Overweging ter voorbereiding van 18-02-2023, zaterdag in de 6e week door het jaar

Overweging ter voorbereiding van 18-02-2023, zaterdag in de 6e week door het jaar

Uit de verhandeling van de heilige Augustinus, bisschop van Hippo († 430), over het evangelie van Johannes

De tijden veranderen, het geloof verandert niet

Onze Heer Jezus Christus is nederig in het vlees gekomen. Vóór zijn komst zijn rechtvaardigen Hem voorafgegaan. Zoals wij geloven in Hem die gekomen is, zo geloofden zij in Hem die zou komen. De tijden zijn veranderd, het geloof niet. Daar ook de woorden zelf, wanneer ze verschillend vervoegd worden, veranderen naargelang van de tijd, zo ook klinkt ‘hij zal komen’ anders dan ‘hij is gekomen’. Hetzelfde geloof echter verbindt zowel zij die geloven dat Hij komen zal, als zij die geloven dat Hij gekomen is. Hoewel de tijden verschillen, zien wij dat beide groepen binnentreden door de ene deur van het geloof, dit betekent: door Christus.

Wij geloven dat de Heer Jezus Christus geboren is uit de Maagd, dat Hij gekomen is in het vlees, dat Hij geleden heeft, dat Hij is opgestaan en ten hemel gevaren. Wij geloven dat alles, zoals u bemerkt aan de verleden tijd, reeds vervuld is. Hetzelfde geloof delen ook met ons die vaderen die geloofd hebben dat Hij uit de Maagd geboren zou worden, dat Hij zou lijden, dat Hij zou opstaan en ten hemel opstijgen. De Apostel immers verwijst naar hen waar hij zegt: ‘Wij bezitten dezelfde geest van geloof waarvan de Schrift zegt: ik heb geloofd, daarom heb ik gesproken. Ook wij geloven en daarom spreken wij’ (2 Kor. 4, 13). De profeet heeft gezegd: ‘Ik heb geloofd, daarom heb ik gesproken’ (Ps. 116B (115), 10). De Apostel zegt: ‘Ook wij geloven en daarom spreken wij.’ Opdat gij zoudt weten dat het geloof één is, luistert naar wat hij zegt: ‘Wij bezitten dezelfde geest van geloof, en wij geloven.’ Zo ook op een andere plaats: ‘Gij moet weten, broeders en zusters, dat onze vaderen allen onder de wolk zijn geweest, en allen door de zee zijn getrokken; allen zijn door de wolk en de zee in Mozes gedoopt, en allen aten zij hetzelfde geestelijk voedsel en allen dronken dezelfde geestelijke drank’ (1 Kor. 19, 1-4).

De Rode Zee duidt het doopsel aan; Mozes, de aanvoerder door de Rode Zee, duidt op Christus; het doortrekkende volk zijn de gelovigen; de dood van de Egyptenaren de delging van de zonden. In verschillende tekens gaat het over hetzelfde geloof: zowel in verschillende tekens als in verschillende woorden. Want woorden verschillen wel van klank naargelang van de tijden, maar zijn niets anders dan tekens. Door iets te betekenen zijn het immers woorden. Neemt de betekenis van een woord weg en het is een zinloos geluid. Al deze dingen zijn dus betekend.

Geloofden zij die deze tekens aanreikten, niet hetzelfde als wat wij geloven; zij die profetieën voorzegden, hetzelfde als wat wij geloven? Zij geloofden in ieder geval: zij, dat die dingen zouden komen; wij echter, dat ze gekomen zijn. Daarom ook zei de Apostel het zo: ‘Zij dronken dezelfde geestelijke drank.’ Geestelijk dezelfde, maar lichamelijk niet dezelfde. Wat dronken zij dan wel? ‘Zij dronken uit een geestelijke rots die met hen meeging; en die rots was Christus’ (1 Kor. 10, 4). Zie, hoe het geloof blijft, terwijl de tekens veranderen. Daar is Christus de rots; voor ons is Christus wat op Gods altaar wordt geplaatst. Ook zij hebben als een groot sacrament van dezelfde Christus water gedronken dat uit de rots stroomde. Wat wij drinken, is de gelovigen bekend.

Kijkt ge naar de zichtbare gestalte, dan is het iets anders. Als ge de betekenis begrijpt, dan is het dezelfde geestelijke drank die zij dronken. Allen die in die tijd geloof schonken aan Abraham of aan Isaak, of aan Jakob, of aan Mozes, of aan andere aartsvaders en andere profeten die Christus hebben aangekondigd, zij waren schapen en luisterden naar Christus. Niet naar een vreemde stem hebben zij geluisterd, maar naar zijn stem.