Preek op 09-10-2016, de 28e zondag door het jaar C, diaken Eelke Ligthart

Preek op 09-10-2016, de 28e zondag door het jaar C, diaken Eelke Ligthart

openingswoord

Dierbare medegelovigen, van harte welkom bij de viering van de H. Eucharistie op de 28e Zondag door het Jaar.

Vandaag lijkt het thema te zijn : “Genezing”. De Syriër Naäman dompelt zich zeven maal onder in de Jordaan, zoals de man Gods Elisa had gezegd en hij was gereinigd van zijn melaatsheid. Waarom kon dat niet in een rivier in Syrië? Maar hij geloofde en werd genezen.

Tien melaatsen waarvan we horen in het Evangelie zochten genezing bij Jezus en ook zij werden genezen, ze werden gereinigd. Slechts een kwam terug om zijn dankbaarheid te tonen. Daarna begon hij een nieuw leven.

Het woord van God en het geloof, het echte geloof geeft dus leven, nieuw leven. Laten we in deze viering dank aan God brengen en iedere dag proberen ons leven te verbeteren. Een fijne viering toegewenst.

preek

Vandaag vertelt het evangelie ons dat dat Jezus in een keer tien melaatsen geneest. Zo maar, op wonderbare wijze, want Jezus was geen dokter, ook geen kruidendokter, geen wonderdokter of medicijnman. Hij beschikte niet over geneesmiddelen of kruiden of wonderbare krachten. Het enige waarover Hij beschikte was dat Hij een beroep deed op de genezende kracht van Gods liefde. Gods liefde staat ergens voor; wie daarop vertrouwt, daarin gelooft, kan wonderlijke ontdekkingen meemaken. Dat is wat in de woorden en daden van Jezus telkens weer meeklinkt.

In de tijd van Jezus was melaatsheid een ongeneeslijke ziekte. Vanwege de afschuwlijke, steeds verder gaande ziekteverschijnselen en vanwege het grote besmettingsgevaar, moesten de melaatsen volkomen afgezonderd leven. Zij waren uitgesloten uit de maatschappij. Melaatsen waren zeer ongelukkige mensen. Mensen die buitengesloten worden op welke manier dan ook zijn ongelukkig. Dat kunt u zich wel voorstellen.

Vandaag verlost Jezus mensen uit hun isolement, uit hun ellende. Jezus geneest mensen. Voor mij is dit een van de hoofdpunten uit dit bijbelverhaal. God wil mensen verlossen uit hun ellende, Hij wil ze genezen, ze laten omkeren naar een beter leven. Hoe dat gebeurt, willen wij vaak wel weten, als moderne westerse mensen, want immers alles moet verklaardbaar zijn. Hoe kun je het anders geloven? Maar beste mensen, hoe het gebeurt is niet belangrijk, maar dat het gebeurt is veel belangrijker.

Tien melaatsen worden door Jezus uit hun ellende verlost. Slechts een van hen komt terug, omdat hij ziet dat hij werkelijk is genezen. Hij knielt voor Jezus neer om hem te bedanken. De andere negen zijn spoorloos verdwenen. Ook Jezus vroeg zich af waar de negen anderen zijn gebleven. Waarschijnlijk vieren ze feest met vrienden en familie. Maar waar is hun dank gebleven?

Buiten genezing is er dus nog een ander thema in deze lezing: Dat is de dank aan God. Het is niet goed dat wij God vergeten te bedanken voor de goede bevrijdende dingen die we mogen ervaren. Het is goed en belangrijk dat wij gelegenheid zoeken om God te danken voor de zorg die Hij aan ons besteed. Natuurlijk, het is voor velen best moeilijk om te zien dat er een God is die aan je denkt. De tegenwoordige maatschappij helpt je ook niet om daarbij stil te staan.

Maar het hoort tot het hart van de Blijde Boodschap van Jezus. God is altijd en overal met ons bezig, met ieder van ons persoonlijk. In ons bidden zou de dankbaarheid best wat meer aandacht mogen krijgen.

Een derde belangrijk aandachtspunt in het evangelie gaat over die ene man die terug komt. Over hem wordt kort, bijna achteloos , maar allerminst zonder erg, gezegd: en deze man was een Samaritaan. Is alleen deze vreemdeling teruggekeerd? zegt Jezus. Samaritaan, vreemdeling… wat is er aan de hand?

Een Samaritaan was voor de joden een vreemdeling, sterker nog, een afvallige, een rare, een vreemde. Toch is hij de enige die correct handelt. Het gaat in de Bijbel wel meer over een Samaritaan die barmhartigtiger blijkt te zijn dan anderen waarvan je het zou mogen verwachten. Voor de joden zijn dat veelzeggende, pijnlijke verhalen.

Uit de evanglieverhalen blijkt dat God er niet alleen is voor joden, maar dat Hij er is voor alle mensen van goede wil. Mensen met een levenshouding van overgave en gelovige openheid. Mensen met rafelige randen opgedaan in het leven. Aan die mensen zegt Jezus; “Uw geloof heeft u gered”.

De les is dus dat wij ons niet moeten laten leiden door vooroordelen over mensen, die anders zijn, doen en denken. Dat we die medemensen vergelijken met hoe wij denken en doen. Maar respect tonen voor wat wij in de ander vreemd vinden en niet begrijpen, maar respect tonen voor elkaars eigenheid.

Het woord van God, zegt Paulus in de tweede lezing, zit niet gevangen, laat zich niet in boeien slaan. Dat woord voert ons naar het Beloofde Land . Dat land mag vorm krijgen in ons gebed, maar ook in ons doen en laten. Daarmee planten we het Rijk Gods in de grond die ons is gegeven, ons aardse bestaan, het woord van God en zijn sacramenten.

De Syrier Naäman nam een kruiwagen grond mee om het Beloofde Land verder te brengen in letterlijke zin. Laten wij in ons gebed steeds vaste grond vinden in het vertrouwen dat God naar ons omziet en ons zijn trouw bewijst. Dat wij, gewortelt in dit vertrouwen opbloeien, en in navolging van Jezus, elkaar tot redding en genezing mogen zijn, en daarin dankbaarheid uitspreken aan God. Amen.

Subscribe
Abonneren op

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

0 Reacties
Inline Feedbacks
View all comments