25 december: Zij legde Hem neer in de kribbe

Wat zijn ze moe. Gelukkig is de stad niet meer ver. Dan kunnen ze heerlijk uitrusten van de lange tocht. Daar komen de eerste huizen al te voorschijn van de stad Betlehem. Maar wat is het er druk. Overal lopen mensen. Natuurlijk is het er druk. Van alle kanten zijn de mensen naar Betlehem gekomen. Ze moeten zich immers laten inschrijven. De keizer wil weten, over hoeveel mensen hij de baas is. Daarom moet iedereen naar de plaats gaan, waar zijn familie vandaan komt. De familie van Jozef komt uit Betlehem. Daarom gaat hij daar met zijn verloofde naar toe. Maar er zijn veel mensen, die uit Betlehem komen. Daarom is het nu druk in de stad. Overal lopen mensen rond, overal staan bepakte ezels. Iedereen probeert een plaatsje te vinden om de nacht door te brengen. Natuurlijk heeft Betlehem niet zoveel herbergen. Daarom zijn de mensen zo druk aan het zoeken. Ook Jozef gaat op zoek. Maar hij krijgt te horen dat alles vol is. Als hij helemaal niets meer weet, gaat hij buiten het dorp zoeken. Daar vindt hij een stal. Het is er wel niet mooi, maar het is tenminste warm en droog. In die stal wordt Jezus geboren. Maria wikkelt Hem in doeken. Dan legt ze Hem in een voederbak. Want het bedje dat ze voor Jezus in Nazaret had opgemaakt, heeft ze natuurlijk niet meegenomen. Zo komt Jezus op de wereld. Onder het zuivere hart van Maria wordt Hij geboren zoals alleen heel arme kinderen geboren worden. Alleen Maria en Jozef weten dat dit Kind de Zoon van God is. Nee, toch niet. Er zijn nog meer mensen die weten dat Jezus niet zomaar een kind is. Er zijn herders in het veld. Ze waken bij hun kudde. Opeens straalt een heel scherp licht. Ze zien een engel. Hij vertelt hun dat er in Betlehem een Kind is geboren. Dit Kind zal een Redder zijn. Deze gewone, eenvoudige herders geloven wat de engel hun zegt. Ze zijn erg blij en gaan het Kind zoeken. Als ze het gevonden hebben zijn ze erg dankbaar. Ze danken vooral God. Iedereen moet horen wat hun is overkomen.

Er zijn nog meer mensen die gezien hebben dat er een heel bijzonder Kind is geboren. Het zijn heel knappe mensen. We noemen ze wijzen. Ze hebben aan de sterren gezien, dat in een ver land een Koningskind is geboren. Daarom gaan ze op reis, want ze willen dit Kind gaan begroeten en eren. Een ster wijst hun de weg. Zo komen ze in Jeruzalem. Dat is de hoofdstad van het land waar Jezus geboren is. Daar is een koning, Herodes. Bij hem gaan de wijzen op bezoek. Ze denken natuurlijk dat het Koningskind in het paleis van de koning geboren is. Maar Herodes begrijpt het niet. Hij laat alle wijze mannen van zijn paleis bij elkaar komen. Die vinden dan in een groot boek, dat de nieuwe Koning in Betlehem geboren zou worden. Koning Herodes denkt dadelijk aan een koning zoals hij zelf is. Hij denkt niet aan een koning die van God komt. Hij wordt bang en wil dit Koningskind laten verdwijnen. Daarom vraagt hij aan de wijzen, of ze het Kind voor hem willen gaan zoeken. Dan zal hij het zelf ook gaan begroeten. Een engel waarschuwt de wijzen, dat ze Herodes niet meer mogen opzoeken. Herodes wil het Kind laten doden. Daarom gaan de wijzen, als ze het Kind Jezus hun geschenken hebben gegeven, langs een andere weg naar huis terug. Wanneer Herodes merkt, dat de wijzen niet meer komen, laat hij iets heel ergs doen. Hij laat in Betlehem alle jongetjes onder de twee jaar doodmaken. Hij denkt dan dat het Koningskind er vanzelf ook bij is. Dan hoeft de koning niet meer bang te zijn, dat hij van zijn troon wordt weggestuurd.

Toch heeft de koning zich vergist. Want een engel waarschuwt Sint Jozef. Hij moet met het Kind en Maria vluchten naar Egypte. Daar blijven ze totdat koning Herodes is gestorven. Dan gaan ze naar hun huisje in Nazaret terug.

Je ziet, dat het voor Maria niet gemakkelijk is geweest, om goed voor het Kind Jezus te zorgen. Er was geen plaats om Hem goed te verzorgen. Er waren machtige mensen die Hem wilden doodmaken. Maria heeft toch zo goed mogelijk voor Jezus gezorgd, samen met Sint Jozef.

We vieren het feest van de geboorte van Jezus elk jaar op 25 december. We noemen dat feest Kerstmis.

Maria, wij willen net als de herders Jezus vaak bezoeken. Help ons zo te leven dat Jezus altijd graag bij ons is.