Preek op 28-06-2015, zondag, de 13e zondag door het jaar B, pastoor Frank Domen, Dionysiusparochie, Heerhugowaard

Preek op 28-06-2015, zondag, de 13e zondag door het jaar B, pastoor Frank Domen, Dionysiusparochie, Heerhugowaard

CRÈCHE

openingswoord

Beste medegelovigen, allemaal van harte welkom op deze 13e zondag door het jaar.

Ik neem aan, dat wij allemaal hebben gehoord van de vreselijke aanslagen, die afgelopen vrijdag zijn gepleegd. Tientallen onschuldige mensen zijn zomaar uit het leven weggerukt. Er zijn nog veel meer gewonden. En dan hebben we het nog niet over het enorme verdriet van de nabestaanden en van de familie van de gewonden. Wat een lijden! Allemaal zo onnodig!

De eerste lezing van vandaag, genomen uit het boek Wijsheid, vertelt ons, dat het niet God is, die de dood heeft gemaakt en dat Hij geen behagen schept in de ondergang van de levenden. Integendeel, Hij wil ons geluk. Hij wil, dat wij leven. Hij leeft met ons mee. Hij steunt ons in ons verdriet, in onze angst.

Laten wij God danken voor alle zegeningen, die wij de afgelopen week toch ook weer mochten ontvangen, maar leggen wij ook onze angsten en zorgen bij Hem neer. Laten wij als echte christenen om zegen vragen, zowel voor de slachtoffers als voor de daders, want alleen een gebed en een leven in de geest van het Onzevader – “Vergeef ons onze schuld, zoals ook wij aan anderen hun schuld vergeven” – zal leiden tot vrede voor alle mensen. Bidden wij om kracht voor de vervolgde christenen, voor de vervolgde moslims ook, opdat zij mogen standhouden in de beproeving.

Belijden wij nu eerst onze eigen zonden en tekorten.

openingsgebed

Laat ons bidden. Heer onze God, het goede hebt Gij voor de mensen bedoeld en niet het kwade. Gij wilt ons niet prijsgeven aan lijden en dood, maar voor het geluk hebt Gij ons bestemd en uitverkoren. Wij bidden U: geef ons adem en nieuwe levensmoed als de angst ons overvalt en wek ons weer tot leven. Door onze Heer Jezus Christus, uw Zoon… Amen.

kinderwoorddienst
preek

In het evangelie is er sprake van een dodenopwekking. Dat is iets wat veel moderne mensen niet kunnen plaatsen. “Dood is dood”, zeggen zij. Misschien dat zij wel in een leven na de dood geloven, maar alles wat in deze wereld leeft, moet eens sterven, en wat eenmaal is gestorven, komt niet meer tot leven. En normaal gesproken is dat ook zo, maar met Jezus Christus in de buurt kan zomaar alles anders worden.

Tegen die ervaring, tegen die denkrichting van “dood is dood”, reageert het evangelie. Ook al zaaien boosaardige mensen in onze wereld dood en verderf, Jezus Christus heeft een Boodschap van leven. Ook al zegt Hij het niet met die woorden, Hij doelt op de nieuwe hemel en de nieuwe aarde. Het Evangelie getuigt, dat de graven ooit open zullen gaan en dat de doden zullen opstaan om voor eeuwig bij God te leven.

In deze voor de wereld ongehoorde werkelijkheid kunnen wij alleen binnengaan als wij geloven in Jezus Christus. Hij heeft de macht alle mensen van goede wil onvergankelijk leven te schenken. De verschillende dodenopwekkingen in de Evangelies dienen om ons in dit geloof te sterken.

Het Evangelieverhaal, broeders en zusters, is geen sensationeel nieuwtje. Daarom ook verbiedt Jezus Christus erover te spreken. Ik denk, dat wij deze werkelijkheid alleen kunnen begrijpen vanuit het sterven en verrijzen van de Heer zelf. Zoals Hij is gestorven en verrezen, zo zullen ook alle mensen van goede wil eens uit de dood opstaan. Met dit gebeuren wilde Jezus Christus bij zijn tijdgenoten niet de valse hoop wekken, dat Hij al hun dierbare doden zou gaan terugroepen om ze nog enkele jaartjes in hun midden te laten leven om dan weer opnieuw te sterven. Deze dodenopwekking is een teken, dat Jezus Christus de macht heeft om elke mens van goede wil een nieuw en onsterfelijk leven te geven… bij God in de hemel.

Dit wonder wil ons duidelijk maken, dat Jezus geen menselijk lijden kan zien zonder te helpen. En helpen, dat zal vaak betekenen: het samen met onze Heiland en Verlosser dragen, samen met onze medemensen ook. Hij wil ons leren ermee om te gaan. Het samen dragen is een teken van Gods goedheid en mensenliefde. In Jezus Christus is de nieuwe schepping al begonnen en is de dood – de eeuwige dood – reeds overwonnen.

De verwachting, die Jaïrus heeft, is een voorbeeld van een christelijke geloofshouding. Hij was een rijk man en behoorde tot de Farizeeën, een sekte, die Jezus Christus niet welgezind was. Zijn aanhang werd steeds groter ten koste van hen. De weg naar Jezus Christus was voor hem dan ook niet gemakkelijk. Hij heeft waarschijnlijk veel vooroordelen moeten overwinnen, alvorens hij Jezus Christus zijn hartenkreet liet horen: “Kom toch mijn dochtertje de handen opleggen, opdat zij mag genezen en leven!” Zijn geloof was echter zo groot, dat hij ervan overtuigd was, dat Jezus dit ziek leven zou redden en een nieuwe toekomst geven.

En Jezus gaat mee. Wat een heerlijke ervaring! Jezus gaat mee met deze vader in nood. Hij laat hem niet alleen. Hij is zijn metgezel op de weg van angst en hoop.

Tussen haakjes: wanneer hebben wij voor het laatst tegenover God een hartenkreet laten horen? Zijn wij ons ervan bewust, dat Jezus Christus ook met ons door het leven gaat, dat Hij als het ware naast ons loopt, in tijden van vreugde en in tijden van angsten en zorgen?

Het geloof van Jaïrus staat in contrast met het ongeloof van de menigte. Veel mensen twijfelen aan de macht van Jezus. Het keer op keer geconfronteerd worden met de dood van hun dierbaren maakt hen moedeloos. Zij geloven niet, dat Jezus tegen de dood is opgewassen. “Uw dochter is gestorven”, zeggen zij tegen Jaïrus, “waartoe zoudt Gij de Meester nog langer lastigvallen?” Maar Jezus gaat de weg naar het leven consequent verder en Hij nodigt Jaïrus uit om ook moedig voort te gaan op de weg van het geloof. “Wees niet bang”, zegt Hij, “maar blijf geloven”.

Jezus Christus laat alle twijfelende mensen buiten en treedt met drie leerlingen en met Jaïrus en de moeder van het kind de dodenkamer binnen. Hier toont Hij zijn soevereiniteit tegenover de dood. In de ogen van Jezus Christus is de dood maar een slaap en met een enkel woord – “Meisje, sta op!” – wekt Hij het kind tot leven.

Wij mogen bij de dood niet zeggen: Het heeft de Heer behaagd! God wil de dood niet. Omdat de dood er is, weten wij, dat de wereld nog onaf is en dat zij nog verlossing nodig heeft. Alleen Jezus Christus kan de dood overwinnen en die overwinning noemen wij ‘verrijzenis’.

Is het trouwens wel zo christelijk om te zeggen, dat iemand dood is!? Hij leeft toch bij God! Onze ‘doden’ leven veel meer dan wij.

Het begin van deze nieuwe eeuw lijkt steeds meer een tijd van oorlog en terrorisme te worden, van honger en dood, van nieuwe volksverhuizingen, tientallen miljoenen vluchtelingen. Kunnen wij nog hopen, want voor ons schijnt de dood even onoverkomelijk te zijn als voor die klagende menigte ten tijde van Jezus. Er zijn tegenwoordig zelfs al veel christenen, die niet meer geloven in een leven na de dood. Sommige christenen hopen, dat er iets is, maar weten niet wat.

Wij weten wat er is. Na dit leven op aarde is er voor alle mensen van goede wil een eeuwig samenleven met de hemelse Vader, de Zoon en de heilige Geest, met Moeder Maria en de engelen en de heiligen, met onze familie en vrienden. Het is een persoonlijk voortbestaan. Het gaat niet om – wat wij tegenwoordig heel vaak horen – een voortleven in de herinnering van je kinderen en kleinkinderen. Je zult maar geen kinderen en kleinkinderen hebben. En trouwens, al die kinderen en kleinkinderen zullen eens dezelfde weg gaan en met hun overlijden verdwijnt de herinnering aan ons voorgoed. Nee, alle mensen van goede wil zullen met elkaar persoonlijk voortleven in alle eeuwigheid. Dat is wat Jezus Christus ons heeft beloofd. Dat is waarvoor Hij aan het Kruis zijn leven heeft gegeven.

Beste medegelovigen, iedere dag zijn er zo’n 160.000 mensen, die uit onze wereld heengaan. De dood is doodgewoon. De dood hoort bij het leven, is er geen afsluiting van, maar een overgangsfase, een poort, een tunnel, van het ene leven naar het andere.

Wij mogen vandaag opzien naar het geloof van Jaïrus, het geloof van de Kerk. Als wij tegenover het gevaar van de dood staan, nodigt Jezus ons uit: Wees niet bang, maar blijf geloven! Jezus Christus vraagt geloof in zijn Persoon, juist als de situatie hopeloos lijkt. Bij God is er altijd toekomst.

God zegt ja tot de mens en dit jawoord wordt door de dood niet verbroken. Dat is de diepste kern van ons geloof. Wij zijn niet bij toeval geboren en wij zullen niet bij toeval sterven. De smart van de scheiding bij de dood zou bij ons geen angst moeten opwekken, maar vertrouwen in Jezus Christus, die tot ieder van ons zal zeggen: “Sta op en leef!” Amen.

Mag ik jullie nu vragen inderdaad op te staan om ons geloof in God en het eeuwig leven te belijden. Amen.

Subscribe
Abonneren op

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

0 Reacties
Inline Feedbacks
View all comments