Overweging ter voorbereiding van 15-10-2024, H. Teresia van Jezus, maagd en kerklerares

Uit de geschriften van de heilige Teresia van Jezus († 1582)

Herinneren wij ons de grote liefde van Christus

In aanwezigheid van Jezus Christus, zo’n goede vriend, zo’n goede kapitein, kun je alles dragen. Hij komt ons te hulp, geeft ons kracht, laat nooit iemand in de steek. Hij is een echte en goede vriend. Ik zie het duidelijk en sinds die tijd mocht ik het altijd ervaren: God vindt er genoegen in zijn grote genadegaven aan ons te laten toekomen door de handen van de allerheiligste mensheid van zijn Zoon, in wie zijn goddelijke Majesteit – volgens zijn eigen woorden – welbehagen heeft (vgl. Mt. 3, 17).

Heel dikwijls mocht ik het ondervinden en het van de Heer horen. Ik zeg dat ik het duidelijk heb gezien: door die poort moeten we binnentreden, wanneer we willen dat de allerhoogste Majesteit ons de grote geheimen openbaart.

U hoeft dus geen andere weg te zoeken, ook al bent u tot de hoogste beschouwing gekomen. Op deze weg gaat u volkomen veilig. Onze Heer is de bron van alle goeds. Hij zal ons onderrichten. Zijn leven is het beste voorbeeld; richt u dus naar dat leven.

Wat willen we nog meer dan zo’n goede vriend aan onze zijde? Nooit verlaat Hij ons in lijden en zorgen. Iets dat onze wereldse vrienden wel doen. Gelukkig wie Hem echt liefheeft en altijd bij zich houdt. Zien we naar de heilige apostel Paulus. Zou je niet zeggen dat hij de naam Jezus altijd op zijn lippen had, want die staat in zijn hart gegrift? Sinds ik daar aandacht voor kreeg, heb ik enkele heiligen, grote contemplatieven, van zeer nabij beschouwd. Zij volgen geen andere weg. De heilige Franciscus toont het door de wondtekenen van Christus; de heilige Antonius van Padua door het Kind; de heilige Bernardus vond zijn vreugde in Jezus’ mensheid; zo ook Catharina van Siena en zoveel anderen. Deze weg moeten wij vrij bewandelen en ons geheel overgeven in de handen van God. Wanneer Gods majesteit ons wil verheffen tot de rang van hoveling en ons zijn geheim toevertrouwen, nemen we het dan van harte aan.

Herinneren we ons, telkens wanneer we aan Christus denken, de grote liefde waarmee God ons begunstigd heeft en hoe groot Hij zich toonde door ons dit onderpand van zijn liefde te geven. Liefde wekt immers liefde. We moeten trachten dit altijd voor ogen te hebben, ook al staan we nog aan een pril begin en zijn we nog te armzalig om de liefde in ons op te wekken. Wordt ze dan op een zekere dag door de genade van de Heer in ons hart geprent, dan zal alles ons licht vallen en zullen wij in een korte tijd en met weinig inspanning veel bereiken.