27 november: Heilige Amelberga

In de tijd van de Noormannen heeft ook de abdij van Susteren te lijden onder de plunderingen van deze mannen. Er komt echter een keizer, die aan deze plundertochten een einde maakt. Deze keizer, Arnulfus heet hij, geeft de abdij van Susteren aan een kunstenaar, die pater is van de abdij van Prüm. Dat ligt in de Eifel. Er gaat nu een belangrijke verandering komen in het klooster van Susteren. In de tijd van Willibrord woonden er mannelijke kloosterlingen. Nu zal het een vrouwenklooster worden. De eerste abdis van dit klooster is de heilige Amelberga.

Een koning, die maar vijf jaar koning is geweest, heeft veel voor het klooster van Susteren gedaan. Deze koning heet Swentibold, of ook wel Sanderbout. Hij wil de mensen graag helpen om de schade goed te maken, die de Noormannen hadden aangericht. Maar ook hadden de gewone mensen veel schade geleden door de oorlogen die Swentibold zelf tegen zijn eigen vijanden moest voeren. Daarom geeft hij hun bepaalde gebieden. De bewoners van Born, Obbicht en andere plaatsen in de buurt krijgen van de koning de Graetheide. Ze mogen er vrij hout kappen voor hun huizen en er hun vee gratis laten grazen.

Het is wel zeker, dat koning Swentibold ook gezorgd heeft, dat de eerste abdis van Susteren het klooster kon herbouwen. Ook de mooie kerk van Susteren wordt door Amelberga gebouwd. Het klooster is helemaal verwoest, maar de kerk, die Amelberga bouwde, kun je nu nog zien. Het is een heel oude kerk met twee mooie torens. Natuurlijk heeft de pater kunstenaar Amelberga geholpen met het bouwen van deze kerk.

Swentibold, die vaker komt uitrusten in zijn Palts (paleis) te Born, gaat ook graag naar Susteren. Hij leert de abdis Amelberga goed kennen. De vrouw is zo heilig en zo wijs, dat koning Swentibold zijn drie dochters door haar wil laten opvoeden. De koning heeft gezien, dat Amelberga al meer meisjes een heel goede opvoeding heeft gegeven. Ze leert hen te leven, zoals Jezus dat in het evangelie heeft gevraagd. Ook al zijn het vaak rijke meisjes, Amelberga leert hen de armoede beleven. Zijn de mensen vaak een beetje ruw in hun omgaan met elkaar, Amelberga leert haar meisjes, heel zuiver te leven. Ze leert hen ook, de overste van het klooster te gehoorzamen. Daardoor gaan veel van deze meisjes heel goed leven. Dat heeft koning Swentibold gezien. Zo ’n opvoeding wil hij zijn dochters ook laten geven. Dus zullen de drie prinsessen ook in het klooster van Susteren gaan wonen.Relindis, een van de drie prinsessen blijft echter niet in Susteren. Zij gaat een heel streng kloosterleven leiden in de buurt van Luik. Benedicta en Caecilia, de andere twee dochters van Swentibold, zullen hun hele leven in Susteren blijven. Maar dat weten ze dan nog niet.

Koning Swentibold, die goed is voor de arme mensen, is toch ook wel eens driftig. Dan maakt hij wel eens ruzie met andere koningen of met graven en hertogen. Hij krijgt daardoor soms erge vijanden. Ook zijn er mensen die Swentibold niet als hun koning willen erkennen. Zij staan hem naar het leven om onafhankelijk te worden. In december van het jaar 900 wordt de koning in een gevecht met enkele vijanden gedood. Zijn lichaam wordt dan in de abdij van Susteren gebracht. Daar wordt het in de kerk begraven. Nu besluiten de dochters van Swentibold om voorgoed in het klooster te blijven.

We weten niet veel over Amelberga, maar je kent vast de uitdrukking: “Aan de vruchten kent men de boom, ” We weten namelijk, dat beide prinsessen heilige vrouwen zijn geworden. Dat kunnen ze alleen maar van de heilige Amelberga geleerd hebben. De opvoeding is zo goed geweest, dat na de dood van Amelberga de heilige Benedicta, dochter van Swentibold, haar is opgevolgd. Zij wordt nu de abdis. En na haar dood, kiezen de zusters de tweede dochter van Swentibold tot abdis. Dat is dus de heilige Caecilia.

In de schatkamer van Susteren wordt een borstbeeld van Amelberga bewaard, waarin een deel van haar ruggenwervel zit. Van Benedicta en Caecilia zijn er de schedel en enkele andere grote relikwieën.

Het feest van de heilige Amelberga wordt gevierd op 27 november.

Grote God, Jezus heeft ons laten zien, dat Hij vooral veel van kinderen houdt. Hij wil graag, dat de kinderen ook van Hem leren houden. Geef aan alle kinderen goede opvoeders, zoals de heilige Amelberga, die hen ook over Jezus vertellen. Zo kunnen alle kinderen de vrienden van Jezus worden. Amen.