Overweging ter voorbereiding van 30-10-2022, 31e zondag door het jaar

Overweging ter voorbereiding van 30-10-2022, 31e zondag door het jaar

Uit de verhandelingen van Balduïnus, bisschop van Canterbury († 1190)

Het woord van God is levend en krachtig

Het Woord van God is levend en krachtig

‘Het woord van God is levend en krachtig. Het is scherper dan een tweesnijdend zwaard’ (Heb. 4, 12). Uit deze woorden van de apostel Paulus blijkt hoe groot de kracht is, hoe groot de wijsheid die in het woord van God vervat is voor hen die Christus zoeken, Christus die zelf het Woord, de kracht en de wijsheid van God is. Dit Woord dat van bij de aanvang bij de Vader was, even eeuwig als Hijzelf, heeft zich te zijner tijd aan de apostelen geopenbaard, door hen is het aan de wereld verkondigd, en de gelovige volken hebben het in deemoed aanvaard. Hij is dus het Woord in de Vader, het woord in de mond van de apostelen, het woord in het hart van de gelovigen.

Dit Woord van God is levend, want de Vader gaf Hem het leven in zichzelf, zoals ook Hij het leven in zichzelf heeft. Daardoor is Hij niet alleen een levend woord, maar ook het leven zelf, zoals Hij van zichzelf getuigt: ‘Ik ben de weg, de waarheid en het leven’ (Joh. 14, 6). Omdat Hij het leven is, is Hij levend om levend te maken. Want ‘zoals de Vader de doden opwekt en levend maakt, zo maakt de Zoon levend wie Hij wil’ (Joh. 5, 21). Hij maakt levend wanneer Hij een dode uit het graf roept met de woorden: ‘Lazarus, kom naar buiten!’ (Joh. 11, 43).

Als wij dit woord prediken, geeft Hij door de prediking aan zijn woord dat uitwendig wordt aangehoord, de kracht die inwendig wordt ervaren. Door die kracht komen de doden tot leven, en door dat woord worden voor Abraham kinderen geboren. Dit woord is dus levend in het hart van de Vader, levend in de mond van wie predikt, levend in het hart van wie gelooft en liefheeft.

En aangezien dat woord zo levend is, is het ongetwijfeld ook krachtig. Het is krachtig in de schepping van de dingen, het is krachtig in het bestuur van de wereld, het is krachtig in de verlossing van de wereld. Is er dan iets dat meer kracht of macht bezit? ‘Wie kan al zijn machtige daden verhalen, wie geeft Hem de lof die Hem past?’ (Ps. 106 (105), 2). Het woord is krachtig als het werkzaam is, het is krachtig als het gepredikt wordt. Het ‘keert niet vruchteloos terug’, maar overal waar het wordt uitgezonden, gedijt het in voorspoed (vgl. Jes. 55, 11).

Het is dus krachtig en ‘scherper dan een tweesnijdend zwaard’ (Heb. 4, 12), als het in geloof en liefde wordt ontvangen. Immers, wat is onmogelijk voor wie gelooft, of wat is moeilijk voor wie liefheeft? Als het Woord spreekt, doorboren zijn klanken het hart, ‘zo scherp als de pijl van een krijger’ (Ps. 120 (119), 4), als spijkers die diep ingedreven worden, zo diep ingedreven dat ze tot het merg doordringen. Want dit woord is ‘scherper dan een tweesnijdend zwaard’, daar het om toe te slaan doeltreffender is dan elke kracht of macht, verfijnder dan elke menselijke scherpzinnigheid, en doordringender dan alle schranderheid van menselijke wijsheid en geleerd betoog.