Preek op 11-12-2016, 3e zondag van de advent, jaar A, pastoor Frank Domen

Preek op 11-12-2016, 3e zondag van de advent, jaar A, pastoor Frank Domen

openingswoord

Broeders en zusters, welkom op deze derde zondag van de advent. We gaan de derde kaars aansteken…

(kleine kinderen zingen een liedje)

Wij hebben nog twee weken de tijd om ons op de kerst voor te bereiden. En jullie begrijpen wat ik bedoel: het gaat dan niet over de boom en de boodschappen, maar over de innerlijke voorbereiding. God hoopt – net zoals de Joden dat deden en nóg doen in bijzondere tijden – dat wij ons voorbereiden door wat extra gebed en bezinning, door wat meer goede werken dan anders. De kerststal is ook weer wat meer uitgebreid. Zorgen wij, dat ook wij strakjes klaar zijn.

openingsgebed

Laat ons bidden. Heer onze God, altijd zijt Gij bezorgd om ons geluk. Geduldig en getrouw bereidt Gij uw volk voor de opkomst van de Heiland. Doorbreek onze onmacht, ontsluit ons hart; dat wij onbevangen Hem erkennen die midden onder ons zal komen: Jezus Christus, uw Zoon, onze Heer. Die leeft en heerst … . Amen.

preek

Johannes de Doper zit moedeloos in de gevangenis. Blijkbaar kan een grote profeet uren van ontmoediging en twijfel hebben. Dat kan voor ons een troost zijn. Johannes zit niet alleen in het duister van de gevangenis, maar ook in zijn hart heerst duisternis. Wij hebben het misschien weleens meegemaakt, dat een familielid vertwijfeld was. Daar hebben ook wij dan verdriet van.

Tijdens Jezus’ Doop had Johannes de heilige Geest over Jezus zien neerdalen en hij had een hemelse stem gehoord, die verklaarde, dat Deze de Zoon van God was, en dat wij allemaal naar Hem moesten luisteren. Maar nu was er toch twijfel gerezen in het hart van de Doper: Was Jezus dan toch niet de Messias, die een vernietigend oordeel over alle kwaad in de wereld kwam uitspreken!? Daarom stuurde Johannes zijn leerlingen naar Jezus met de vraag: “Zijt Gij de Komende of hebben wij een ander te verwachten!?”

In het antwoord van Jezus klinkt geen enkel verwijt, zo van: “Dat had Ik van mijn eigen neef toch niet verwacht!” Jezus antwoordt ook niet met een duidelijk ‘ja’ of ‘nee’, maar verwijst naar wat men hier en nu kon zien en horen als een aankondiging van de Messiaanse tijd: “Johannes, kijk naar de kleine, hoopvolle dingen, die je overal ziet gebeuren: blinden zien, kreupelen lopen, en armen wordt de Blijde Boodschap verkondigd”. Zo geeft Jezus aan Johannes weer vaste grond onder de voeten en Hij heeft nog een tip voor hem, en dus ook voor ons: “Je moet je aan Mij niet ergeren, ook al heb je misschien een heel andere voorstelling over de komst van het heil”.

Johannes dacht, dat nú het grote oordeel zou komen, waarop het kaf zou worden gescheiden van het koren, het kwade verwijderd van het goede, en dat dan het rijk van ongestoorde vrede zou aanbreken. Maar de Messias komt als een afstraling van Gods goedheid en menslievendheid tegenover alles wat ziek, zwak en zondig is. De Messias bouwt zijn Rijk op in goedheid en vrede te midden van een wereld vol goddeloosheid en onmenselijkheid. Voor het oordeel is er nog altijd gelegenheid, maar eerst moeten de mensen de tekens van het heil zien, zodat zij daarna vrij kunnen kiezen.

Toch herkennen veel mensen zich in de verwachting van Johannes de Doper. Sommigen zijn ontgoocheld, omdat God niet meteen het goede beloont en het kwade straft. Ontgoocheling kan leiden tot de ergernis, dat God schijnbaar werkeloos toeziet. En als wij dan tegen die ontgoochelde mensen zouden zeggen, dat het op de dag van het Laatste Oordeel allemaal in orde komt, helpt dat ook niet, want zij willen, dat het hier en nu in orde komt.

Jezus roept ons dringend op te veranderen: voorrang te geven aan het goede, ons te verheugen iedere keer weer, dat wij kleine tekens van het heil zien gebeuren. En ze gebeuren, beste medegelovigen; er zijn weer nieuwe kinderen en volwassenen, die zich in het geloof willen verdiepen.

Als wij toch nú al het oordeel willen laten plaatsvinden, laten wij dan onszelf onder het oordeel plaatsen, door het ontvangen van het Sacrament van Verzoening, de Biecht, met de garantie, dat – als wij ook maar een beetje spijt hebben – wij vrijgesproken worden.

Waarom wel Dopen en Communie en Vormsel en Huwelijk en Ziekenzalving uit de handen van de Priester, maar niet de Biecht!? Willen wij bij het Oordeel horen, dat Jezus ons vraagt: “Zeg, Ik heb jullie toch zeven Sacramenten gegeven, niet zes!?

Lieve mensen, het Sacrament van Boete en Verzoening, de Biecht, is een gave van God. Bij enkele priesters is dat op wonderbare wijze gebleken, bijvoorbeeld bij pater Pio. Hij deed héél veel wonderen, en in de biechtstoel was pater Pio bijna altijd in een toestand van verlichting: God liet hem in zekere mate deelhebben aan de goddelijke alwetendheid; als iemand een zonde vergat of verzweeg, dan herinnerde pater Pio hem of haar eraan.

Zo vroeg hij aan een man uit Modena of hij niet meer wist, dat hij bij het schoonmaken van zijn auto een schroevendraaier had laten vallen en daarbij vreselijk gevloekt had. Tegen een vrouw, die in de biecht iets meer wist te zeggen, zei pater Pio: “Loop eens gauw naar de vijver, kijk erin en kom dan weer terug! In de vijver zag zij het kindje, dat zij 19 jaar geleden had vermoord en in een vijver had geworpen. Geschokt beleed zij haar grote schuld, die haar van harte werd vergeven. Een man deelt mee, dat pater Pio hem in de biechtstoel de vijandschap met een buurman voorhield en hem maande zich zo snel mogelijk te verzoenen.

Beste medegelovigen, het Sacrament van de Biecht is één van de grootste gaven van God, een gave, die wij in deze tijd, zo los van God, misschien juist wel het hardste nodig hebben. Veel mensen zijn bezwaard met allerlei schulden en het erge is, dat zij vaak niet eens weten waar dat ‘zware gevoel’ vandaan komt. Biechten schenkt vergeving van zonden, maar het schenkt ook innerlijke vrede, zo van: Dát hoef ik niet meer mee te dragen; maar ook de vrede als gave van God. En de Biecht schenkt kracht om datgene wat wij hebben uitgesproken niet meer te doen. Meestal gaat het beter via een langzaam groeiproces, maar wie hun belijdenis oprecht uitspreken, zullen die groei op den duur zeker ervaren.

Een man had gespot over het plan van een paar vrouwen om naar pater Pio te gaan. Uiteindelijk ging hij toch mee, omdat een vrouw de reis voor hem betaalde. Toen pater Pio hem zag, zei hij vol humor tegen de man: “Zeg, jouw ziel is ook aardig smerig”, en hij nam de verraste man mee naar de biechtstoel. Stralend van vreugde en vrede kwam hij er weer uit en zei tegen de mensen, dat pater Pio hem herinnerd had aan de dag, dat hij thuis een schoen had uitgetrokken en naar het kruisbeeld had gegooid.

Lieve medeparochianen, sommigen van jullie gaan geregeld biechten; anderen hebben dat misschien al lang niet meer gedaan. Denken wij er eens over na: de sacramentele vergeving ontvangen is de beste voorbereiding op het grote feest van Kerstmis.

Een andere goede voorbereiding zijn de werken van barmhartigheid. Wij gaan nu naar een heel kort filmpje kijken over ons adventsproject over straatkinderen in Rwanda… Amen.

Subscribe
Abonneren op

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

0 Reacties
Inline Feedbacks
View all comments