Ter voorbereiding van de viering van zaterdag 24-04-2021

Ter voorbereiding van de viering van zaterdag 24-04-2021

Uit de eerste Apologie van de heilige martelaar Justinus († ca. 163) voor de christenen

Het bad van de wedergeboorte

Als wij door Christus tot nieuwe mensen zijn geschapen, wijden wij ons aan God toe. Over het verloop van deze toewijding wil ik hier handelen.

Allen die met vaste overtuiging geloven in de waarheid van onze christelijke leer en verkondiging, moeten de belofte doen dat zij daarnaar willen leven. Ter voorbereiding daartoe leren wij hen door gebed en vasten God om vergeving te vragen voor hun vroegere zonden, terwijl wij met hen mee bidden en vasten.

Vervolgens worden zij door ons naar een plaats gebracht waar water is. Daar worden zij in een soort wedergeboorte, zoals ook wijzelf herboren zijn, opnieuw geboren. Want in de naam van God de Vader en Heer van het heelal, en van onze Zaligmaker Jezus Christus, en van de heilige Geest ondergaan zij daar de afwassing met water.

Christus heeft immers gezegd: als gij niet herboren wordt, kunt gij het rijk der hemelen niet binnengaan (vgl. Joh. 3, 5). Dit kan onmogelijk betekenen dat wie eenmaal geboren is, in de schoot van zijn moeder moet terugkeren: dat is voor iedereen duidelijk.

Door de profeet Jesaja is beschreven hoe zij die gezondigd hebben en boete doen, voortaan de zonden kunnen vermijden. Aldus heeft hij gesproken: ‘Wast u, reinigt u! Uit mijn ogen met uw misdaden! Houdt op met kwaad doen. Leert liever het goede te doen, betracht rechtvaardigheid, helpt de verdrukten, verschaft recht aan de wezen, verdedigt de weduwen. Komt, laat ons de zaak afhandelen, zegt God de Heer. Zouden uw zonden die als scharlaken zijn, wit kunnen worden als sneeuw? Zouden zij, rood als purper, kunnen worden als wol? Als gij weigert en opstandig blijft, zal het zwaard u verteren. De mond van God de Heer heeft het gezegd’ (Jes. 1, 16-18.20).

Van de apostelen hebben wij hierbij de volgende verklaring gekregen. Bij onze natuurlijke geboorte zijn wij, buiten ons medeweten en buiten onze wil, verwekt uit menselijk zaad, door de gemeenschap van onze ouders. Dan zijn wij door slechte opvoeding in heidense zeden grootgebracht. Wij willen echter geen kinderen van dwang en onwetendheid blijven, maar kinderen van vrijheid en kennis worden en vergeving verkrijgen van vroeger bedreven zonden. Daarom wordt in het doopwater over de mens die gekozen heeft voor de wedergeboorte en berouw betoont over zijn zonden, de naam van God, de Vader en Heer van het heelal, uitgesproken. Alleen deze Naam wordt gebruikt door degene die de dopeling naar het badwater leidt. Want een andere naam voor de onnoembare God kan niemand uitspreken. Als iemand durft te beweren dat er wel een naam bestaat, dan is die door ongeneeslijke waanzin aangetast.

Dit waterbad wordt ‘verlichting’ genoemd, omdat zij die deze ervaring ondergaan, geestelijk worden verlicht. Ook in de naam van Jezus Christus die gekruisigd is onder Pontius Pilatus, en in de naam van de heilige Geest die door de profeten alles over Jezus vooraf heeft verkondigd, wordt de mens die verlicht wordt, gedoopt.