Overweging ter voorbereiding van 14-07-2022, donderdag in de 15e week door het jaar

Overweging ter voorbereiding van 14-07-2022, donderdag in de 15e week door het jaar

Uit het commentaar van de heilige Augustinus, bisschop van Hippo († 430), op het evangelie van Johannes

Zoek het bij God

heilige bisschop Augustinus

Richten wij de aandacht van onze geest op God en zoeken wij Hem, geholpen door Hemzelf. In een gewijd lied horen wij de woorden: ‘Zoekt naar God, en uw hart leeft weer op’ (Ps. 69 (68), 33). Laten wij zoeken om Hem te vinden, laten wij zoeken na Hem gevonden te hebben. Om Hem te vinden moet men zoeken, aangezien Hij verborgen is; na het vinden moet men zoeken, aangezien Hij onmetelijk is. Vandaar heet het elders: ‘Houdt niet op, zijn aanschijn te zoeken’ (Ps. 105 (104), 4). God verzadigt immers de zoeker voor zover die Hem geestelijk in zich opneemt; en Hij maakt de vinder ontvankelijker opdat die opnieuw zoekt van Hem vervuld te worden, zodra hij meer kan opnemen.

De woorden: ‘Houdt niet op, zijn aanschijn te zoeken’ hebben dan ook niet dezelfde betekenis als wat gezegd wordt over sommigen: ‘Aldoor willen zij leren, maar zij slagen er nooit in de kennis van de waarheid te bereiken’ (2 Tim. 3, 7); maar zij stemmen meer overeen met die andere getuige: ‘Als een mens is uitgedacht, staat hij nog aan het begin’ (Sir. 18, 7). Eens zullen wij bij dat leven komen, waar wij zo verzadigd worden dat wij niet meer ontvankelijk kunnen zijn. Wij zullen zover komen dat wij niet meer verder kunnen. Dan wordt ons getoond wat ons genoeg is (vgl. Joh. 14, 8).

Intussen moeten wij hier altijd zoeken en de vrucht van het vinden mag niet het einde betekenen van het zoeken. Wij moeten niet denken hier ooit met zoeken te kunnen ophouden. Laten wij dus altijd op de weg voortgaan, totdat wij daar aankomen waar ons de weg naar toe leidt: nergens moeten wij onderweg blijven staan totdat deze weg ons daarheen leidt waar wij moeten blijven. Zo maken wij al zoekend voortgang; en al zoekend en vindend komen wij tot datgene wat blijft, daar waar niets meer valt te zoeken, en waar geen mogelijkheid meer is een grotere volmaaktheid te bereiken.