Preek op 13-11-2016, 33e zondag door het jaar C, diaken Eelke Ligthart, en jaarlijkse toespraak van de voorzitter van onze PCI, Adriaan Rotteveel 

Preek op 13-11-2016, 33e zondag door het jaar C, diaken Eelke Ligthart, en jaarlijkse toespraak van de voorzitter van onze PCI, Adriaan Rotteveel

openingswoord

Dierbare medegelovigen, van harte welkom bij de viering van de H. Eucharistie op de 33e zondag door het jaar.

Een bijzonder welkom aan het bruidspaar Jan en Tinie Winter-Wijbenga, kinderen, kleinkinderen, familie en vrienden, die samen met ons hun 50 jarig huwelijksfeest willen vieren. Jan altijd werkzaam geweest in de horeca, Tinie moeder, vroedvrouw en oma. Ook al weer bijna 40 jarig lid van ons gemengd koor. 50 jaar lief en leed met elkaar delen, daar moet je iedere dag aan werken.

In de lezingen van vandaag lijkt het einde der tijden aangebroken, de dag die als een oven brandt. In het evangelie horen we dat alles verwoest zal worden.

Is er dan geen hoop meer? Na 50 jaar huwelijk is er hoop, is er vertrouwen op de toekomst. De laatste zin in het evangelie laat dat zien: Door standvastig te zijn zullen u en wij ons leven winnen.

preek

Dierbare medegelovigen, U kent dat vast wel. Op een gewone door de weekse dag gaat bij u thuis de voordeurbel. Als u open doet staan daar een paar mensen die u vertellen dat het einde der tijden nabij is. In dienst van Jehova vertellen ze je de meest vreselijke dingen die staan te gebeuren. Je moet je aansluiten bij hen, dan zal er redding voor je zijn. En dat alles wordt vertelt met een vastberadenheid en aanhoudendheid waar wij als katholieken misschien wel eens jaloers op kunnen zijn. Wat een ijver en overtuiging om iemand over de streep te willen trekken.

Is al die ijver, al die moeite niet aan een verkeerde zaak besteed? Die boodschap over het einde der tijden heeft weinig te maken met de verkondiging van de apostelen. De bijbel is zelfs voorzichtig als het gaat over het einde der tijden. Jezus zegt: “Wanneer dat einde komt weet zelfs de Mensenzoon Jezus zelf niet. Alleen de Vader zelf weet ervan”.

Te veel speculaties van onze kant over het eind der tijden geeft slechts onzekerheid en overspannen gedrag. Ook al zijn er soms tijden met aanslagen en natuurrampen waarbij je van alles zou kunnen gaan denken.

Toch spreekt diezelfde bijbel steeds opnieuw mensen van iedere generatie aan de taak op zich te nemen, die door God is gegeven: werken aan gerechtigheid en vrede voor alle mensen. En daar doen we van tijd tot tijd met enige regelmaat iets aan, Caritas, Diaconie, ook in deze parochie Dus het einde der tijden is nog lang niet zover, er is nog veel werk te doen.

In de kerkgemeenschap, waar Lucas voor schreef, was het eerste enthousiasme van het begin er al een beetje af. Het actieve en vitale van de eerste jaren is grotendeels weg. Het was een kerk geworden van de gevestigde orde. Er waren conflicten en er was net als tegenwoordig lauwheid en afvalligheid. Het einde leek wel nabij. Als we met het evangelie terug gaan in de tijd hebben we het over de jaren 60 van de eerste eeuw.

Er zijn opstanden tegen Romeinse overheden, oorlog in Palestina. Overal staan profeten op die in felle bewoordingen het einde der tijden aankondigen. Er zijn aardbevingen in Frigie hongersnood onder keizer Claudius. De leerlingen van Jezus worden vervolgd door de overheden. Ja, veel van de dreigingen die we Jezus zojuist hoorden voorspellen, zijn al werkelijkheid. Het kan haast niet anders of het einde der tijden is nabij.

Een groot contrast met dit alles is de tempel, waarover de eerste zin van het evangelie gaat. Die staat daar in volle schoonheid boven op de berg, daar keek je letterlijk en tegen op. Een rots in de branding, het zevende wereldwonder werd hij genoemd, niets anders dan pracht en praal. En als iedereen zich er op die manier bewonderend over uitlaat, dan komt de waarschuwing van Jezus, Hij zegt: “Pas op, loop niet achter de verkeerde dingen aan, laat je niet verblinden door de schone schijn, want daar gaat het goede en het mooie aan kapot; zelfs de tempel zal het dan ontgelden.

Het beeld dat Jezus in het evangelie van Lucas laat zien, is niet alleen een beeld van toen in de eerste eeuw, maar ook een beeld zoals het nu gaat in 2016.Zelfs de nieuwe president van Amerika is voor velen een bedreiging, met gevolg, discussies, conclusies en veel negativiteit. Het leven wordt al van alle kanten bedreigd: Werkloosheid, aanslagen, vluchtende mensen, natuurrampen, vervolgingen van christenen, zo kun je nog wel even doorgaan.

Maar gelukkig is er iemand die er niet aan voorbij gaat. Die het niet kan laten voor wat het is. Jezus in eigen persoon sluit er zijn ogen niet voor. Hij windt er geen doekjes om: Zo het nu gaat, gaat het niet langer, de afloop kan alleen maar slecht zijn. Alle genoemde negatieve zaken, vragen van ons om een reactie. We kunnen onze ogen wel sluiten, of de andere kant op kijken of onze schouders ophalen onder het motto: Wat kan ik er aan doen!

Of zijn we bereid om ons te bekommeren om het onrecht in de wereld? Durven we zelfs zover te gaan dat we ons eigen aandeel durven te zien in het onrecht in de wereld, in onze eigen omgeving? Het diaconaal weekend valt precies op zijn plaats in dit weekend, bij deze lezingen. We horen er zo meer over.

Wat doen we in het uur van de waarheid, zijn we bereid kleur te bekennen, ook als het voor ons persoonlijk moeilijk wordt? Hebben wij de moed om ons hart te laten spreken in die situaties die vragen om gerechtigheid, ook al is het niet onze persoonlijke gerechtigheid, ook al is het niet iets waar we zelf beter van worden. Het antwoord is aan ons, aan u en aan mij. De tijd dringt. In een wereld die uitziet naar gerechtigheid en vrede krijgt ons geloof betekenis. De weg van Jezus is immers de leidraad in ons leven. Jezus is goed voor de mensen, laten ook wij dan goed zijn voor onze medemensen en niet alleen als het ons wordt gevraagd.

Het verhaal van vandaag roept geen ellende over ons af. Het is ook niet bedoeld voor de doemdenkers onder ons, zo van: het is allemaal niks en het wordt ook nooit wat. De negatieve gebeurtenissen omdraaien tot het goede en ontdekken dat we met het Licht van Christus het leven kunnen winnen. Amen.

JAARLIJKSE TOESPRAAK VAN DE VOORZITTER VAN ONZE PCI

Geachte mede-parochianen. Het doet mij deugd, dat ik u tijdens dit diaconale weekend, weer iets mag vertellen over de Parochiële Caritas Instelling ofwel de PCI, waarvan Jannie Ligthart en ik, en tot voor kort Sanna Lens, de activiteiten in goede banen proberen te leiden.

Zoals u weet, is dit jaar door onze Paus uitgeroepen tot het Jaar van Barmhartigheid en het is daarom niet verbazingwekkend, dat dit weekend ook in het teken van de barmhartigheid staat.

Over de samenhang tussen diaconie, caritas en barmhartigheid of naastenliefde heb in de laatste Dionysius in Beeld al uitvoerig geschreven, en ook over de werken van barmhartigheid.

Ik heb daar ook duidelijk gemaakt, dat deze werken van barmhartigheid ons allen aangaan. Ik mag hier dan wel eens per jaar staan namens de PCI, maar ook wat wij doen is maar een klein deel van die werken. Het meeste wordt verricht door alle leden van onze parochie, de één wat meer in zijn eigen omgeving en de ander wat meer in het vrijwilligerswerk voor de parochie. De PCI richt zich, zoals u weet, wat meer op de hulp bij financiële problemen.

Toen ik het voorzitterschap van de PCI zo’n vijf jaar geleden op me nam, bestond er in Heerhugowaard al een Platform Armoedebestrijding, waarin de PCI’s en diaconieën van alle kerken en de welzijnsorganisaties in Heerhugowaard zijn verenigd. Maar echte middelen om armoede te bestrijden waren er eigenlijk niet, behalve dan een noodfonds, waaraan alle kerken bijdragen, om in de meest urgente gevallen wat zogenaamde broodhulp te bieden. Ik werd dus ook, namens de PCI, lid van dat Platform. En, u raadt het al, ook daar was een nieuwe voorzitter nodig. Natuurlijk zei ik nee; ik wist immers nog nauwelijks wat dat werk inhield.

Maar na rijp beraad heb ik uiteindelijk toch ja gezegd, met als doorslaggevende reden, dat er juist op dat moment sprake was van een nieuw landelijk project, dat mij heel erg geschikt leek om precies die problemen op te lossen waarvoor de afzonderlijke PCI’s en diaconieën de kennis misten. Een project dat vrijwilligers een erkende opleiding zou geven om met kennis van zaken mensen die in de financiële problemen waren geraakt de helpende hand te bieden bij het oplossen ervan en waarbij we bovendien zouden samenwerken met de gemeente. En dat was het SchuldHulpMaatje-project.

Ik heb daar al vaker over gesproken, maar de reden waarom ik er dit jaar wat extra aandacht aan wil schenken, is dat we dit jaar het eerste lustrum van dat project vieren. Landelijk heeft koningin Maxima al haar grote waardering uitgesproken voor het project en vorige week mochten wij aan een aantal schuldhulpmaatjes van het eerste uur een oorkonde met penning uitreiken voor vijf jaar trouwe dienst. En u begrijpt dat dit ook voor mij een beetje voelt als een lustrum, omdat ik de samenwerkingsovereenkomst tussen SchuldHulpMaatje-Nederland, de gemeente en de gezamenlijke kerken heb mogen ondertekenen. Daarbij is afgesproken dat de gemeente in ruil voor die samenwerking het leeuwendeel van de kosten voor opleiding en voor de jaarlijkse hercertificering zou betalen en de PCI’s en diaconieën van de kerken de rest.

En ik kan u verzekeren, dat úw bijdrage daaraan, die komt uit deze jaarlijkse collecte en giften op onze rekening, heel erg goed besteed is. En dat zult u beslist met mij eens zijn, als ik u zeg, dat we in die afgelopen vijf jaar, met gemiddeld 20 tot 25 maatjes, zo’n 320 mensen of gezinnen in financiële problemen hebben kunnen bijstaan waarvan zo’n 75% er weer bovenop is gekomen. En dat is een hoog percentage; en dat is zo hoog omdat de maatjes de mensen thuis opzoeken en naast hen gaan zitten, om hen te helpen de boekhouding op orde te brengen, hen te wijzen op eventuele gemeentelijke hulp en hen uiteindelijk mogelijke oplossingen voor te houden – waaruit ze zelf moeten kiezen – om uit de problemen te komen. U moet de website van SchuldHulpMaatje-Nederland maar eens bezoeken om de dankbare reacties te zien van mensen die op deze manier geholpen zijn.

En als ik dan zie hoeveel mensen, van jong tot oud, bereid zijn dat werk als vrijwilliger te doen en hoeveel vrije tijd zij daarin stoppen, dan ben ik daar diep van onder de indruk. Om een voorbeeld te noemen: vorig jaar hebben 22 maatjes elk gemiddeld 100 uur aan dit werk besteed. Zo’n 12 volledige werkdagen van hun vrije tijd per jaar en zonder enige vergoeding. Welnu, dat is wat ik deze keer, ter gelegenheid van het eerste lustrum van ons project, graag onder uw aandacht wilde brengen. En tevens wil ik u graag bedanken voor uw steun door de jaren heen.

Ik moet door deze uitweiding natuurlijk korter zijn over de andere projecten, waarvoor we desondanks toch hopen op uw onverminderde steun. En dan bedoel ik natuurlijk de Advent-activiteiten, die we al enkele jaren met de gezamenlijke kerken organiseren, zoals de voedselbankactie en de kledingactie voor kinderen van ouders die op de voedselbank zijn aangewezen. Hopelijk lukt het ook dit jaar weer om net als vorig jaar aan de ouders van 77 kinderen een tegoedbon van €75,- uit te reiken.

Ook ons kaarten- en kaarsenwinkeltje hopen we in de Advent weer op te zetten. Ik zeg hopen, want het tekort aan vrijwilligers wordt in alle werkgroepen steeds nijpender, ook in de PCI.

Gelukkig kon ik vorig jaar melden, dat het Ziekentriduüm Heiloo voortgezet kon worden door de komst van twee nieuwe vrijwilligers, maar nu dreigt de Missiewerkgroep te verdwijnen. Eén van de steunpilaren Siem van Langen is voornemens eind van het jaar naar elders te verhuizen en de andere twee leden, Henk Mol en Vera Muller, hebben aangegeven er dan ook mee te stoppen.

En nog dichter bij huis: ook de PCI heeft een groot probleem. Ik zei al, dat Sanna Lens onze penningmeester, onlangs heeft moeten aangegeven, dat zij niet langer in staat is het penningmeesterschap uit te oefenen. U herinnert zich wellicht, dat we nu alweer vier jaar geleden, lange tijd op zoek waren naar een penningmeester, en hoe verheugd we toen waren dat Sanna zich aanmeldde. Maar intussen heeft het jonge gezin Lens met zoveel gezondheidsproblemen te kampen betreffende kinderen en ouders, dat Jannie en ik haar volledig steunen in haar besluit, hoezeer dat ons ook spijt.

U begrijpt, dat we nu met hetzelfde probleem zitten als vier jaar geleden en dat we weer op zoek zijn naar een nieuwe penningmeester. Nu moet u niet denken, dat dit een functie is waarvoor je boekhouder moet zijn, want het gaat niet om veel en zeker niet om grote transacties. Het huishoudboekje van de PCI bijhouden en aan het eind van het jaar een jaaroverzicht maken, daar gaat het in grote lijnen om. Bovendien geeft het bisdom ook regelmatig cursussen op dat gebied. Maar het belangrijkste is natuurlijk om mee te denken over de bestedingen.

Ik wil daarom vandaag een dringend beroep op u allen doen om nog eens bij uzelf te rade te gaan, of wellicht het missie-werk of de functie van penningmeester van de PCI nu júist de uitdaging voor u is om een tastbare bijdrage te leveren aan de werken van barmhartigheid.

En wat de collecte aangaat: ik hoop dat wat ik vandaag heb gezegd, u weer voldoende heeft kunnen motiveren om ons werk met een ruimhartige bijdrage te ondersteunen.

Subscribe
Abonneren op

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

0 Reacties
Inline Feedbacks
View all comments