Ter voorbereiding van de viering van dinsdag 03-08-2021

Ter voorbereiding van de viering van dinsdag 03-08-2021

Uit de verhandeling van de heilige Ambrosius, bisschop van Milaan († 397), over de mysteriën

Wij worden herboren uit water en heilige Geest

Wat hebt gij gezien in de doopkerk? Water natuurlijk, maar dat niet alleen: ook de diakens die daar dienst verrichten en de bisschop die u ondervroeg en het sacrament toediende. De apostel Paulus heeft u in de eerste plaats geleerd uw oog te richten ‘niet op het zichtbare maar op het onzichtbare; want wat wij zien gaat voorbij, maar de onzichtbare dingen duren eeuwig’ (2 Kor. 4, 18). Nog elders zegt dezelfde Apostel: ‘Van de schepping der wereld af wordt Gods onzichtbaar wezen door de rede in zijn werken aanschouwd, zijn eeuwige macht namelijk en zijn godheid’ (Rom. 1, 20) die in zijn werken worden erkend. Vandaar dat ook de Heer zelf zegt: ‘Als gij Mij niet wilt geloven, gelooft dan die werken’ (Joh. 10, 38). Geloof dus dat God daarin tegenwoordig is. Gij gelooft in de werking van God en gij gelooft niet in zijn tegenwoordigheid? Waaruit immers zou een werking voortkomen, als er geen tegenwoordigheid aan voorafgaat?

Bedenk echter hoe oud dit mysterie is dat al bij het ontstaan van de wereld is voorafgebeeld. ‘In het begin toen God hemel en aarde schiep – zo staat er – zweefde de Geest over de wateren’ (Gen. 1, 1-2). Was Hij die zweefde over de wateren, dan ook niet werkzaam over de wateren? Erken dat Hij in die schepping van de wereld werkzaam was, als de profeet u zegt: ‘Het woord van de Heer heeft de hemel gemaakt, de geest uit zijn mond schiep de hemelse machten’ (Ps. 33 (32), 6). Beide feiten steunen op een profetisch getuigenis: zowel dat de Geest zweefde over de wateren als dat Hij werkzaam was. Dat Hij zweefde over de wateren, zegt Mozes ons; dat Hij werkzaam was, getuigt David.

Luister nog naar een ander getuigenis. Toen op aarde alle vlees door het bederf van eigen ongerechtigheid was aangetast, sprak God: ‘Mijn geest zal niet bij de mens blijven, omdat hij maar vlees is’ (Gen. 6, 3). Hierdoor gaf Hij te kennen dat door de onreinheid van het vlees en door de smet van zware zonden de geestelijke genade verdreven wordt. Daarom deed God, om de genade die Hijzelf geschonken had te herstellen, de zondvloed over de aarde komen en beval Hij de rechtvaardige Noach in de ark binnen te gaan. Toen later het water begon te zakken, liet Noach eerst een raaf vrij die niet terugkeerde. Daarna liet hij een duif vrij die terugkeerde met een olijftak, zoals de Schrift ons verhaalt. Gij ziet het water, gij ziet het hout, gij ontwaart de duif, en gij twijfelt nog aan het mysterie?

Het is het water, waarin het vlees wordt ondergedompeld om van elke zonde van het vlees te worden gewassen. Daarin wordt elke misdaad begraven. Het is het hout waaraan de Heer Jezus is genageld, toen Hij voor ons leed. Het is de duif in wier gedaante de heilige Geest is neergedaald, zoals gij in het Nieuwe Testament geleerd hebt: Hij schenkt vrede aan uw ziel en rust aan uw geest.