Openingswoord op 10-03-2021, woensdag in week 3 van de vasten
Vandaag, broeders en zusters, herinnert Mozes het volk nog eens aan alle voorschriften en bepalingen, die de Heer hun heeft gegeven en hij roept hen op ernaar te leven.
Het is echter een probleem van alle tijden dat er altijd weer grote groepen mensen zijn, die dat laatste – ernaar leven – niet willen. Mensen willen zelfstandig zijn, zelf uitmaken was goed is en wat kwaad.
Wij hebben dat allemaal ook zelf in meerdere of mindere mate ervaren toen wij – lang geleden – in de puberteit kwamen. Als opgroeiende tieners krijgen wij steeds meer een eigen wil en tot op zekere hoogte is dat ook goed, maar we moeten ons toch altijd voegen naar bijvoorbeeld de huisregels.
Als al die aan God ongehoorzame mensen echter eens één keer een bijzondere ervaring zouden hebben van Gods liefde, dan zouden ze zich graag onder de hoede willen stellen van God. Dan zouden ze weten, dat Hij het allerbeste met hen voorheeft. Dat Gods weg niet altijd de gemakkelijkste is, maar wel de allerbeste. Zowel voor dit leven als voor het toekomstige.
Er zijn in de loop van de eeuwen heel wat afgoden geweest en ze zijn er nog. En soms hebben die door mensen verzonnen goden andere mensen tot de meest afschuwelijke dingen aangezet. Één ding wat afgoden zeker niet hebben geleerd is de liefde voor alle mensen zonder uitzondering.
Maar, zegt Mozes, als wij ons stipt proberen te houden aan Gods geboden en voorschriften, dan zullen andere volken verklaren, dat wij, joden, wijs en verstandig zijn, want onze God zal ons dan heel nabij zijn en dat zal ons volk zeer ten goede komen. Dan zal het ons in alle opzichten goed gaan. Mozes eindigt vandaag met te zeggen, dat de joden hun leven lang niet mogen vergeten wat zij met eigen ogen in Egypte en in de woestijn hebben zien gebeuren en dat zij dat aan hun kinderen en kleinkinderen moeten doorgeven. Dat zijn de eerste grootschalige catecheselessen geweest.
In het evangelie bevestigt Jezus de woorden van Mozes: Denkt niet dat Ik gekomen ben om Wet en Profeten op te heffen, Ik ben gekomen om de vervulling te brengen. En dan bevestigt Hij, dat wij geen jota of haaltje aan de wet mogen veranderen. Het enige wat aan de wet is toegevoegd is de mate van liefhebben. Was er vroeger bijvoorbeeld nog sprake van “oog om oog, tand om tand”, dan zegt Jezus nu, dat wij Hem moeten volgen in zijn liefde tot het uiterste, dat wij al onze vijanden van harte moeten vergeven en voor hen moeten bidden. In zijn eerste brief aan de christenen van Korinte zegt de apostel Paulus zelfs, dat wij liever onrecht moeten lijden, dan dat wij een ander onrecht moeten aandoen.
Het is mogelijk, lieve mensen, zo te leven, want Jezus heeft het ons voorgedaan. Laten wij God vandaag vragen om de genade van de “Navolging van Christus”, opdat de mensen in de wereld kunnen zien, dat de heilige Schrift, de Bijbel, geen boek is met dode letters, maar het levende Woord van de levende God. En dan zal het tegelijkertijd ook ons in heel veel opzichten heel goed gaan.