Overweging ter voorbereiding van 26-08-2022, vrijdag in de 21e week door het jaar

Overweging ter voorbereiding van 26-08-2022, vrijdag in de 21e week door het jaar

Begin van de brief van de heilige martelaar Ignatius, bisschop van Antiochië († 107), aan de christenen van Tralles

Ik wil u voor dit alles behoeden, omdat ik u liefheb

Ignatius, ook Theoforus genaamd, aan haar die door God, de Vader van Jezus Christus, wordt bemind: de heilige christengemeente van Tralles in Asia die vrede geniet naar lichaam en geest, dank zij het lijden en de dood van Jezus Christus. Hij is onze hoop op onze verrijzenis met Hem. Haar groet ik op mijn beurt en ik wens haar, naar de wijze van de apostelen, volheid van genade en alle heil.

Ik weet dat gij onberispelijk zijt van gezindheid en onwankelbaar in volharding, niet bij voorkomende gelegenheden maar van nature. Dit is mij bekendgemaakt door uw bisschop Polybius, die naar Smyrna is gekomen omdat God en Jezus Christus dit wilden. Hij heeft mij, de geboeide in Christus Jezus, zo verblijd dat ik in hem heel uw groep zag. Toen ik dus van hem had vernomen van uw goede gezindheid naar Gods wil, heb ik God verheerlijkt omdat gij navolgers zijt van God.

Want wanneer gij u onderwerpt aan de bisschop als aan Jezus Christus, schijnt het mij toe dat gij niet naar de mens leeft maar overeenkomstig Jezus Christus, die voor ons is gestorven, opdat gij door uw geloof in zijn dood aan de dood zoudt ontkomen.

Het is dus noodzakelijk dat gij, zoals tot nu toe, niets doet buiten de bisschop om, maar u ook onderwerpt aan het college van presbyters of oudsten als aan de apostelen van Jezus Christus, onze hoop. Met Hem zullen wij één blijken te zijn door onze levenswandel. Ook de diakens moeten als bedienaars van de mysteries van Jezus Christus in alle opzichten bij allen in de gunst staan. Want zij zijn geen bedienaren van voedsel en drank, maar zij zijn de dienaars van Gods kerk. Zij moeten zich dan ook hoeden voor blaam als voor vuur.

Evenzo moeten allen eerbied hebben voor de diakens als voor Jezus Christus, zoals ook voor de bisschop als het beeld van de Vader, en voor de presbyters als de raad van God en de vergadering van de apostelen: zonder hen is er geen sprake van kerk. Ik ben ervan overtuigd dat ge zo over hen denkt. Ik heb immers een bewijs van uw liefde ontvangen; dat bezit ik in de persoon van uw bisschop. Van zijn optreden kan men veel leren, van zijn kalmte gaat een grote kracht uit.

Vanuit goddelijk standpunt heb ik hoge gedachten, maar ik matig mijzelf om niet door eigen roem verloren te gaan. Want juist nu moet ik des te meer hiervoor beducht zijn en niet luisteren naar hen die mij ophemelen. Immers, wie dat doen, geven mij zweepslagen.

Zeker, ik wil graag lijden, maar ik weet niet of ik dat waardig ben. Want mijn heftigheid mag dan niet aan velen bekend zijn, inwendig betekent zij voor mij des te meer strijd. Wat ik nodig heb, is kalmte en gematigdheid om de vorst van deze wereld te kunnen verslaan.

Ik spoor u dan ook aan – niet ik, maar de liefde van Jezus Christus – alleen christelijk voedsel te gebruiken en u te onthouden van vreemd gewas, dat wil zeggen: van dwaalleer. Dit is mogelijk als ge, zonder op uzelf te roemen, onafscheidelijk verbonden blijft met God, Jezus Christus, de bisschop en de voorschriften van de apostelen. Wie binnen de altaarruimte is, is rein, maar wie daarbuiten is, is onrein; dat wil zeggen: wie buiten de bisschop, het college van presbyters en de diakens iets doet, heeft geen zuiver geweten. Niet dat ik zoiets bij u heb ontdekt, maar ik wil u voor dit alles behoeden, omdat ik u liefheb.