Overweging ter voorbereiding van 28-05-2022, zaterdag in de zesde week van Pasen

Overweging ter voorbereiding van 28-05-2022, zaterdag in de zesde week van Pasen

Uit een preek van de priester Thomas van Kempen († 1471) over de hemelvaart van de Heer

Christus heeft een plaats voor ons bereid bij de Vader

‘Ik stijg op naar mijn Vader, naar mijn God en uw God, alleluia’ (Joh. 20, 17). De uiterst welwillende Jezus troost mensen die bedroefd zijn. En nadat Hij van de doden verrezen was, heeft Hij door bemiddeling van Maria Magdalena die Hem liefhad en trouw was, de vreugde om het nieuwe heil laten overbrengen aan zijn leerlingen die uitermate bedroefd waren over zijn dood. Hij zei namelijk: ‘Ga naar mijn broeders en zeg hun: Ik stijg op naar mijn Vader en uw Vader’ (Joh. 20, 17).

Dit is een aangename en hemelse boodschap, vol blijdschap en liefde. Er is geen boodschap die meer vreugde brengt voor de gelovigen dan de hemelvaart van Christus, dan de opgang van Jezus naar de Vader om voor ons ten beste te spreken, zodat we veilig kunnen naderen tot Hem die wij vaak beledigd hebben.

Onze zonden brengen scheiding teweeg tussen ons en God; we kunnen alleen verzoend worden door de middelaar Jezus Christus.

We hebben toegang tot de Vader door Hem die voor ons de schuld van onze zonden tenietgedaan heeft en een plaats voor ons heeft bereid om bij Hem te blijven in het rijk der hemelen.

‘Ik stijg op’, zei Hij, ‘naar mijn Vader en uw Vader.’ Wonderlijk dat God zoveel belang stelt in gewone mensen, in leerlingen die Hem in de steek laten, in schapen die verstrooid en wanhopig zijn.

Hij staat niet op zijn recht. Hij schrikt niet af door dreigementen. Hij verwijt niet de misdaad van majesteitsschennis. Hij beschuldigt schuldigen niet van ontrouw. Maar indachtig zijn ingeboren goedheid, toont Hij barmhartigheid en neemt geen wraak.

De goede Meester spreekt goede woorden en Hij noemt hén zijn broeders die Hem voordien beledigd hadden, om nog meer zijn liefde te tonen, waarmee Hij hen tot het uiterste toe bemind heeft.

‘Ik stijg op naar mijn Vader.’ Als gij Mij bemint, zult gij blij zijn met deze woorden, want het is goed voor u dat Ik opstijg naar mijn Vader, die Mij gezonden heeft, opdat Ik voor u een plaats bereid in het rijk van mijn Vader, waar gij voor eeuwig gelukkig zult zijn samen met al mijn uitverkorenen.

Weest niet verontrust en weest ook niet bedroefd om mijn heengaan. Ik zal voor u vragen aan mijn Vader dat uw zonden vergeven zullen worden. Ik zal u sterken bij tegenslag. Ik zal u bemoedigen, die hier ontheemden zijt. Ik zal u een kroon geven in het rijk der hemelen, waar uw vreugde volkomen zal zijn, omdat ze veilig is tegen tegenslag.

Het heeft immers mijn Vader behaagd het rijk Gods te schenken aan u, armzalige en kleine mensen, die mijn voetstappen gevolgd zijt en de verlokkingen van deze wereld geminacht hebt.