Overweging ter voorbereiding van 24-10-2022, maandag in de 30e week door het jaar

Overweging ter voorbereiding van 24-10-2022, maandag in de 30e week door het jaar

Uit de brief van de heilige paus Clemens I († 101) aan de Korintiërs

Laten wij ons niet onttrekken aan Gods wil

Ziet toe, geliefden, dat de talrijke weldaden van de Heer voor ons allen niet tot een veroordeling leiden, wanneer wij namelijk niet een leven leiden dat Hem waardig is, en niet in eendracht het goede doen en wat Hem welgevallig is. Want Hij zegt ergens: ‘De geest des Heren is een lamp die de ingewanden van het lichaam doorzoekt’ (Spr. 20, 27).

Bezien we dan hoezeer Hij ons nabij is en dat Hem niets verborgen blijft van onze gedachten, noch van de plannen die wij maken. Billijk is het daarom dat wij ons niet aan zijn wil onttrekken. Liever willen we aan dwaze en onverstandige mensen, die zichzelf verheffen en in grootspraak zichzelf prijzen, ergernis geven dan aan God.

Laten wij de Heer Jezus Christus wiens bloed voor ons vergoten werd, vereren, onze overheden hoogachten, de ouderen eerbiedigen, de jongeren opvoeden in de tucht van de vreze des Heren en onze vrouwen tot het goede leiden. Dat zij van de beminnenswaardige deugd van de kuisheid blijk geven, het oprecht karakter van haar zachtmoedigheid doen blijken, de beheersing van haar tong door zwijgen bewijzen, haar liefde schenken zonder onderscheid van persoon, maar gelijkelijk aan allen die God in heiligheid vrezen.

Mogen uw kinderen een christelijke opvoeding ontvangen, mogen zij leren wat nederigheid bij God kan uitrichten, wat bij Hem de kracht is van een zuivere liefde, hoe goed en verheven de vreze voor God is. Zij betekent redding voor allen die, rein van hart, in deze vreze voor God een heilig leven leiden. Hij toch doorgrondt onze gedachten en verlangens. Zijn adem is in ons, en wanneer Hij wil, neemt Hij deze uit ons weg.

Dit alles nu wordt verzekerd door het geloof in Christus. Hijzelf immers spoort ons aldus aan door de heilige Geest: ‘Komt, kinderen, luistert naar wat ik u zeg; ik leer u de Heer te vrezen. Wie is er bij u die het leven liefheeft en dagen van voorspoed verlangt? Weerhoud dan uw tong van boosaardige taal, uw lippen van leugenachtige woorden. Vermijd dan het kwade en doe slechts wat goed is, streef altijd naar vrede en laat die niet los’ (Ps. 34 (33) 12-15).

De Vader die in alles barmhartig is en goedgunstig, is vol liefde voor die Hem vrezen en Hij deelt zijn gaven welwillend en mild uit aan hen die in eenvoud tot Hem naderen. Laten we daarom niet dubbelhartig zijn, en laat onze ziel niet trots gaan op de voortreffelijke en heerlijke gaven van God.