De heilige Mis – deel 7 – de altaarkus

De heilige Mis – deel 7 – de altaarkus

Voor jongeren en ouderen

 

De altaarkus: een klein gebaar met diepe betekenis

Stel je voor: de priester en diaken komen binnen, lopen naar het altaar … en dan buigen ze en kussen het. Een kort moment. Bijna onopvallend. Maar dit is geen symbolisch ritueeltje dat erbij hoort. De altaarkus is juist een van de meest intieme en betekenisvolle gebaren van de Mis. Het is de eerste groet in de ontmoeting met God.

Wat gebeurt er precies?

Zodra de priester bij het altaar komt, buigt hij diep en kust het altaar. Soms doet de diaken dit ook, als die aanwezig is. Het is geen toneelstukje, maar een ritueel met eeuwenoude wortels. In het Romeins Missaal – het officiële boek van de Mis – staat letterlijk: “De priester kust het altaar als teken van eerbied.” Deze kus markeert het begin van iets heiligs: de ontmoeting tussen hemel en aarde.

Waarom het altaar kussen?

In de Bijbel en in veel culturen is een kus een teken van liefde, eerbied of toewijding. Denk aan vrienden die elkaar begroeten, of de kus van de vrede. In de liturgie is het altaar de plek waar Christus zélf tegenwoordig komt in de eucharistie. Daarom is het altaar niet zomaar een tafel, maar een heilige plaats. De priester kust het altaar alsof hij Jezus zelf begroet.

Bovendien herinnert die kus ons eraan dat we niet alleen zijn: vaak zijn in het altaar relieken van heiligen aanwezig – resten of voorwerpen van gelovigen die dicht bij God leefden. Door het altaar te kussen, worden ook zij als het ware begroet. De priester betuigt zo eerbied aan God én aan de gemeenschap van heiligen. Het is een teken van verbondenheid: met de hemel, met de kerk van vroeger, en met ons nu.

Wat zegt het ons?

Misschien denk je: oké, mooi gebaar, maar wat moet ik daarmee? Best veel eigenlijk. De altaarkus nodigt jou uit om de Mis niet als iets afstandelijks te zien. Het herinnert je eraan dat je een heilige ruimte binnenstapt. Het vraagt: Ben jij bereid om je hart te openen? Zoals de priester eerbiedig buigt en kust, zo mag jij innerlijk buigen en zeggen: “Heer, ik ben hier. Kom ook in mij wonen.”

Het is ook een kans om stil te worden. Terwijl de priester kust, kun jij in stilte God begroeten: “Dank U dat ik hier mag zijn.” Zelfs als je twijfelt, zoekend bent of even weinig voelt – dit moment is een uitnodiging om je opnieuw te openen.

Klein gebaar, groot begin

In de drukte van het dagelijks leven rennen we vaak van het ene naar het andere. Maar de altaarkus is als een heilige pauzeknop. Het is een moment van eerbied, een startsein om met je hoofd én hart aanwezig te zijn. Het zegt: hier gebeurt iets anders dan gewoonlijk – hier is God.

Dus de volgende keer dat je in de kerk bent, kijk dan eens bewust naar die eenvoudige kus. Het is niet zomaar iets van de priester. Het is ook een stille uitnodiging aan jou: om de Mis binnen te stappen met open ogen, een open hart – en misschien wel met een heilige verwondering.