Overweging ter voorbereiding van 01-07-2022, vrijdag in de 13e week door het jaar

Overweging ter voorbereiding van 01-07-2022, vrijdag in de 13e week door het jaar

Uit het commentaar van de heilige Augustinus, bisschop van Hippo († 430), op psalm 127 (126)

Wij spreken buiten, Hij bouwt en werkt binnenin

‘Als de Heer de woning niet bouwt, werken de bouwers vergeefs’ (Ps. 127 (126), 1). De Heer is dus de bouwer van het huis, de Heer Jezus Christus bouwt zijn huis. Velen werken aan deze bouw, maar als Hij niet bouwt, werken de bouwers vergeefs.

Wie zijn zij die aan deze bouw werken? Dat zijn allen die in de kerk het woord van God verkondigen, de dienaars van Gods geheimen. Maar wij, wij spreken buiten; Hij bouwt en werkt binnenin. Wij bemerken hoe gij luistert, maar wat gij denkt, weet Hij alleen die uw gedachten ziet. Hij is degene die bouwt, die aanspoort, vrees inboezemt, inzicht schenkt en die uw hart ontvankelijk maakt voor het geloof. En toch werken ook wij, en wel als arbeiders. Maar ‘als de Heer de woning niet bouwt, werken de bouwers vergeefs’.

Allen vormen wij samen één huis van God en één stad. Dat is Jeruzalem. Die stad heeft wachters. Zoals zij haar bouwers heeft, zo heeft zij ook haar wachters. De apostel Paulus was zo’n wachter: hij waakte met grote zorg over hen van wie hij de leiding had. Dit is ook de taak van de bisschoppen. Want zij hebben juist een hogere plaats om toezicht te kunnen houden en over het volk te waken. Hun naam komt immers van het Griekse ‘episkopos’, dat letterlijk ‘opzichter’ betekent, want de bisschop ziet van boven af toe. Over deze hoge plaats moeten wij, bisschoppen, rekenschap afleggen, en dat is niet zonder gevaar. Er wordt namelijk van ons gevraagd u in nederige dienstvaardigheid toegewijd te zijn en voor u te bidden, opdat Hij die de harten kent, zelf over u waakt. Want wij zien u wel komen en gaan, maar zover gaat onze blik niet dat wij zien wat gij denkt in uw hart of wat gij binnenshuis doet.

Hoe kunnen wij dan over u waken? Als mensen, dat wil zeggen: naar ons beperkt vermogen, overeenkomstig de gave die wij ontvangen hebben. Omdat wij nu als mensen, en dus op onvolmaakte wijze, over u waken, blijft gij daarom zonder wachter? Verre vandaar! Want waar is Hij van wie gezegd wordt: ‘Als de Heer de stad niet beschermt, waakt de wachter vergeefs’ (Ps. 127 (126), 1)

Wij doen ons best om over u te waken, maar onze inspanning is ijdel, als Hij u niet beschermt die uw gedachten kent. Hij houdt de wacht, als gij waakt en als gij slaapt. Wij waken over u krachtens onze taak, maar wij willen samen met u beschermd worden. Voor u zijn wij als herders, maar onder die Herder zijn wij als schapen, evenals gij. Vanaf deze plaats zijn wij voor u als leraars, maar onder die ene Leraar zijn wij samen met u leerlingen in deze school.