Preek op 06-08-2017, Gedaanteverandering van de Heer, jaar A, pastoor Frank Domen

Preek op 06-08-2017, Gedaanteverandering van de Heer, jaar A, pastoor Frank Domen

openingswoord

Broeders en zusters, welkom. Iedere priester is verplicht jaarlijks op retraite te gaan. Dat heb ik in juli gedaan in de Foyer de Charité van Marthe Robin in Thorn, het ‘witte stadje’ in Noord-Limburg.

Tussen de bedrijven door ga ik even wandelen. Zo kwam ik bij een huis waar een bestelbus stopte. Er stapte een man uit, een vijftiger, een enorme snor met daaronder een stralende glimlach. Hij zag mij en riep meteen vol enthousiasme, zijn armen wijd uitgespreid: “Wij zijn de nieuwe bewoners.”

Ik zei: “Dat is prachtig, maar ik ben hier maar een weekje te gast.” Zo van: ik weet van niets. “O,” zei hij, nog steeds met een stralende glimlach, “ik dacht, dat je ons kwam bekeren!”

Wat ik toen zei, was niet zo slim: “Is dat dan nodig,” riep ik? Hij antwoordde, dat dat niet zo was. Ik zwaaide naar hem en wenste hem veel woonplezier. Ik vervolgde mijn wandeling en dacht: Hé, ik had hem op een leuke manier moeten laten weten, dat die bekering nodig is, voor iedereen.

Lieve mensen, wij gaan onze schuldbelijdenis bidden en dan zingen wij om ontferming. Wij vragen om hulp bij onze bekering.

Ik heb toen ik 14 jaar was een wat groter bekeringsmoment ervaren. Mijn leven veranderde radicaal. Een paar maanden later wilde ik priester worden.

Maar ons bekeren moeten wij eigenlijk iedere dag. Iedere dag is er reden om te bedanken voor het goede. Iedere dag zien wij ook: Hé, die oude nare gewoonte van mij steekt af en toe toch nog de kop op. Het spijt me, God. Het spijt mij, lieve mensen.

Wij vieren het feest van de Gedaanteverandering van de Heer in een tijd waarin mensen veel aandacht besteden uit hun uiterlijke gedaante. Maar vandaag laat Jezus Christus ons zijn innerlijke gedaante zien, die een bron van licht, vrede en vreugde is, óók voor alle mensen, die zich voor Hem openstellen.

Laten wij even stil worden, God om licht en om berouw vragen; hernieuwen wij ons voornemen om ons best te doen en spreken wij dan samen onze schuldbelijdenis uit.

openingsgebed

Laat ons bidden. God, bij de glorievolle gedaanteverandering van uw eniggeboren Zoon hebt Gij de mysteries van het geloof bekrachtigd door het getuigenis van Mozes en Elia, en hebt Gij ons op wondere wijze aangekondigd, dat ook wij uw kinderen mogen zijn. Wij bidden U: laat ons gehoor schenken aan de stem van uw beminde Zoon om met Hem uw erfenis te mogen bezitten. Door onze Heer Jezus Christus, uw Zoon … Amen.

preek

Ik heb ooit gelezen, dat het aantal zelfmoorden in de herfst groter is dan tijdens de lente. Dat is niet zo vreemd. Al die miljoenen blaadjes, die hun strijd om het leven opgeven, de storm, de regen, de lager wordende temperatuur, de vroeger invallende duisternis. De dood lijkt het land in een wurgende greep te krijgen. Als je het niet meer ziet zitten en je bent ontvankelijk voor deze sombere weersinvloeden, bestaat het gevaar dat je mee afglijdt in een dodelijke valpartij.

Het omgekeerde gebeurt ook. In de lente wordt het warmer, vroeger licht, de lammetjes dartelen in de wei, bomen worden groen en bloemen komen op, dan zie je niet alleen een prachtig wonder van de natuur gebeuren, je voelt jezelf ook innerlijk gesterkt. Je ziet het leven weer van de zonnige kant.

Waar het vandaag om gaat is dat een mens gevormd kan worden door wat hij ziet, door de soort mensen waar hij mee omgaat en door wat hij meemaakt.

De heilige Johannes zegt in zijn eerste brief het volgende: “Vrienden, nu reeds zijn wij kinderen van God en wat wij zullen zijn is nog niet geopenbaard; maar wij weten dat wanneer het geopenbaard wordt, wij aan Hem gelijk zullen zijn, omdat wij Hem zullen zien zoals Hij is” (1 Joh. 3, 2).

Johannes zegt, dat wij aan God gelijk zullen zijn, omdat wij Hem zullen zien zoals Hij is. Wat wij zien, blijft niet buiten ons, wij nemen het in ons op. Niet alleen maar op het netvlies van ons oog, nee, het gaat leven in ons hart en ons verstand, ja, als wij ons helemaal openstellen voor wat wij zien, doordringt het op den duur heel ons mens-zijn.

Petrus, Johannes en Jakobus zien Jezus Christus op de berg Thabor in zijn hemelse heerlijkheid. Niet ten volle, want al in het Oude Testament sprak God tot Mozes: “Mijn gelaat kunt gij niet zien, want geen mens kan mijn gelaat zien en in leven blijven” (Ex. 33, 20). Maar wát zij zien is indrukwekkend. Jezus’ kleed werd glanzend en prachtig wit. En wat Petrus betreft mag het zo blijven. Hij vraagt of hij tenten mag bouwen om daar te kunnen blijven.

Zoals wij in de lente het frisse groen en het warme licht als het ware in ons opzuigen, zo nemen de drie apostelen het licht, de vrede en de vreugde van de gedaanteverandering in zich op. Zij worden zelf licht, vrede en vreugde. Hun hart wordt groter, hun verstand helderder, het gebeuren staat voor altijd in hun geheugen gegrift. Zij willen voor altijd bij de Heer blijven.

Wanneer wij vandaag het feest van de Gedaanteverandering vieren is dat een uitnodiging van God om eens goed naar zijn heerlijkheid te kijken. Een oneindig leven van alleen maar vrede, alleen maar vreugde, geen momentje van duisternis, alleen maar licht!

Het is belangrijk, lieve mensen, dat wij – zoals wij weleens lekker buiten een uurtje in het zonnetje gaan zitten om die warmte tot op onze botten door te laten dringen – wij ons af en toe ook laten koesteren door het goddelijke licht.

Wij gaan gewoon ergens zitten, en denken aan een gebeurtenis uit het leven van onze Heer. Wij zien hoe Hij een verlamde man bij de hand neemt en doet opstaan. Voelen wij hoe Hij ook ons wil doen opstaan. Wij zien Hem de ogen van een blinde met slijk bestrijken waardoor deze weer kan zien. Voelen wij hoe Hij ook onze innerlijke ogen opent voor de hemelse waarheden. Zien wij Jezus in de boot slapen tijdens de storm op het meer in het vertrouwen, dat alles goed komt. Zien wij, dat Hij als de Goede Herder ook over ons waakt.

Waarom nam Jezus Christus deze apostelen mee de berg Thabor op? Om hen te sterken voor wat komen zou. Zíj zouden Jezus in doodsangsten zien in de hof van Olijven. Nu zij nog de tijd hebben maakt Jezus hen sterk voor de strijd. En zo wil Hij ook ieder van ons steeds sterker maken om het goede te kunnen blijven doen tot en met de laatste dag van ons leven.

Broeders en zusters, het is goed dat wij hier zijn. Jullie horen mijn stem of die van de lector/lectrice, maar weet, dat het God zelf is, die ons door deze viering wil sterken. Wij zien brood, maar beseffen wij, dat het Jezus Christus zelf is, die in ons komt, die ons steeds meer aan Hem gelijk maakt. Hij helpt ons om al het goede, dat Hij ons vraagt, te kúnnen doen.

Iedere zondagsviering, die wij met hart en ziel bijwonen, gaan wij ietsje meer op God lijken, wordt zijn liefde, zijn kracht, zijn licht, in ons een beetje sterker. En als wij thuis nog iets extra’s doen, gaat onze persoonlijke gedaanteverandering alleen nog maar sneller. Dat is de bedoeling: dat ook wij van gedaante veranderen; dat wij nieuwe mensen worden, mensen vol licht en vrede. Amen.

Subscribe
Abonneren op

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

0 Reacties
Inline Feedbacks
View all comments