Overweging ter voorbereiding van 28-04-2023, vrijdag in de derde week van Pasen

Overweging ter voorbereiding van 28-04-2023, vrijdag in de derde week van Pasen

Uit het commentaar van de heilige Cyrillus, bisschop van Alexandrië († 444), op het evangelie van Johannes

Christus gaf zijn lichaam voor het leven van allen

Jezus zegt: Ik sterf voor alle mensen om hen allen door Mij te doen leven. Ik heb van mijn lichaam een losprijs gemaakt voor alle mensen. In mijn dood zal de dood sterven en de gevallen natuur zal samen met Mij opstaan. Daarom immers ben Ik geworden zoals gij: een mens, geboren uit het zaad van Abraham, om in alles aan mijn broeders gelijk te worden (vgl. Heb. 2, 17). Dit gezegde van Christus heeft de heilige apostel Paulus goed begrepen, toen hij schreef: ‘Omdat deze kinderen mensen zijn van vlees en bloed, heeft ook Hij ditzelfde bestaan willen delen, om door zijn dood de duivel die de heerschappij over de dood bezat, te onttronen’ (Heb. 2, 14).

Want de vorst van de dood en de dood zelf konden niet onttroond worden, tenzij Christus zich overleverde als een losprijs voor ons allen; Hij immers stond boven allen.

Daarom zegt Hij ergens in de psalmen, zichzelf voor ons opdragend als een onbesmet offer: ‘Slachtoffer en offergave hebt Gij niet gewild, maar een lichaam hebt Gij mij bereid. In brandoffers voor de zonde hadt Ge geen behagen; toen sprak ik: zie, ik kom’ (Ps. 40 (39), 7-8 – LXX).

Hij werd gekruisigd voor allen en wegens allen, opdat door het sterven van één voor allen, wij allen in Hem zouden leven. Hij kon niet door de dood worden vastgehouden (vgl. Hand. 2, 24); het bederf had zelfs geen vat op zijn natuurlijk leven. Uit zijn eigen woorden weten we dat Christus zijn vlees heeft opgedragen voor het leven van de wereld. Hij bad: ‘Heilige Vader, bewaar hen in uw Naam’; en verder: ‘Omwille van hen heilig Ik Mijzelf’ (Joh. 17, 11.19).

Hij verklaart: ‘Ik heilig Mijzelf.’ Daarmee bedoelt Hij: Ik bied Me aan en offer Mijzelf als een onbevlekte gave, tot een welriekende geur. In de oude wet werd immers ‘geheiligd’ en ‘heilig’ verklaard wat als brandoffer aan God werd aangeboden. Christus gaf zijn lichaam voor het leven van alle mensen; door zijn lichaam schonk Hij ons opnieuw het leven. Ik wil u dat uitleggen, zo goed als ik kan.

Toen het levenwekkend woord van God in het vlees was gaan wonen, schonk Hij aan dat vlees zijn eigen rijkdom, namelijk het leven. Het Woord verenigde zich met het vlees op een onuitsprekelijke manier en maakte dat vlees levengevend zoals het zelf van nature levengevend is.

Daarom kan het lichaam van Christus allen doen leven die eraan deelhebben. Het verdrijft de dood, als het aan stervenden wordt gegeven, en het verhindert het bederf, omdat het volledig het Woord in zich draagt dat alle bederf tenietdoet.