt niet ver van Susteren. Daar komt vaak Willibrord op bezoek. Zal hij ook niet vaker de Petrusberg beklommen hebben, om zijn trouwe vrienden op te zoeken? In elk geval komt er elk jaar hoog bezoek. Dat is aan het begin van de vastentijd. Dan zien de mensen de rijk geklede vorst Pepijn naar de berg toegaan. Wanneer hij echter aan de voet van de berg komt, legt hij zijn rijke kleren af, en gaat op blote voeten de berg op. Aan de deur van de kerk wacht Wiro of Plechelmus op hem. De bisschop leidt de vorst de kerk binnen. Daar spreekt Pepijn zijn biecht. Pepijn denkt met veel spijt na over een gebeurtenis uit zijn vroegere leven. Hij heeft immers bisschop Lambertus van Maastricht laten vermoorden. Nu denkt Pepijn met veel spijt daaraan terug. Maar Wiro en Plechelmus troosten hem. God heeft hem zijn grote zonde vergeven. Pepijn krijgt van de bisschoppen op de Petrusberg ook veel goede raad mee bij het besturen van zijn gebied.

Vaak roept Pepijn hen ook naar de vergaderingen met zijn ministers. Dan zeggen de twee bisschoppen precies wat ze denken.

Je ziet, hoe hard die twee bisschoppen en die diaken gewerkt hebben. Ook als ze oud geworden zijn, blijven ze mensen naar God brengen.

We weten niet precies wanneer deze heilige mannen zijn gestorven. Waarschijnlijk is eerst Wiro gestorven en enkele jaren later Otger en Plechelmus. Rond het jaar 700.

We vieren het feest van Wiro, Plechelmus en Otger op 8 mei.

God, veel mensen danken aan Wiro, Plechelmus en Otger het geloof. Wij vragen U, geef ook aan ons heilige bisschoppen en diakens, die ons de weg wijzen naar het eeuwig geluk. Dat vragen wij U, door Jezus onze Heer. Amen.