Overweging ter voorbereiding van 26-09-2022, maandag in de 26e week door het jaar

Overweging ter voorbereiding van 26-09-2022, maandag in de 26e week door het jaar

Uit de geschriften van de heilige Edith Stein († 1942)

In Maria werd de kerk verwekt

Een natuurlijke menselijke gemeenschap is meer dan een los verband van afzonderlijke individuen, ze is zoiets als een organische eenheid. De bovennatuurlijke gemeenschap die de kerk is, is dit nog in veel sterkere mate. Zo is ook de verbinding van de ziel met Christus iets anders dan de gemeenschap tussen aardse personen: hier is sprake van een vergroeiing en een verstrengeling – denk aan de gelijkenis van de wijnstok en de ranken – die begint met het doopsel en dan voortdurend wordt versterkt en verder ontwikkeld door de andere sacramenten. Maar daar blijft het niet bij: de eenwording met Christus leidt tot een organische verbondenheid met alle christenen en zo wordt de kerk het mystieke lichaam van Christus. Dat lichaam is een levend lichaam, levend gemaakt door de geest van Christus die vanuit het hoofd naar de ledematen stroomt. Die geest van Christus is de heilige Geest en zo zien we de kerk een tempel worden van die heilige Geest.

Hoofd en ledematen vormen werkelijk een organische eenheid, maar de kerk staat ook als een zelfstandige persoon naast Christus. Christus leefde voor alle tijden en voor elk menselijk bestaan, omdat Hij de Zoon is van de eeuwige Vader, maar de mensheid op haar beurt was er, door de schepping, voordat Christus mens werd en zo tot de mensheid inging. Door dat ingaan in de mensheid heeft Christus zijn goddelijk leven in de mensheid ingebracht, door zijn verlossingswerk heeft Hij de mensheid ontvankelijk gemaakt voor de genade, met die genade vervuld en zo die mensheid uit zichzelf opnieuw verwekt: deze uit Christus opnieuw verwekte, verloste mensheid, dat is de kerk.

Maria is de oercel van die verloste mensheid, want in Maria werd de reiniging en heiliging door Christus en de vervulling met de heilige Geest voor de eerste keer voltrokken.

Voordat de Mensenzoon uit de Maagd werd geboren, werd deze Maagd door de Zoon van God verwekt als de begenadigde. In haar en met haar werd de kerk verwekt.

Iedere ziel afzonderlijk die door het doopsel wordt gereinigd en tot het leven in de genade wordt verheven, is op die manier door Christus verwekt en voor Christus geboren, maar ze wordt in de kerk verwekt en geboren door de kerk. De organen van de kerk zijn het, waardoor ieder nieuw lid wordt gevormd en met goddelijk leven vervuld. Zo is de kerk de moeder van alle verlosten. Ze is dat door de zeer innige vereniging met Christus, doordat ze als zijn bruid aan zijn zijde staat en met Hem zijn werk, de verlossing van de mensheid, volbrengt.