Preek op 31-01-2021, 4e zondag door het jaar B, pastoor Frank Domen

Preek op 31-01-2021, 4e zondag door het jaar B, pastoor Frank Domen

Openingswoord

Broeders en zusters, welkom, hier in het huis van God.

Wij weten, dat wij niet zonder bescherming in de zon kunnen kijken. De zon is te fel voor ons. Nu zegt God in het tweede boek van de bijbel, het boek Exodus, (33,20) tegen Mozes, dat geen aardse mens God kan zien én in leven kan blijven. God is nog veel meer dan de zon te groot voor ons.

In de eerste lezing van vandaag, uit het boek Deuteronomium, horen wij hoe de joden tegenover God hebben geklaagd. Zij hoorden alleen maar de stem van God en zagen zijn alleen maar zijn vuur. Maar zelfs dat was hen al te overweldigend.

Dan zegt God tegen de joodse mensen, dat Hij uit hun eigen midden mensen zal doen opstaan, die namens Hem zullen spreken. Hij zal hun zijn woorden in de mond leggen.

Mensen zoals wij, spreken de woorden van God. Nu, als dat zo is, hoeven wij dus niet meer uit te kijken naar opzienbarende tekenen, een groot spektakel met veel lawaai. Nee, in stilte en rust, in mensen als wij, is God aanwezig. Het zou helemaal mooi zijn als ook wijzelf zo met God verbonden leven, dat wij eveneens voor anderen zo’n goddelijke spreekbuis kunnen zijn.

Vragen wij God, dat Hij aan ieder van ons zijn heilige Geest wil geven. Proberen wij dan ook naar die Geest te luisteren en te doen wat Hij ons influistert.

Openingsgebed

Laat ons bidden. God, onze Vader, nooit houdt Gij op tot ons te spreken bij monde van uw profeten: maar in Jezus, uw Zoon, is uw Woord ons het meest nabij. Hij bevrijdt ons uit de slavernij van angst en schuld. Maak ons hart bereid Hem te ontvangen en laat ons gehoor geven aan zijn boodschap. Hij die met U … Amen.

KinderWoordDienst

alleen om 16.00 uur, met Andrea

Preek

Broeders en zusters, proberen wij ons voor te stellen, dat wij er bij waren, toen Jezus optrad in de synagoge van Kafarnaüm. Een gewone dienst, vrijwel dezelfde luisteraars als altijd, net als hier. Er is alleen een gastpredikant. Niet dat men dan meteen iets bijzonders verwacht, maar naar een nieuweling luistert men in het begin altijd even beter. Zo zal het ook zijn geweest in Kafarnaüm met dit verschil dat het nu anders afliep. De mensen waren héél verbaasd.

Waarmee kan een predikant indruk maken? Met wat hij zegt én met zijn persoonlijkheid. Wel, Jezus wekte de verbazing van de mensen met beide. De mensen zagen in dat het in zekere zin om een nieuwe boodschap ging. En nog nooit had iemand met zo veel gezag tot hen gesproken.

Wij weten natuurlijk niet precies wat Jezus in die sabbatsdienst tot de joodse mensen heeft gezegd, maar wij mogen er zeker van zijn, dat het niet alleen maar mooie woorden waren, maar dat de mensen in positieve zin van hun stuk waren gebracht, in beweging waren gekomen door de boodschap van Jezus, en door zijn uitstraling.

Er ging een kracht van Hem uit. Het onzichtbare, goddelijke licht, dat van Hem afstraalde, scheen op de aanwezige mensen. Zij voelden, dat er als het ware iets in de lucht hing, maar zij begrepen misschien niet meteen wat de oorzaak was. Het was als met de mensen, die een aantal jaren later het Pinksterwonder meemaakten. Zij hoorden wel een geruis, maar omdat er geen wind stond, begrepen zij niet waar het vandaan kwam.

De mensen merkten, dat Jezus een walmende vlaspit niet zou doven. Dat wil zeggen, dat als Hij in iemand ook nog maar een beetje geloof zag, iets aan goede wil, dan wilde Hij die persoon helpen om God te vinden en om vriendschap met zijn medemensen te kunnen sluiten.

Zij merkten, dat Hij het geknakte riet niet zou afbreken. Als wij een geknakte bloem zien, dan vinden wij dat een ontsiering. Dan trekken wij die bloem uit het boeket en herschikken de andere bloemen, zodat het weer een mooi geheel wordt.

Zo zijn er ook mensen, die vinden dat een medemens, die iets verkeerds heeft gedaan, iets wat ernstiger is, dat die persoon storend werkt in de familie- of vriendenkring, in de straat, en dan wordt zo iemand gemeden, en soms zelfs weggetreiterd. Zij voelden, dat Jezus eerbied had voor elke mens, wat voor een leven hij ook leidt.

Hij bewees zijn gezag m.b.v. de man, die in macht was van een onreine geest, een duivel. De mensen van Kafarnaüm waren wel gewend aan zijn aanwezigheid, aan het kabaal dat hij af en toe maakte. Maar nu staan opeens twee machten tegenover elkaar: de goede macht treedt de kwade tegemoet. En met enkele woorden “Zwijg stil, ga uit hem weg” toont Jezus Christus zijn superioriteit, zijn overwicht. En dan zijn de mensen – terecht – héél verbaasd. Gods heerschappij over de kwade machten breekt aan. En door deze genezing blijkt ook, dat Jezus Christus de Heiland is, de geneesheer voor ziel en lichaam.

De joden beseften, dat Jezus Iemand was, die Gods heilige Geest in zich droeg. Hij is natuurlijk aan God gelijk en toch … als God-mens op aarde spreekt Hij in opdracht van de hemelse Vader. Zoals Johannes de Doper de mensen op Jezus wees, zo trekt Jezus hen niet naar zichzelf toe, maar brengt hen naar de Vader.

Jezus liet de mensen ervaren, dat Gods-dienst, dienst aan God, geen last is, maar geborgenheid. Weten we nog, hoe we er voor zorgden, dat onze kinderen zich bij ons geborgen konden voelen of dat wij onszelf geborgen – veilig – voelden bij onze ouders?

Er is iemand, die alle haren van ons hoofd heeft geteld, zoals wijzelf in liefde – én respect – zorg droegen voor het lichaam van onze kinderen. Er is iemand, die op onze kromme lijnen recht kan schrijven, zoals wijzelf – meestal – geduld hadden met onze kinderen.

Voor God is elk menselijk leven waardevol, óók het ongeboren leven, óók de zieke en oudere mens, die niet meer productief is.

De mensen, die er toen bij waren, waren diep getroffen en als iets dergelijks als een duiveluitdrijving in onze kerk zou gebeuren, zouden wij hier nu ook niet zo rustig zitten. Maar daardoor zou ons geloof nog niet overbodig worden! Het wonder van de uitdrijving bracht de mensen namelijk niet meteen tot God. Zij waren wel verbaasd, maar kwamen zij ook tot geloof in Jezus!? Zouden zij dan enige tijd later hebben geroepen “Kruisig Hem?” Het verborgen goddelijke licht had wel op hen geschenen en zij waren onder de indruk, maar zij hadden het licht nog niet tot in hun hart laten doordringen.

Wij zijn hier in de kerk … als gelovigen, maar soms zijn wij toch ook een stelletje ongelovigen. Er hoeft maar iets te gebeuren, een klein probleem, een teleurstelling, en wij zijn al van ons stuk gebracht. Wij twijfelen en beklagen onszelf.

Mijn huisarts is Aryan Visser. Als ik hem als Aryan uitnodig, gaan we samen een kop koffie drinken; als ik hem als dokter Visser uitnodig, gaan we het over mijn gezondheid hebben. Laten wij de komende week eens wat extra werken aan ons geloof in Jezus Christus, niet als timmerman van Nazareth, maar als Zoon van God en Heiland van de wereld. Verwachten wij van Hem heil in een goddelijke maat.

De kwaliteit van ons geloof kunnen wij verbeteren door eens wat extra in de bijbel te lezen. Daar komen wij steeds dieper in contact met de leer, die ons leven een nieuwe richting, een nieuwe zin, kan geven. En al die jongeren, die zo’n grote moeite hebben met de eenzaamheid van de ‘lockdown’, vertel hen over hoe jij vanuit jouw geloof daar mee omgaat.

De kwaliteit van ons geloof kunnen wij verbeteren door persoonlijk tot Jezus te bidden, door niet alleen Maria bij haar naam te noemen, maar ook haar Zoon. Erkennen wij Hem als de Zoon van de hemelse Vader; dan zal Hij ons erkennen als zijn broeders, zijn zusters en als een echte Broer voor ons zorgen. Van je grote broer mag je meer verwachten dan van een vreemde. Bij je broer voel je je veiliger.

En wij kunnen de kwaliteit van ons geloof verbeteren door het werk van God in de mensen om ons heen te herkennen en te waarderen. Dan zien wij, dat God niet hoog en droog in de hemel zit, ver van ons af, maar dat Hij om ons heen werkzaam is.

Proberen wij mensen te worden met een groot geloof. Dan zal er ook van ons een kracht uitgaan. Amen.