Overweging ter voorbereiding van 22-06-2022, woensdag in de 12e week door het jaar

Overweging ter voorbereiding van 22-06-2022, woensdag in de 12e week door het jaar

Uit het commentaar van de heilige priester Beda de Eerbiedwaardige († 735) op de boeken Ezra en Nehemia

Door bekering bouwt de kerk zich op

H. Beda

De priesters, de levieten en heel het volk verheugen zich over de inwijding van het herbouwde huis van God, want alle rangen van de heilige kerk moeten zich verheugen samen met de zondaars die door boetedoening verzoend zijn. Zij brengen op dit inwijdingsfeest offers, wanneer zij God danken voor de nieuwe levenswijze van de afgedwaalden. Bij het zien van hun toewijding aan God maken vele anderen zich op voor een betere levenswijze. Zij willen immers niet onderdoen in het verrichten van goede werken voor hen die ze voordien nog overtroffen in onschuld, omdat ze minder hadden gezondigd.

Dit geldt ook voor hen die sinds kort tot het geloof gekomen zijn en de sacramenten van Christus ontvangen hebben, want velen van hen die reeds eerder tot het geloof zijn gekomen, willen immers vaak de grotere ijver van de pasgedoopten evenaren en hun voorbeeld in het goede overtreffen.

Niet alleen offerden de priesters, de levieten en het volk hun offerdieren ter gelegenheid van de inwijding van het huis van God dat zij herbouwd hadden, maar zij deden dit ook voor de zonden van heel Israël. Daarom moeten wij alleszins het goede bevorderen van hen die bij ons zijn, maar ons ook hun goede daden eigen maken door deze na te volgen. Tegelijk moeten wij vanuit deze niet aflatende zorg tot de Heer bidden voor de toestand van de kerk, die verspreid is over heel de wereld. En juist het gebed des Heren is daarbij ons voorbeeld. Hierin wordt immers niemand opgedragen op bijzondere wijze voor zichzelf te bidden dat hem het dagelijks brood gegeven wordt, dat hij niet in bekoring geleid en van het kwade verlost wordt, maar veeleer voor allen die dezelfde Vader in de hemel hebben.

Zo volgt ook op de bouw van de tempel de inwijding, wanneer op het einde van de wereld het aantal uitverkorenen voltooid is en de genade van de hemelse beloning ontvangen heeft. Op dit inwijdingsfeest zullen aan God welgevallige offers gebracht worden. En daarbij zal datzelfde huis van de Heer, dat wil zeggen: de heilige kerk, die na een lange gevangenschap vol menselijke smart herbouwd is, in de heerlijkheid van de onsterfelijkheid voor haar Schepper en Verlosser zingen en zeggen: ‘Gij hebt mijn boeien geslaakt, U zal ik een lofoffer brengen’ (Ps. 116B (115), 16-17).