Ter voorbereiding van de viering van donderdag 19-08-2021

Ter voorbereiding van de viering van donderdag 19-08-2021

Uit de geschriften van de priester Odo Casel († 1948)

Christus’ heilsdaden staan in het middelpunt van het geloof

God heeft zichzelf niet aan de wereld als zodanig te kennen gegeven. De wereld is immers niet in staat om iets goddelijks te erkennen (vgl. 1 Joh. 3, 1). God openbaarde zich aan uitverkorenen, aan heiligen; allereerst ‘door de Geest aan zijn heilige apostelen en profeten’ (Ef 3, 5) en daarna aan alle oprechte gelovigen, aan de kerk, de samengeroepen gemeenschap van God (vgl. Ef. 3, 10). Aan deze uitverkorenen is dus het mysterie geopenbaard. Toch blijft dit een mysterie, omdat het in wezen iets goddelijks is dat voor ons menselijk verstand ontoegankelijk is en enkel door Gods genade toegankelijk is geworden (vgl. 1 Kor. 2, 9.10).

Het hoogtepunt van het Christus-mysterie is dus de persoon van de Godmens en zijn verlossingsmysterie tot heil van de kerk. Op deze manier wordt de kerk betrokken in het mysterie. Bij Paulus, Petrus en Johannes vormen daarom niet de leerstellige overtuigingen van Christus en evenmin zijn optreden tijdens zijn onderricht de kern. Christus’ heilsdaden staan voor hen in het middelpunt van het geloof. ‘Wij zien hoe Jezus die voor een korte tijd beneden de engelen was gesteld, nu met luister en eer gekroond is, omdat Hij de dood heeft verduurd’ (Heb. 2, 9). Door zijn dood en zijn verrijzenis, door ‘zijn bloed’ heeft de Heer ‘een eeuwige verlossing verworven’ (Heb. 9, 12). Daardoor is Hij binnengegaan in het heiligdom en opgestegen naar de troon van God; zo heeft Hij ook voor ons de weg daarheen gebaand (vgl. Heb. 10, 20). Daar is Hij de hogepriester (vgl. Heb. 5, 9.10), die de genade van de heilige Geest toebedeelt en zo zijn kerk tot leven roept en haar in leven houdt.

Het christendom, in zijn omvattende en oorspronkelijke betekenis het evangelie van God of van Christus, is dus geen wereldbeschouwing met een religieus tintje en evenmin een theologisch stelsel of een zedenleer. Het is een mysterie in de paulinische zin van het woord, dat wil zeggen: een openbaring van God aan de mensheid door middel van godmenselijke daden, vol leven en kracht. Het is ook de overgang van de mensheid naar God, een doortocht die door deze openbaring en toebedeling van genade mogelijk werd. Het is het opnemen van de verloste kerk in God door het offer van de volledige overgave en van de daarop volgende verheerlijking. In het middelpunt van het christelijk geloof staat dus het heilig paasmysterie, de overgang van Gods Zoon naar de Vader. Het gaat daarbij om de Zoon van God die, ten bate van ons, in het vlees van de zonde naar de wereld is gekomen.