Overweging ter voorbereiding van 14-04-2023, vrijdag onder het octaaf van Pasen

Overweging ter voorbereiding van 14-04-2023, vrijdag onder het octaaf van Pasen

Uit een homilie van de heilige Johannes Chrysostomus, bisschop van Constantinopel († 407)

Het kruis: de wil van de Vader, de verheerlijking van de Zoon, de vreugde van de heilige Geest

‘Vader, het uur is gekomen, verheerlijk uw Zoon’ (Joh. 17, 1). Jezus noemt het kruis zijn verheerlijking. Dit zou Hij onmogelijk kunnen doen, als Hij nu weigerde wat Hij eens zo vurig verlangde. Hoor hoe de evangelist getuigt dat het kruis zijn verheerlijking betekent. Johannes zegt: ‘De heilige Geest was er nog niet, omdat Jezus nog niet verheerlijkt was’ (Joh. 7, 39). De zin van die woorden is deze: de genade was nog niet geschonken, omdat Gods toorn jegens de mensen nog niet was bedaard. Christus was immers nog niet tot het kruis genaderd. Het kruis heeft uiteindelijk Gods toorn over de mensheid tot bedaren gebracht, God met de mensen verzoend, de aarde tot hemel gemaakt, de mensen met de engelen verenigd, de onneembare vesting van de dood geslecht, de krachten van de duivel gesloopt, de wereld bevrijd van dwaling en de christengemeenschappen in het leven geroepen.

Het kruis is de wil van de Vader, de verheerlijking van de Zoon, de vreugde van de heilige Geest en het is ook de roem van Paulus: ‘God beware mij ervoor – zegt hij – op iets anders te roemen dan op het kruis van onze Heer Jezus Christus’ (Gal. 6, 14). Het kruis is heerlijker en stralender dan de zon. Want als de zon wordt verduisterd, straalt het kruis. Daarom wordt de zon verduisterd, niet omdat zij verdwijnt, maar omdat haar licht wordt overtroffen door de lichtglans van het kruis. Het kruis heeft onze schuldbrief verscheurd en de kerker van de dood overbodig gemaakt. Het kruis is het duidelijke bewijs van Gods liefde. ‘Zozeer immers heeft God de wereld liefgehad dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat al wie in Hem gelooft, niet verloren zal gaan’ (Joh. 3, 16).

Het kruis heeft het paradijs ontsloten, de rover er binnengeleid en de mensheid – de ondergang nabij en zelfs deze aarde niet waardig – de weg gewezen naar het hemelrijk. Door het kruis zijn ons zoveel weldaden ten deel gevallen en worden nog steeds weldaden ons deel. Had Jezus dan niet gekruisigd willen worden? Wie kan zoiets beweren? Als Jezus dit niet wilde, wie dwong Hem dan hiertoe? Wie oefende druk op Hem uit? Waarom heeft Hij dan profeten voor zich uit gezonden om zijn kruisdood aan te kondigen, als Hij niet gekruisigd behoefde te worden en de kruisdood niet wilde ondergaan? Waarom noemt Hij dan de kruisdood een beker die Hij zal drinken, als Hij in feite niet gekruisigd wilde worden? Hierdoor toonde Hij immers hoezeer Hij naar het kruis verlangde (vgl. Mt. 20, 22). Want zoals voor dorstigen een beker welkom is, zo ook voor Hem het kruis. Daarom verklaarde Hij: ‘Vurig heb Ik ernaar verlangd dit paasmaal met u te eten’ (Lc. 22, 15). Niet zonder reden zei Hij dit, maar omdat na die avond het kruis Hem wachtte.

Hij noemt het kruis zijn verheerlijking en wijst de leerling terecht die van zijn kruisdood niet wil horen (vgl. Mt. 16, 22-23). Hij noemt zichzelf de goede herder, omdat Hij zich laat doden voor zijn schapen. Hij verklaart vurig hiernaar te verlangen en gaat vrijwillig de dood tegemoet. Hoe kan Hij dan vragen dat dit niet zal gebeuren? ‘Mijn Vader, als het mogelijk is, laat deze kelk Mij voorbijgaan. Maar toch: niet zoals Ik wil, maar zoals Gij wilt’ (Mt. 26, 38-39). Dit zei Hij, niet omdat zijn wil anders was dan die van de Vader. Maar zo bad Hij om de mensen te leren – in hoe grote angst of gevaren ze ook verkeren – steeds Gods wil boven hun eigen verlangens te stellen.

O wonderbare kruisboom! Aan uw takken hing een kostbare schat, de losprijs van de gevangenen: de Heer die door zijn bloed de wereld heeft vrijgekocht, alleluia.

Gegroet o kruis, gewijd door het heilig lichaam en als met parels getooid door de handen en voeten van Christus.

De Heer die door zijn bloed de wereld heeft vrijgekocht, alleluia.