Preek op 24-06-2018, hoogfeest van de Geboorte van Johannes de Doper, pastoor Frank Domen

Preek op 24-06-2018, hoogfeest van de Geboorte van Johannes de Doper, pastoor Frank Domen

openingswoord

Broeders en zusters, allemaal van harte welkom.

Onze heilige Moeder de Kerk kent vele heiligen, bijvoorbeeld de heilige Franciscus van Assisi, de kleine heilige Theresia van Lisieux en – zonder overdrijven – nog duizenden anderen. Van al deze heiligen viert de Kerk hun sterfdag als hun geboortedag voor de hemel.

Maar onder al die heiligen is er één, die zo groot is en zo belangrijk, dat wij van hem ook zijn aardse geboortedag vieren. Het betreft de heilige Johannes de Doper, de neef en de voorloper van de Heer. Van hem heeft de Heer Jezus Christus verklaard, dat onder hen, die uit vrouwen geboren zijn, niemand is opgestaan, die groter is dan Johannes de Doper (Matteüs 11,11).

Hij is zes maanden eerder geboren dan Onze Heer, leefde op een gegeven moment in de woestijn, at sprinkhanen en wilde honing, en droeg een kleed van kameelhaar. Hij leidde dus leven van boete en versterving. Het was misschien mede daardoor, dat er een enorme kracht van hem uitging. Want hij leefde dan wel in de woestijn en preekte bij de Jordaan, maar zonder dat hij een flitsende website had of reclamefoldertjes uitdeelde, kwamen de mensen van alle kanten naar hem toe. Zij luisterden naar zijn woorden en velen deden wat hij van hen vroeg: zij lieten zich door hem dopen, terwijl zij hun zonden beleden. Op deze manier bereidden zij zich voor op de komst van de Messias.

Wij zijn vandaag bij deze heilige Eucharistieviering gekomen om de Heer te danken voor de zegeningen, die wij de afgelopen week weer mochten ontvangen, maar ook om nieuwe zegeningen te vragen, voor onszelf en voor anderen. Laten wij dat doen samen met Johannes de Doper. Zijn voorspraak geeft aan ons gebed extra kracht, maar laten we het dan ook doen in de geest van Johannes de Doper, in een geest van boete en versterving.

Laten wij nu boete doen, onszelf klein maken, door samen onze schuld te belijden.

openingsgebed

Laat ons bidden. God, Gij hebt de heilige Johannes de Doper doen opstaan om voor Christus, de Heer, een welbereid volk te vormen. Schenk aan uw Kerk de gave van de geestelijke vreugde en leid alle gelovigen op de weg naar verlossing en vrede. Door onze Heer Jezus Christus, uw Zoon, die … Amen.

kinderwoorddienst

preek

Johannes de Doper, misschien wel de grootste heilige, die de Kerk op haar kalender heeft staan.

Aan zijn geboorte ging voor zijn ouders, de priester Zacharias en diens vrouw Elisabeth, wel een heel lange lijdensweg vooraf. Net als zo veel andere mensen zijn zij op jonge leeftijd getrouwd. En ook zij wilden een gezinnetje stichten. Kinderen en kleinkinderen krijgen, samen gelukkig worden. Maar na enkele jaren hadden zij nog steeds geen kinderen. Om zich heen zagen zij vele andere jonge mensen kinderen krijgen, een eerste kind en een tweede en een derde, maar zij niet. En Zacharias en Elisabeth werden dertig jaar oud, en veertig jaar, nog steeds hadden zij geen kinderen. En zij werden vijftig en zestig jaar oud, en uiteraard was alle hoop vervlogen.

Door onze huidige medische kennis weten wij, dat niet alle mensen kinderen kunnen krijgen. Ongeveer één op de tien echtparen blijft kinderloos. In de tijd van Jezus Christus dachten de mensen – volkomen ten onrechte natuurlijk – dat kinderloosheid een straf van God was. Wanneer Elisabeth weleens over straat ging, naar de markt bijvoorbeeld, om boodschappen te doen, en zij passeerde een groepje vrouwen, moeders, dan voelde zij de ogen van haar mededorpsbewoners in haar rug priemen: welke zonde zullen Zacharias en Elisabeth hebben begaan, dat God hen op deze manier moet straffen!? Dat was wat de mensen zich afvroegen en daarom schaamde Elisabeth zich. Zij wist, dat zij en haar man in de ogen van God rechtvaardig waren, maar de andere mensen wisten dat niet. Vandaar dat in het tweede vers van het evangelie van vandaag geschreven staat, dat God door de geboorte van een zoon haar schande had weggenomen.

Op een goede dag was de priester Zacharias door loting uitgekozen om in de tempel van God een wierookoffer te brengen. Terwijl hij daarmee bezig was, verscheen hem aan de rechterkant van het altaar een engel van de Heer, die hem vertelde, dat hij en zijn vrouw Elisabeth een zoon zouden krijgen, die zij Johannes zouden moeten noemen. Zacharias dacht aan zijn oude afgeleefde lichaam en dat van zijn vrouw en schonk de woorden van de hemelse bezoeker geen geloof. En toen verklaarde Gabriël – een beetje verontwaardigd, omdat hij als engel, staande voor Gods troon, niet werd geloofd – dat Zacharias als teken van waarheid niet meer zou kunnen spreken tot op de dag van de geboorte.

De gelovigen, die buiten op het kerkplein stonden te wachten, vonden al, dat Zacharias lang wegbleef. En toen hij dan eindelijk naar buiten kwam en opeens niet meer kon spreken, begrepen zij, dat hij een verschijning had gehad. Korte tijd later merkte Elisabeth, dat zij in verwachting was. Met hart en ziel, met heel haar wezen, juichte zij – en ook haar man natuurlijk – van vreugde, dat God hen deze wel zeer bijzondere genade had verleend. De omstandigheden rondom en na de geboorte van Johannes waren zo bijzonder, dat de dorpsbewoners zich afvroegen wat er zou worden van dit kind.

Beste medegelovigen, wij, allemaal, hebben weleens van die ‘Zacharias-momenten’, een moeilijke fase in het leven; wij geloven nog wel, dat God bestaat, dat Hij de Schepper van hemel en aarde is, maar zijn eventjes vergeten, dat diezelfde God ook onze hemelse Vader is, al helemaal in die moeilijke fase van ons leven. Wij staren ons blind op onze angsten en zorgen en zien daardoor over het hoofd, dat onze Vader ons niet alleen heel nabij is, maar dat Hij ons zelfs draagt.

Misschien komt het door de schrik van het moment waarop wij een vreselijk nieuws hoorden – een ziekte of een sterfgeval of een ontslag – maar wij zijn op dat moment even als een huilend kind in de armen van zijn moeder. Wij voelen vooral onze tranen, meer dan de armen van moeder. Ook Jezus bad aan het Kruis: Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij Mij Verlaten!? Met zijn verstand wist Jezus wel, dat God Hem helemaal niet had verlaten, maar op dat moment voelde het wel zo.

De kunst is, broeders en zusters, om onszelf net als Zacharias te hernemen en weer te gaan opzien naar God. Zacharias zag in zijn geval na negen maanden, dat God zijn belofte had waargemaakt.

Misschien mogen ook wij eens een oplossing ervaren of meteen al merken, dat God met zijn troost en kracht in de storm aanwezig is. Het kruis is dan wel gebleven, maar het middel om met een zekere blijmoedigheid verder te gaan is er ook.

Alle mededorpsbewoners vroegen zich af wat er van dat kind zou worden, zo werkte Gods kracht door Hem. Laten ook wij ons altijd vasthouden aan God, onze Schepper én onze hemelse Vader. Wie weet gaan dan ook mensen om ons heen zich verbazen over de kracht en de wijsheid waarmee wij door het leven gaan.

Onze geloofsbelijdenis kent twaalf artikelen, maar er is er eentje, die wij nooit zouden mogen vergeten: dat God van ons houdt en dat Hij er altijd voor ons is. Amen.

Subscribe
Abonneren op

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

0 Reacties
Inline Feedbacks
View all comments