Ter voorbereiding van de viering van de vrijdag
Uit een preek van de heilige Bernardus, abt van Clairvaux († 1153)
De wederopbouw van Jeruzalem met grootmoedigheid, geduld en eensgezindheid
De kleine kudde toonde na de hemelvaart van haar Heer een prijzenswaardig doorzettingsvermogen. Weliswaar moest zij de vertroosting van de Herder ontberen, maar toch twijfelde zij er geenszins aan dat Hij voor hen zorg droeg en zijn liefdevolle bezorgdheid voor hen tentoonspreidde. Met vrome smeekbeden klopte de kleine kudde aan bij de hemel. Zij was ervan overtuigd dat de woorden van de rechtvaardigen tot daar zouden doordringen en de smeekbeden van de armen niet door de Heer zouden worden veracht of zonder overvloedige zegen zouden terugkeren. Met groot geduld bleven zij standhouden zonder te verzwakken, naar het woord van de profeet: ‘Al blijft het ook uit, geef het wachten niet op, want komen doet het beslist en het komt niet te laat’ (Hab. 2, 3).
Terecht dus heeft het oor van God naar de verlangens van hun hart geluisterd en hen niet beschaamd in hun verwachting, omdat zij grootmoedig, geduldig en eensgezind waren. Dit zijn immers de meest overtuigende bewijzen van geloof, hoop en liefde. Het is toch wel duidelijk dat hoop geduld voortbrengt en liefde eensgezindheid. Maar is het ook zo dat geloof grootmoedig maakt? Ja, en wel het geloof alleen. Immers, alles wat men zonder geloof onderneemt, is geen teken van onwankelbare grootmoedigheid van geest, maar van onbestendige opgeblazenheid en ijdele verwaandheid. Wilt u een grootmoedig man horen? ‘Alles vermag ik in Hem die mij kracht geeft’ (Fil. 4, 13). Laten wij deze drie deugden navolgen, broeders en zusters, als wij verlangen de Geest in overvloedige mate te verkrijgen. Immers, aan iedereen behalve aan Christus wordt de Geest met mate gegeven; maar die maat is groter dan men mag verwachten.
Duidelijk was de grootmoedigheid bij onze bekering; moge er ook geduld zijn bij de voleinding en eensgezindheid bij de onderlinge omgang. Immers, het hemelse Jeruzalem moet worden herbouwd met mensen die niet te kort schieten in groot geloof bij het opnemen van Christus’ lasten, noch in onwankelbare hoop, noch in de liefde, die de band der volmaaktheid is.