Overweging ter voorbereiding van 07-04-2023, Goede Vrijdag
Uit een preek van de heilige paus Leo de Grote († 461)
Het kruis van Christus is de bron van alle zegeningen en de oorzaak van alle genaden
Door de Geest der waarheid verlicht, moeten wij ons, zuiver van hart en onbevangen, openstellen voor de glorie van het kruis die hemel en aarde overstraalt. Wij moeten oog krijgen voor de betekenis van de woorden die de Heer sprak bij het naderen van zijn lijden: ‘Het uur is gekomen dat de Mensenzoon verheerlijkt wordt’ (Joh. 12, 23), en verder: ‘Nu is mijn ziel ontroerd. Wat moet Ik zeggen? Vader, red Mij uit dit uur? Maar daarom juist ben Ik tot dit uur gekomen. Vader, verheerlijk uw Zoon’ (vgl. Joh. 12, 27-28). En toen de stem van de Vader uit de hemel had geklonken: ‘Ik heb Hem verheerlijkt en zal Hem wederom verheerlijken’, sprak Jezus tot de omstanders: ‘Niet om Mij was die stem, maar om u. Nu heeft er een oordeel over deze wereld plaats, nu zal de vorst van deze wereld worden buitengeworpen en, wanneer Ik van de aarde zal zijn omhooggeheven, zal Ik alles tot Mij trekken’ (vgl. Joh. 12, 31-32).
O wonderbare macht van het kruis! O onuitsprekelijke glorie van het lijden, waarin zowel het rechterschap van de Heer als het oordeel over de wereld en de macht van de Gekruisigde openbaar worden!
Gij hebt alles tot U getrokken, Heer, want het mysterie dat, versluierd onder tekenen, alleen in de joodse tempel voorwerp was van eredienst, wordt nu door alle volken, overal ter wereld, volledig en onverhuld gevierd.
Nu is ook de orde der levieten aanzienlijker, de waardigheid van de oudsten hoger en de zalving van de priesters heiliger, want uw kruis is de bron van alle zegeningen en de oorzaak van alle genaden. Het geeft aan de gelovigen kracht bij zwakheid, roem en eer bij hoon en smaad, en leven waar de dood hen bedreigt.
Nu is bovendien een einde gekomen aan de vele materiële offers: al deze offers, hoe verschillend ook, worden tot vervulling gebracht door de ene offerande van uw lichaam en bloed, want Gij zijt het ware Lam Gods dat de zonden der wereld wegneemt. Zo voltooit Gij in U alle mysteries: zoals één enkel offer in de plaats is gekomen van alle slachtoffers, komt er ook één rijk tot stand uit alle volkeren.
Belijden wij daarom, geliefden, wat de heilige leraar der volken, de apostel Paulus, met fiere stem beleden heeft: ‘Dit woord is betrouwbaar en volkomen geloofwaardig: Christus Jezus is in de wereld gekomen om zondaars te redden’ (1 Tim. 1, 15).
Gods barmhartigheid jegens ons is hierom nog wonderbaarlijker, omdat Christus niet voor rechtvaardigen of voor heiligen, maar voor ongerechtigen en goddelozen is gestorven; en omdat Hij krachtens zijn goddelijke natuur ongevoelig is voor de angel van de dood, heeft Hij door zijn menselijke geboorte toch datgene aangenomen wat Hij de Vader voor ons kon aanbieden.
Want al eerder bedreigde Hij onze dood met de macht van zijn eigen dood, toen Hij door de profeet Hosea sprak: ‘O dood, Ik zal uw dood zijn; uw angel zal Ik zijn, o dodenrijk’ (Hos. 13, 14 – Vulg.). Want door te sterven was Hij onderhevig aan de wetten van het dodenrijk; maar door te verrijzen maakte Hij ze krachteloos. En zozeer heeft Hij de eeuwigheid van de dood doorbroken, dat Hij ze van blijvend tot tijdelijk heeft gemaakt. ‘Zoals allen sterven in Adam, zo zullen ook allen in Christus herleven’ (1 Kor. 15, 22).