29 augustus: De laffe koning

We hebben al eens gezien, dat Johannes helemaal niet bang is de dingen eerlijk te zeggen. Tegen de soldaten zei hij: “Je mag niemand beroven.”

Deze eerlijkheid zal voor Johannes heel ernstige gevolgen hebben. Hij heeft de koning ook een keer de waarheid gezegd. Koning Herodes is namelijk getrouwd met een vrouw, waar hij niet mee mag trouwen. Johannes weet dat. Iedereen weet dat. Maar niemand durft er wat van te zeggen. Niemand? Natuurlijk! Johannes durft dat wel. En hij doet het ook. Voor Johannes maakt het geen verschil of hij voor een soldaat staat, of voor een farizeeër, of voor een koning. Als iemand niet doet wat God wil, dan zegt Johannes dat gewoon. Daarom zegt hij ook tegen de koning, dat hij niet met deze vrouw mocht trouwen. De koning is daar erg boos over. Welke brutale vlegel durft de koning zomaar de waarheid te zeggen. Daarom laat Herodes deze brutale man in de gevangenis gooien.

Toch denkt Herodes nog vaak aan Johannes. Eigenlijk is die Johannes wel dapper. De koning weet zelf ook heel goed, dat zijn leven verkeerd is. En die Johannes heeft hem dat toch maar durven zeggen. Heel diep in zijn hart denkt de koning heel goed over Johannes. Maar dat zegt hij natuurlijk tegen niemand.

Dan komt er een dag, die voor Johannes heel erge dingen laat gebeuren. De koning is jarig. Heel veel mensen zijn naar het paleis gekomen om feest te vieren. Het zijn allemaal deftige mensen. Er wordt een grote tafel gedekt met allemaal lekkere dingen erop. En er zijn ook muzikanten die mooie muziek spelen. Opeens klapt de koningin in de handen. Ze heeft een verrassing voor de koning. Even knikt de koningin naar de muzikanten. Dan beginnen ze heel mooi te spelen. En wie komt daar naar binnen? De dochter van Herodes. Ze heeft heel mooie kleren aan. Dan wordt het helemaal stil. Je hoort alleen nog maar de muziek. Daar begint het meisje te dansen. Iedereen kijkt toe. Wat is dat mooi. Zo kan alleen maar de dochter van de koning dansen. Wanneer de dans is afgelopen begint iedereen hard te klappen. De koning is zo trots als een pauw. Hij laat zijn dochter bij zich komen. “Je mag me vragen wat je wilt. Ik zal het je geven. Al vraag je de helft van mijn koninkrijk.” Nou, dat is wat. Zomaar mogen vragen wat je wilt. Die zal wel iets heel duurs vragen. Denk je ook niet? Toch nog even met moeder praten. Het meisje gaat naar koningin Herodias. Ze vertelt haar wat de koning heeft gezegd. Nu moet je weten, dat de koningin heel boos was op Johannes. Ze zou hem het liefste dood laten maken. Maar dat durft ze niet. Want ze weet wel dat de koning goed over Johannes denkt. Nu krijgt ze de kans. Ze stookt het meisje op om iets heel bijzonders te vragen. Het meisje gaat weer naar binnen. Dan zegt ze tegen haar vader: “Ik weet wat ik hebben wil.” De koning zegt: “Zeg het maar gerust.” Dan vraagt het meisje: “Geef mij het hoofd van Johannes op een schotel.” De koning schrikt heel erg. Dat wil hij niet. Johannes is een heilige man. Hij mag hem niet laten doodmaken. Iedereen kijkt hem aan. Wat zal de koning doen? Opeens ziet Herodes al die ogen. Wat zullen ze van hem denken als hij zijn belofte niet uitvoert? Koning Herodes is bang dat ze hem uitlachen. Dus laat hij een soldaat naar de gevangenis gaan. Daar wordt Johannes onthoofd. Het hoofd wordt op een schotel naar de feestzaal gebracht. Zo is Johannes gestorven. Hij had de waarheid gezegd, en dat konden de koning en de koningin niet verdragen. Daarom moest Johannes gedood worden. We kunnen Johannes vragen, ons te helpen, altijd eerlijk te zijn. We kunnen hem ook vragen ons te leren, dapper te zijn. Je mag zelf wel eens nadenken, waar je dapper zou kunnen zijn.

Op 29 augustus vieren we het feest van de onthoofding van Johannes de Doper.

Heilige Johannes de Doper, u hebt de mensen geleerd naar Jezus te luisteren. Wij vragen u, bid voor ons in de hemel. Help ons, te doen wat Jezus graag ziet, ook als dat soms moeilijk is. Vraag voor ons aan Jezus, dat wij ook in de hemel mogen komen. Amen.