22 september: Heilige Mauritius

Wanneer je goed naar de naam van deze heilige luistert, zit er een woord in dat je misschien kent. Het is het woordje ‘moor’. Dat woord vertelt ons, dat hij uit Noord-Afrika afkomstig is. Mauritius is de aanvoerder van een Romeins legioen. De soldaten zijn bijna alle- maal afkomstig uit het noorden van Egypte. Ze zijn ook bijna allemaal christen.

Het legioen van Mauritius wordt uit Afrika naar Europa gestuurd. Ze moeten over de Alpen trekken om in Gallië een opstand te onderdrukken. Dat wil Mauritius best doen. Hij is een trouw soldaat en zal de keizer altijd trouw blijven. Altijd? Nee, er zijn dingen die de keizer niet van Mauritius mag vragen. Want Mauritius heeft nog een andere Koning waar hij trouw aan beloofde. Dat is Christus. Wanneer de keizer van Rome iets van hem vraagt, dat door Christus verboden is, dan zal Mauritius niet naar de keizer luisteren. En precies dat gaat nu gebeuren. Luister maar eens wat er is voorgevallen.

Wanneer de Romeinen een belangrijke strijd gingen voeren, droegen ze eerst offers op aan hun goden. En daarmee begint eigenlijk het verhaal van Mauritius. Want we hebben al verteld dat Mauritius een christen is. Nu dragen christenen ook wel offers op. Maar dan niet aan allerlei goden. Christenen kennen maar één God. Dat is de God die alles heeft geschapen en die voor alle mensen zorgt. Natuurlijk wil Mauritius God vragen, hem in de strijd te helpen. Maar dat is niet de bedoeling van de Romeinen. Hij en zijn soldaten moeten offers brengen aan de Romeinse goden. Mauritius weigert dat. En zijn soldaten weigeren dat ook.

De Romeinen worden nu heel boos. Ze kiezen een stel soldaten uit en laten die doodmaken. Nu zullen de andere soldaten wel anders gaan denken. Maar de Romeinen vergissen zich. Geen enkele soldaat van Mauritius wil het offer aan de goden brengen. Er wordt nog een grotere groep soldaten gedood. Maar niets helpt. Dan schrijft Mauritius een brief aan de keizer in Rome. Daarin staan de volgende zinnen: “Keizer, wij zijn uw soldaten, maar we zijn ook soldaten van Christus. U betaalt ons soldij voor het vechten, maar Hij geeft ons het leven. Daarom kunnen wij nooit aan u gehoorzamen als Christus het ons verbiedt. Stuur ons op de vijand af en we zullen ons werk doen. Maar we zijn geen soldaten geworden om onschuldige mensen te doden. Onze armen zijn armen van soldaten. Wij zijn geen beulen. Wij doden geen onschuldige burgers. De eed van trouw aan Christus verbiedt ons dat. En die eed hadden we eerder gezworen dan de eed aan u. Wanneer we onze eerste eed zouden breken, hoe kunt u dan weten, dat we de eed aan u wel trouw blijven? We zien soldaten sterven, omdat ze de eed aan Christus trouw blijven. Wij willen daar zelf ook voor sterven. U mag onze tenten in brand steken, u mag ons folteren, u mag ons een voor een doden. We zullen ons er niet tegen verweren. Nooit zullen we aan heidense afgoden offers brengen.” Dat is een dappere brief, vind je ook niet?

De keizer is woedend. Hij geeft onmiddellijk bevel, deze brutale christenen te laten doden. Geen een mag er in leven blijven.

En zo wordt het bevel van de keizer uitgevoerd. De soldaten zijn op dat moment in het land dat nu Zwitserland heet. De plaats waar Mauritius en zijn makkers zijn gestorven kennen we nog steeds. Die plaats heet namelijk naar de heilige martelaar. Ze heet Saint Maurice. Die plaats moet je maar eens opzoeken in de atlas.

Bij toeval ontdekt een bisschop vele jaren later het gebeente van de heilige Mauritius. Er gebeuren veel wonderen. Onder andere wordt een vrouw van een soort reumatiek genezen. Op de plaats van de marteling wordt later een kerk gebouwd, waarin de relikwieën van de martelaren bewaard worden.

We vieren het feest van Mauritius op 22 september.

Heilige Mauritius, u bent een dapper soldaat van Christus geweest. U heeft zoveel van Christus gehouden, dat u liever wilde sterven, dan geen soldaat van Hem te zijn. Laat ons ook altijd dapper zijn en trouwe vrienden van Jezus blijven. Amen.