Ter voorbereiding van de donderdag in week 34 door het jaar 1, 25-11-2021

Ter voorbereiding van de donderdag in week 34 door het jaar 1, 25-11-2021

Uit een toespraak van de heilige priester Thomas van Aquino († 1274)

Ik zal verzadigd worden, als uw glorie zich toont

Terecht staat het einde van al onze verlangens, namelijk het eeuwig leven, aan het einde van de artikelen van het geloof. Wij besluiten immers de geloofsbelijdenis met de woorden: ‘En het eeuwig leven. Amen.’

Het eeuwig leven bestaat vooreerst hierin dat de mens met God verenigd wordt. Want God zelf is het loon en het einddoel van al onze inspanning: ‘Ik ben uw beschermer en uw overgroot loon’ (Gen. 15, 1 – Vulg.). Deze vereniging bestaat in de volmaakte aanschouwing van God, zoals de Apostel zegt: ‘Thans zien wij in een spiegel, onduidelijk, maar dan van aangezicht tot aangezicht’ (1 Kor. 13, 12).

Het eeuwig leven bestaat ook in de hoogste lofprijzing, volgens het woord van de profeet: ‘Men zal er vreugde en blijdschap in vinden, dankzegging en lofzang’ (Jes. 51, 3 – Vulg.).

Eveneens bestaat het eeuwig leven in de volledige vervulling van ons verlangen, want daar zal elke gelukzalige meer bezitten dan hij ooit verlangd of verwacht heeft. De reden hiervan is dat niemand in dit leven zijn verlangen kan vervullen en dat niets wat geschapen is het verlangen van de mens kan bevredigen, want alleen God bevredigt het en overtreft het oneindig ver. Daarom komt ons verlangen alleen tot rust in God, zoals Augustinus zegt: Heer, Gij hebt ons gemaakt voor U, en onrustig is ons hart totdat het rust vindt in U.

En omdat in het eeuwig vaderland de heiligen God volmaakt zullen bezitten, is het duidelijk dat hun verlangen zal bevredigd worden en dat de heerlijkheid nog daarboven uitgaat. Daarom zegt de Heer: ‘Ga binnen in de vreugde van uw Heer’ (Mt. 25, 21). En Augustinus verklaart: het is niet zo dat heel de vreugde zal binnengaan in de gelukkigen, maar: de gelukkigen zullen geheel en al binnengaan in de vreugde. Dit bedoelt de psalmist, wanneer hij zegt: ‘Ik zal verzadigd worden, als uw glorie zich vertoont’ (Ps. 17 (16), 15 – Vulg.), en: ‘Hij vervult uw verlangen, Hij overstelpt u met geluk’ (Ps. 103 (102),5 – Vulg.).

Alles wat iemand gelukkig kan maken, is daar in grote overvloed. Want wie naar geluk verlangt, vindt daar het hoogste en meest volmaakte geluk: hij zal het hoogste goed genieten, God zelf. Zoals er geschreven staat: ‘Heel mijn vreugde zal ik vinden bij U, bestendig geluk aan uw zijde’ (Ps. 16 (15), 11).

Maar ook bestaat het eeuwig leven in het vreugdevol samenzijn met alle gelukzaligen. Omdat iedereen het volle geluk in gemeenschap met alle gelukzaligen zal bezitten, zal dit samenzijn bovenmate gelukkig zijn. Want een ieder zal de ander liefhebben als zichzelf en zich daarom over andermans geluk verheugen als over zijn eigen geluk. Ten gevolge hiervan zal de blijdschap en vreugde van ieder afzonderlijk toenemen, in zover deze ook de vreugde van alle anderen is.