Overweging op 13/14-02-2015, 6e zondag door het jaar B, in de tehuizen, Jannie Ligthart

Overweging op 13/14-02-2015, 6e zondag door het jaar B, in de tehuizen, Jannie Ligthart

begroeting

Beste medegelovigen. Welkom in deze woord en communieviering op de 6e zondag door het jaar.
In de lezingen van deze zondag, horen we uit het oude testament, hoe de Heer aan Mozes uitlegt, hoe er omgegaan moet worden met mensen die een gezwel, uitslag of een vlek op de huid hadden, gelijkend op een huidziekte. Zij moesten zich tot de priester wenden, in gescheurde kleren rondlopen en luidkeels “Onrein, Onrein” roepen, om anderen op afstand te houden. Zolang de ziekte duurde was die mens onrein, was die mens buiten de gemeenschap gesloten.
In het Marcus evangelie lezen we hoe een melaatse voor Jezus neerknielt en hoe Jezus daar mee omgegaan is. Jezus, hield zich niet aan de wet die mensen buitensloot.
In Jezus toonde God hoe Hij aan de kant van de zwakken en de kleinen staat. Moge wij zijn voorbeeld volgen en Hem bidden om vergeving als we daarin tekortschoten.

overweging

Beste medegelovigen. In het evangelie van dit weekeinde zit een merkwaardige tegenstrijdigheid. Een melaatse kon en mocht je niet aanraken, zeker niet in de tijd van Jezus. Niet zozeer omdat je moest vrezen door hem besmet te worden, want erg besmettelijk is melaatsheid niet. Maar je liep wel onvermijdelijk een ander soort besmetting op. Melaatsen waren religieus en sociaal ‘onrein’, uitgesloten uit de gemeenschap.

Daarop sloeg ook de vraag van de melaatse aan Jezus: ‘Als U wilt, kunt U me rein maken.’ Dat deed Jezus, door de wet te overtreden en de melaatse aan te raken. Door een onrein persoon aan te raken en hem te reinigen, maakte hij zichzelf onrein. Dat is dus de tegenstrijdigheid: Jezus zorgde ervoor dat de genezen melaatse weer in de gemeenschap werd opgenomen, en nam daardoor het risico zelf uitgesloten te worden. Onrein als hij was geworden, kon hij niet meer openlijk in de stad komen en moest Hij op eenzame plaatsen blijven.

Het is duidelijk dat Jezus de strenge wet van Mozes uit de eerste lezing: melaatsen moeten zich kenbaar maken door in gescheurde kleren en met loshangend haren rond te lopen, ze moeten roepen dat ze onrein zijn, en ze moeten buiten de gemeenschap leven, niet zomaar aanvaardt. Deze wet is een slechte werkelijkheid die steunt op het uitstoten en vernederen van mensen. Jezus, verandert deze werkelijkheid door deze mens aan te raken. Jezus, schenkt de melaatse weer de kans om in het echte leven te staan. Een leven waar hij recht op heeft als mens, zoals alle andere mensen. Zo hoort het te zijn, en dit lijkt de melaatse ook aan te voelen.

Want ondanks het verbod zich tussen de mensen te begeven, nadert hij Jezus, en hij zegt: ‘Als U wilt, kunt U mij reinigen.’ En met die woorden toont hij aan dat hij echt gelooft dat Jezus hem kan helpen. Jezus, is daar zelf zo door geraakt, dat Hij hem inderdaad helpt. Hiermee geeft Hij ons meteen de diepe zekerheid, dat er in Gods ogen hoop is voor iedereen, ook al is die ‘iedereen’ naar menselijke normen afgeschreven en wordt hij uitgestoten. Maar zo is God niet: bij Hem krijgt iedereen altijd een nieuwe kans.

En zoals altijd moeten wij ons afvragen waar wij zelf staan in dit verhaal. Is ons geloof en zijn onze woorden even sterk en vol vertrouwen als die van de melaatse?
Vragen ook wij vol zekerheid en vol geloof om Gods steun en hulp in moeilijke en bange dagen?
Laten ook wij ons in goede en kwade dagen aanraken door Jezus? Zeggen ook wij: ‘Heer God, Heer Jezus, als U wilt, kunt U mij helpen?’
Of menen wij dat we nooit genezing nodig hebben? Zijn we zo zeker van onszelf dat we er zelfs niet aan denken Gods hulp te vragen? Geloven we misschien niet dat God, dat Jezus ons in pijn en in lijden kan helpen?

Wat we ons bij dat verhaal zeker ook moeten afvragen, is in hoever we ons aan Jezus spiegelen. Staan ook wij kritisch tegenover omstandigheden die geen of weinig kansen geeft aan mensen in nood?

In onze multiculturele maatschappij krijgen we met meerdere andere mensen, met andere gewoontes te maken. Staan wij open voor deze mensen en bieden we hen de helpende hand om zich in onze gemeenschap thuis te voelen.

Er zijn onder ons geen melaatsen die uit de gemeenschap gestoten worden, maar er zijn in onze directe omgeving hier in Heerhugowaard, wel ex- gedetineerden, mensen in de schuldsanering, mensen zonder kansen en zonder toekomst. Er zijn veel armen, eenzamen, zieken en vluchtelingen. In het najaar van 2015 komen er +/- 600 Syrische asielzoekers, die op zoek zijn naar een leefbaar leven in ons land. Zij hebben behoefte aan ons medeleven en steun.

Willen wij al deze genoemde mensen, net als Jezus, helpen op de weg naar een nieuw leven? Naar echt leven, waar ze, zoals iedereen, recht op hebben? En steken we een helpende hand uit naar al die mensen in nood?

Lieve mensen, laten we als christenen, die geraakt zijn door het voorbeeld van Jezus, proberen te leven naar Gods liefde. Laten we dus proberen zijn liefde na te leven. Laten we het warme hart dat Jezus heeft voor alle mensen tot het onze maken, zodat ook wij geraakt worden door de nood van zoveel anderen. Laten we vragen aan de Heer onze God dat dit onvergetelijke evangelieverhaal van vandaag geen verhaal mag blijven, maar onze werkelijkheid mag worden. Zodat we de kansen die we zelf krijgen van onze God ook aan anderen willen geven en met hen willen delen. Amen.

Subscribe
Abonneren op

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

0 Reacties
Inline Feedbacks
View all comments