Preek op 18-02-2018, 1e zondag van de Veertigdagentijd, jaar B, pastoor Frank Domen

Preek op 18-02-2018, 1e zondag van de Veertigdagentijd, jaar B, pastoor Frank Domen

openingswoord

Broeders en zusters, welkom op deze eerste zondag van de vasten. Het evangelie spreekt vandaag over de beproevingen van Jezus Christus in de woestijn.

Wij hebben allemaal op school gezeten. Wij hebben proefwerken gemaakt. Weten wij het nog? De spanning als de vragen op bord werden geschreven of op een blaadje werden uitgedeeld? Gauw even doorlezen. Een eerste indruk opdoen. Sommige antwoorden weet je heel goed, bij andere moet je even diep nadenken.

Voor de ouderen is het al weer lang geleden. Kinderen en jongeren weten maar al te goed hoe het is om op de proef gesteld te worden. Niet alleen op school, maar ook bij zwemles, je rijexamen, enz.

Als wij goed nadenken over het leven zullen wij moeten zeggen, dat eigenlijk héél ons leven één grote proef is. Soms gebeuren er fijne dingen. Die zijn niet zo moeilijk te aanvaarden, maar soms gebeuren er minder leuke dingen of zelfs heel erge: ontslag, ziekte, een gebroken relatie of zelfs de dood van een dierbare.

Het lukt ons niet altijd om ons over te geven aan het leven. Dan komen wij in opstand. Dan maken wij het voor onszelf en voor anderen nog erger dan het al is. Dan dragen wij bij aan een stukje onvrede.

Vragen wij zo aanstonds samen om vergeving.

openingsgebed

Laat ons bidden. Almachtige God, leer ons in deze veertigdagentijd met meer toeleg en vroomheid het evangelie te beleven, en beter te begrijpen, dat wij niet leven van brood alleen, maar van elk woord, dat Gij ook spreekt in deze tijd. Door onze Heer Jezus Christus, uw Zoon … Amen.

preek

Wij hadden het over de beproevingen van het leven. Het is niet God, die die erge dingen laat gebeuren. Nee, sinds de zondeval van de eerste mensen, Adam en Eva, hoort het kwaad bij het leven. Het gebeurt in ieder mensenleven. Bij de een wat meer dan bij de ander, maar niemand ontsnapt.

De zonde, broeders en zusters, heeft de mensheid verzwakt. Wij stellen grenzen aan onze liefde voor God en voor mensen. Wij hebben soms meer liefde voor onszelf. Wij gunnen een ander niet dat hij het beter heeft dan wij.

Het kwaad in de wereld is echt kwaad. Het zal uiteindelijk door Onze Heer Jezus Christus allemaal overwonnen worden, maar nu het er nog is: God kan zelfs uit het kwade iets goeds te voorschijn laten komen. Wie een beetje ongeduldig is, kan zijn voordeel doen met mensen, die hem het bloed onder de nagels vandaan halen. Je kunt je geduld oefenen. Het kan sterker worden. Je geduld kan een beetje gaan lijken op het geduld van God.

Wie dikwijls praat over een ander, kan zich oefenen in het zwijgen. Kan proberen het gesprek een andere richting te geven. Wie geneigd is gauw de moed op te geven, kan proberen het positieve in de dingen te zien en door te gaan.

Maar, lieve mensen, er zijn krachten die ons proberen te ontmoedigen, die ons zelfs proberen over te halen zelf ook het kwaad te doen.

Wij hoorden in het evangelie van vandaag hoe Onze Heer Jezus Christus door de Geest naar de woestijn werd gevoerd … om door de duivel op de proef te worden gesteld. Veel mensen hebben moeite met het geloof in God. Zelfs goede katholieken doen weleens twijfelend als het gaat om de vraag of er nu wel of geen hemel is. En over geloven in een duivel, een kwade macht naast de goede macht van God en de engelen, daar hoor je weinig mensen over spreken.

De duivel, de satan, was oorspronkelijk een goede engel. Hij had en heeft bepaalde talenten. De ene engel heeft het talent om vrede te brengen. De andere engel om mensen zorg te laten dragen voor elkaar.

Maar ook de engelen moesten een proef ondergaan. En toen zij hoorden, dat zij op gegeven moment ook mensen moesten gaan dienen, wilden niet allen dat doen. Sommige engelen voelden zich daar misschien te goed voor. En er kwam strijd in de hemel, zoals er nu nog steeds strijd is op de aarde. Het kwaad lijkt soms sterker, maar het is zwakker. In de hemel blijkt dat vlugger dan op de aarde. Daarom werden de engelen, die God niet wilden volgen, meteen van hun troon gestoten. En zij werden op de aarde geworpen.

Het grote probleem is nu, dat de duivels vol haat zijn jegens God. Zij zijn hun licht kwijtgeraakt. En zij zijn jaloers op de mensen, die nog wel dat eeuwige licht in zich dragen. Zij willen ons dat licht afnemen. Als zij God zelf niet kunnen kwetsen, dan zullen zij proberen Hem te raken in zijn kinderen, in ons. De duivel, die bijvoorbeeld het talent had om vrede te brengen, gebuikt het nu om onvrede te brengen.

Beste medegelovigen, het begon al met Adam en Eva. Gehoorzamen wij of gehoorzamen wij niet? Zij lieten zich niet leiden door hun verstand, dat hun zei: Kijk eens naar al die prachtige dingen, die je al van God hebt gekregen, maar zij lieten zich leiden door hun hebzucht: nóg meer, nóg beter. Zij wilden geen dankbare kinderen zijn, maar zelfstandige mensen, die zelf uitmaakten wat goed is en wat kwaad. Nu, dan moesten zij het maar zelf uitmaken. God trok zich bescheiden terug en toen ervaarden de mensen wat zij uit zichzelf zijn: stof en as. Maar toen was het te laat. Te laat voor deze wereld, maar niet te laat voor Gods wereld.

De vastentijd, beste medegelovigen, is een aanbod van God om door oefening sterker te worden in geloof, hoop en liefde. Daardoor zal onze wereld toch nog iets van zijn glans kunnen terugkrijgen. En sowieso wacht ons, als God onze goede wil ziet, de glans van het eeuwig leven.

Wij zien in onze wereld de goede machten. Wij zien ook duidelijk de kwade machten. Die twee elkaar bestrijdende machten zijn er ook in de andere wereld. Het is eigenlijk dezelfde strijd. Realiseren wij ons, dat er kwade machten zijn, die ons en de vrede in de wereld bestrijden. Denken wij er nog meer aan, dat God aan onze kant staat. Wij zullen overwinnen. Maken wij ons wel sterk door te bidden en te vasten. Amen.

Subscribe
Abonneren op

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

0 Reacties
Inline Feedbacks
View all comments